‘Sin City’ is ongeveer wat je krijgt als je Dashiell Hammett,
Raymond Chandler, Quentin Tarantino en Takashi Miike drie dagen in
een kamer stopt en je hen genoeg coke geeft om hun fantasie de hele
tijd op z’n meest grotesk te houden. Robert Rodriguez, de man die
verleden jaar nog fameus teleurstelde met ‘Once Upon A Time In Mexico’, maakt hier een
verfilming van de graphic novels (noem het vooral geen
stripverhalen, of de fans worden pissig) van Frank Miller en levert
daarmee de meest opvallende, visueel aantrekkelijke, in your
face, love it or hate it-knoert van een film af die we dit jaar
al hebben gezien. Net zoals bij Tarantino’s eigen ‘Kill Bill’, is er nauwelijks een tussenweg
mogelijk: je bent er gek van of je haat het. ‘Sin City’ is dan ook
een film van extremen, zowel wat de verhalen betreft, als de
dialogen, het geweld, het niet altijd even politiek correcte
vrouwbeeld en (vooral) de visuele vormgeving. Rodriguez speelt
nergens op veilig – hij maakt hier een prent die op elk gebied de
uiterste grenzen aftast. Het resultaat is een film zo opwindend, zo
zintuiglijk, dat je een dag later nog zit na te beven.
De structuur van de prent roept herinneringen op aan ‘Pulp Fiction’, in de zin dat we drie
verhalen krijgen, die zich telkens afspelen in dezelfde fictieve
stad, (Ba)sin City, een wereld van gore gangsters, corrupte
flikken, smerige pedofielen en gevaarlijke hoeren. We krijgen
Mickey Rourke in z’n beste rol sinds de jaren tachtig als Marv, een
oerlelijke bajesklant die op een nacht wakker wordt naast een dood
hoertje. Terwijl de politie hem op de hielen zit, probeert hij –
soms op ietwat hardhandige wijze – te weten te komen wie de mooie
dame in kwestie vermoord heeft. In het tweede verhaal is Clive Owen
Dwight, een man die zijn vriendin Shellie (Brittany Murphy) wil
beschermen tegen haar ex-vriendje, de verdorven politieagent Jackie
Boy (Benicio Del Toro). Tijdens zijn afrekening met Jackie Boy,
komt Dwight echter middenin een oorlog terecht tussen de hoeren van
Old Town en een rivaliserende gangsterbende. De gevolgen zijn
bloederig. In verhaal nummer drie, tenslotte, krijgen we Bruce
Willis als Hartigan, een eerlijke flik die een elfjarig meisje redt
uit de klauwen van een pedofiel met politieke banden (Nick Stahl).
Hartigan wordt erin geluisd voor de ontvoering van het meisje in
kwestie en het is pas acht jaar later dat hij haar opnieuw kan
opzoeken – nu wordt het meisje gespeeld door Jessica Alba, die hier
vér, vér weg is van haar doorbraakrol als ‘Honey’.
Het idee van de film (en daarmee ook van de graphic novels) is
duidelijk: Sin City is een wereld op zichzelf, ver verwijderd van
eender welke plaats of tijd die wij kennen, waar miljoenen levens,
miljoenen verhalen, zich door elkaar kronkelen. Hier krijgen we een
paar van die verhalen en ondertussen is Rodriguez alweer bezig aan
het vervolg. En waarom niet? Al wat je moet doen, is een aantal
nieuwe personages bedenken, een paar nieuwe, zwaar gestileerde
verhalen en je bent weer vertrokken. Waar het om gaat, is de wereld
waarin het zich afspeelt.
En die wereld ziet er prachtig uit: Rodriguez filmt overwegend in
zwart-wit, in een stijl die doet denken aan de films noir uit de
jaren dertig en veertig. Hoge, vervallen gebouwen rijzen regelrecht
de wolken in, alles is een spel van licht en schaduw, de regen
plenst ongenadig neer, de wagens stammen allemaal uit een periode
ergens tussen de jaren dertig en vijftig, de personages dragen
lange regenjassen met de kragen omhoog, hoeden die hun ogen
onzichtbaar maken en ze roken zich allemaal te pletter. Dit is een
wereld van tough guys en broads, het ziet eruit als
een film met Humphrey Bogart maar dan tot in de tiende macht. En om
dat surrealistisch gevoel nog te versterken, voegt Rodriguez hier
en daar enkele elementen in kleur in. Bloed moet rood zijn,
natuurlijk, evenals de jurk van een vrouw in de openingsscène. Een
andere dame heeft blond haar, nog eentje heeft blauwe ogen en zo
gaat dat door – het zwart-wit wordt hier en daar doorprikt om een
paar opvallende kleuren toe te laten die op de één of andere manier
iets zeggen over de personages. Waarom moest het dode hoertje naast
Marv per sé blond haar hebben? Omdat het duidelijk maakt waarom
Marv zich tot haar aangetrokken voelde, natuurlijk. Waarom moet het
bloed rood zijn? Omdat het anders niet gewelddadig genoeg is,
waarom anders?
En gewelddadig is het, hoewel dat geweld al even gestileerd is als
de fotografie van de film. Ledematen vliegen in het rond, één van
de personages wordt opgevreten door wolven, een ander wordt door
Bruce Willis met z’n blote handen gecastreerd. In één van de drie
verhalen lopen de personages de hele tijd rond met een afgehakt
hoofd in hun handen. ‘Sin City’ gaat zo ongelooflijk ver over de
top, dat het onmogelijk is om het geweld serieus te nemen, net
zoals dat het geval was in het eerste volume van ‘Kill Bill’. Je kunt daar dan aanstoot aan
nemen en zeggen dat het allemaal vreselijk is, maar hey, je hebt
realiteit en je hebt fictie, en in fictie mogen nu eenmaal dingen
die in de realiteit niet mogen.
De dialogen zijn nog zoiets – we krijgen haast constant een
voice-over van het hoofdpersonage dat we in het huidige verhaal
volgen, en die teksten zijn letterlijk van het eerste tot het
laatste woord opgetrokken uit de clichés van pulpachtige
misdaadromannetjes. Voorbeeld: “The valkyrie at my side is
shouting and laughing with the pure, hateful, bloodthirsty joy of
the slaughter… and so am I.” Wie bedénkt zoiets? De gewone
dialogen zijn anders ook niet mis: Mickey Rourke zoekt de
snoodaardige Rutger Hauer op, om met hem af te rekenen. Hauer
vraagt hem: ‘Zal mijn dood je voldoening schenken?’ Rourke
antwoordt: ‘Je dood zelf niet. Maar alles tot op dat punt… Dat
wordt lachen.’ Dan kun je als filmfan maar een ding doen: heel hard
lachen en zachtjes mompelen: fuck yeah! Iets dat overigens
voor de hele film geldt.
‘Sin City’ is een ode aan de pulp fiction van vele jaren geleden,
die de clichés van dat genre neemt en ze honderdmaal uitvergroot –
de gestileerde fotografie, het geweld, de dialogen… Ook de manier
waarop er naar vrouwen wordt gekeken past in dat rijtje thuis: in
‘Sin City’ zijn àlle vrouwen hoeren of strippers, behalve één. Een
lesbische reclasseringsambtenaar die uiteraard – wat doen
lesbiënnes anders? – constant halfnaakt rondloopt om aan haar
vriendin te kunnen frunniken. Vrouwonvriendelijk? Al evenmin als
het geweld echt choquerend is. Zolang je het maar niet serieus
neemt, is er geen vuiltje aan de lucht.
Woorden kunnen niet vatten wat Rodriguez hier op het scherm tovert,
de beelden kunnen enkel voor zichzelf spreken. Jammer voor mij, een
geluk voor u. Iedereen die van cinema houdt, van het gevoel dat je
soms krijgt wanneer er een oprecht vindingrijke, intelligente,
fantastisch opwindende prent langskomt, moet hiernaar gaan kijken.
Vandaag nog. Nu. Meteen.
http://www.sincitythemovie.com/