Hoewel vaak verguisd, kunnen reünies soms ijzersterk zijn. Net als de Pixies en Dinosaur Jr zijn ook The Stooges, de vaandeldragers van de gitaarrock, weer de baan op getrokken. Hun halte in Leuven zal niet licht vergeten worden.
Er zijn van die bands waar een mens niet omheen kan als hij een blik werpt op de muziekgeschiedenis van de laatste decennia. Hun invloed strekt véél verder dan het aantal platen dat ze ooit verkochten en vaak worden dergelijke groepen na hun einde nog populairder dan tijdens hun bestaan. The Velvet Underground, Pixies, noem maar op. Net zoals de laatstgenoemde band, besloten ook The Stooges weer de podia op te zoeken En net zoals in het geval van de Pixies, nam de impact van The Stooges op de huidige rockmuziek alleen maar toe met de jaren.
Na een soort van tribute-reünie enkele jaren geleden, zonder Iggy Pop, werd de groep onlangs echt nieuw leven ingeblazen. Ex-Minuteman Mike Watt vervoegde Iggy Pop en de Ashton-broertjes en The Stooges waren weer een feit. Vorig jaar stond de groep al op de Lokerse Feesten en wat ze daar lieten zien, tartte de verbeelding van menig bezoeker. De vraag die logischerwijze opkomt, is of The Stooges op Marktrock nog steeds zo indrukwekkend zijn.
Laten we wel wezen, met een paar indrukwekkende platen alleen kom je er niet. Wie de laatste jaren The Rolling Stones live aan het werk heeft gezien, weet dat het makkelijk wordt om te flirten met routine als je set het moet hebben van werk dat enkele decennia geleden gemaakt is. In het geval van The Stooges is er echter een lichtpuntje: samen met gerespecteerde namen als Jack White en Steve Albini is de band aan nieuw materiaal aan het werken.
Het concert in Leuven moet het echter vooral hebben van oud werk, maar niemand die daar bezwaar tegen heeft. Zelfs als "I Wanna Be Your Dog", de ultieme classic van de band, tweemaal gespeeld wordt tijdens het concert, lijkt geen kat daar een punt van te maken. Je kan er bedenkingen bij hebben, zeker als je weet dat de groep vorig jaar net hetzelfde deed, maar de intensiteit waarmee het nummer gebracht wordt — Iggy Pop die zich blaffend en kruipend over het podium beweegt — maakt veel goed.
Al is dat niet het enige déjà-vumoment van het concert. Als tijdens "No Fun" plots tientallen fans, daartoe aangespoord door meneer Pop, het podium beklimmen, is het duidelijk dat ook The Stooges niet vies zijn van routine. Maar hoe georchestreerd sommige momenten ook zijn, met een frontman als Iggy Pop zijn verrassingen nooit uit te sluiten. De blonde oppergod, in ontbloot bovenlijf en met een iets te zichtbare bilspleet, verkent de uiterste hoeken van het podium, zoekt (lichamelijk) contact met het publiek én de baskasten van Mike Watt en geeft de doorsnee bijna zestiger, die een iets kalmere levenswandel heeft gehad dan Pop, fysiek het nakijken terwijl hij, een verwrongen grijns op het gezicht, zijn indianendans doet.
The Stooges houden zonder moeite vaart in hun concert en blazen het publiek bijna letterlijk achterover met klassiekers als "1969", waarbij de anarchie in de lucht zowat tastbaar wordt en "Real Cool Time", een song die het vrijdagavondgevoel zoals alleen losgeslagen tieners het kennen, oproept uit de nevelen van het geheugen van de luisteraar.
Iggy Pop mag dan al een tijdje niet meer door glasscherven rollen en — misschien maar goed ook — hij steekt ook niet al te vaak zijn broek meer af, toch blijft de frontman zijn wilde uitstraling behouden en bespeelt hij de massa als de beste. Wanneer met "Not Right" een einde komt aan het stormachtige concert, is het klaar en duidelijk dat de rol van The Stooges in het huidige rocklandschap nog niet uitgespeeld is.