Het ijzer smeden wanneer het heet is, moet het Schotse dj- en producersduo Silicone Soul gedacht hebben. Amper een jaar na het succesvolle en warm onthaalde Staring Into Space lanceren Graeme Reedie en Craig Morrison hun ondertussen derde langspeler volgestouwd met filmische deephouse tracks.
Na eind jaren negentig voor Soma drie net niet hysterieveroorzakende singles uitgebracht te hebben — gedenk "Right on 4 Tha Darkness"! met de Curtis Mayfield-sample — rondde het duo in 2000 het debuutalbum A Soul Thing af, een prima dans- en luisterstuk met een uitgebalanceerde mix van deep en tech house, dat zowel club- als loungevoer bevat. De heren leken enige moeite met productiviteit te hebben, want een opvolger voor het debuut bleef liefst vier jaar uit. Op het gebied van de productie bleken Reedie en Morrison er op die opvolger, Staring Into Space, wel met reuzenpassen op vooruit te zijn gegaan, en kreeg hun muziek een warme injectie door het gebruik van live-instrumenten.
Dankzij een nieuwe werkwijze — de gezamenlijke studio werd ingewisseld voor twee identieke thuisstudio’s — moesten fans ditmaal niet lang op hun honger blijven zitten. De draad van Staring Into Space wordt op Save Our Souls gewoon weer opgepikt. Het gebruik van live-instrumenten, met het keyboard als prima donna, is nog meer opgevoerd en krijgt ditmaal zelfs de versterking van gitaren. Dat geeft meer dan eens een erg new wave-achtige klank aan de nummers, alsof I Love You But I’ve Chosen Darkness opeens een houseproducer onder de arm heeft genomen. "Damascene Moments" roept onvermijdelijk herinneringen op aan zwarte puntschoenen en vogelschrikkapsels à la Robert Smith, alleen is de setting niet het lokale jeugdhuis maar Cafe d’Anvers.
De keuze voor de specifieke instrumentatie werpt het meest zijn vruchten af wanneer die hun opwachting maken in songs waar die het minst verwacht worden. Zo tilt in "3am" de kreunende mondharmonica die uit verre prairies en Ennio Morricone-films komt aangewaaid het nummer een flink eind boven zichzelf uit. De onderhuidse spanning die in het nummer sijpelt door de harmonica is net dat extraatje dat het downtempo nummer nodig heeft om niet te verzanden in monotonie.
"The Snakecharmer" doet het met een hypnotische dwarsfluitmelodie waar men helemaal onrustig van wordt. Dat het nummer die als single die aan het album voorafging, ondertussen een lieveling van clubdj’s aller landen is, valt zeer goed begrijpen. Geen idee of er een serpent in ons schuilt, maar de aandrang om vervaarlijk sissend uit het mandje te kronkelen waarin we zonet nog behaaglijk opgekruld lagen, is plots onweerstaanbaar. De etherische oosterse melodielijn en het eightiesritme vormen een ongehoorde combinatie die niets minder is dan a match made in heaven.
Opvallend is de donkere sfeer waarin het gros van de nummers baadt. Het hoesontwerp, dat refereert naar de helletaferelen in de schilderijen van Hieronymus Bosch, is al een indicatie: Reedie en Morrison vinden het huidige tijdsgewricht er geen om extatisch van te worden. Silicone Souls muziek zou een commentaar moeten zijn op de huidige oppervlakkigheid en immoraliteit, maar hoe dat bewerkstelligd moet worden met grotendeels instrumentale muziek die zich dan ook nog eens richt op de feestende massa is ons eerlijk gezegd niet duidelijk.
Er zit weliswaar de nodige melancholie in de downtempo nummers, maar de toehoorder ermee aansporen diep in eigen hart te kijken voor het slapengaan en zo de wereld een beetje te verbeteren, zien we niet meteen gebeuren. Een veel waarschijnlijker scenario is dat iedere toehoorder zijn eigen filmscript schrijft bij dit sfeervolle en erg diverse album. Op onze nachtelijke trips tussen Gent en Antwerpen weten wij alvast bij welke soundtrack Humphrey Bogart tot ons zal spreken.