De Rwandese genocide kreeg striptekenaar Jeroen Janssen dan wel Afrika uit, het continent liet hem niet los. Zijn eigen ervaringen tekende hij van zich af in zijn debuut Muzungu/Sluipend Gif, na twee albums romantiek op tekst van Pieter van Oudheusden neemt hij die mee op sleeptouw doorheen een stukje Afrikaanse schelmenheroïek.
Bakamé is het door uitgeverij Oogachtend alweer prachtig uitgegeven resultaat: een Afrikaanse variant op het Reynaert-verhaal dat in zes hoofdstukken het verhaal brengt van de schalkse haas Bakamé die keer op keer zijn dorpsgenoten een neus zet. En van de vrouwen en het bier geniet dat eigenlijk anderen toebehoort.
In een klein Afrikaans dorpje huwt de burgemeester zijn knappe, maar niet zo zedige, dochter uit aan zijn rechterhand Mpyisi de Hyena. Voor die gelegenheid dient er natuurlijk bananenbier gebrouwen, en daar heeft Bakamé het op gegund. Jerrycan na jerrycan weet hij te ontvreemden. Wat de burgemeester ook probeert, de haas trekt aan het langste eind.
Ondanks het wat doordeweekse onderwerp weet het duo Janssen-van Oudheusden toch genoeg pit in het boekje te steken. De haas is bepaald spitsvondig, de andere dorpelingen kun je niet van al te veel hersens verdenken. De combinatie vonkt. Bakamé is een aangenaam verhaaltje dat wel eens doet gniffelen of hardop schaterlachen bij bepaalde scènes.
Met zijn exuberante tekenstijl neemt Janssen een erg eigenzinnige positie in het Vlaamse tekenaargild. Wars van alle internationale trends of tradities van eigen bodem, vaart hij zijn eigen grafische koers. Het levert hem een uniciteit op die enkel een troef kan zijn. Met dit album bewijst hij nogmaals dat strips in Vlaanderen meer kunnen zijn dan de kneuterige small press of een navolgen van Franse voorbeelden.