Wat doe je na een brutale moordaanslag te hebben overleefd? Je klautert overeind, revalideert maandenlang, omarmt het leven dat zich ineens zoveel brozer aan je openbaart. En als je Salman Rushdie heet, schrijf je er ook een boek over. Mes gaat over weinig anders dan over pijn, lijden, en liefde voor het leven. Kan daar een meeslepend boek uit voortkomen? Wel als een meesterverteller de pen voert.
Om het memorie even op te frissen: op 14 februari 1989 sprak ayatollah Khomeini een fatwa uit over Salman Rushdie. Concreet: iedere moslim wereldwijd werd opgeroepen om de auteur zowel als diens uitgever om het leven te brengen. Aan de oorsprong lagen diens The satanic verses (De duivelsverzen), een roman waarin Rushdie profeet Mohammed opvoerde als een mens van vlees en bloed, vatbaar voor aardse verlangens. Na een mislukte bomaanslag datzelfde jaar, dook Rushdie maar liefst tien jaar lang onder op Britse bodem.
Uiteindelijk verkoos Rushdie zelf om zijn ‘ballingschap’ op te geven en verkaste hij naar de Verenigde Staten, waar hij jarenlang in de openbaarheid leefde. Tot 12 augustus 2022, toen een nietsvermoedende schrijver in het idyllische Chautauqua een podium besteeg om amper een minuut later neer te zijgen, nadat hem maar liefst 15 messteken werden toegediend. De dader, waar Rushdie met bijtend sarcasme doorheen zijn boek mee afrekent, kon ternauwernood verhinderd worden de doodsteek toe te dienen, dankzij talloze omstaanders die de wannabee moordenaar overmeesterden.
Initieel zag het er niet goed uit voor Rushdie, die de eerste uren voor zijn leven vocht en enkele operaties moest ondergaan. Achteraf mag het een wonder heten dat hij ‘slechts’ een blijvend trauma aan een oog (waar hij levenslang blind zal blijven) en aan een hand zal overhouden. Sinds die bewuste dag in 2022 zijn evenwel ettelijke maanden verstreken, een periode waarin Rushdie de feiten opnieuw kon en moest oproepen, en tevens een episode waarin hij kon terugblikken op wat hem sinds de fatwa is overkomen. De resultante is Knife, ofwel Mes.
Hoe morbide ook de kapstok waaraan het boek is opgehangen, het bruist van vitaliteit en van dankbaarheid jegens iedereen die Rushdie heeft bijgestaan en tot op vandaag omringt. Het lijkt voor de hand liggend en misschien zelfs sentimenteel, maar Rushdie gaat integendeel erg natuurlijk met zijn misschien clichématige gevoelens van dankbaarheid om. Hij weet ze bovendien zo integer en met zoveel ongekunstelde brille op papier te zetten, dat ze de lezer onder de huid kruipen. Is het trouwens geen ongelofelijke krachttoer om, na zoiets meegemaakt te hebben, een positief boek te kunnen schrijven?
Zoals gezegd omvat Mes meer dan alleen maar de peis en vree van een overlevende. Wat Rushdie schrijft over zijn revalidatie, en de talloze pijnlijke of bangelijke onderzoeken die nog zouden volgen, is intrigerend, omdat het laat zien dat ook een prominent figuur in de mazen van het geneeskundig circuit verwordt tot een zoveelste casus. Rushdie’s geestige verteltrant maakt anekdotes evenwel sappig waar mogelijk en invoelbaar gruwelijk waar nodig. Alleen een schrijver die alle registers perfect beheerst, kan zo moeiteloos laveren tussen uitersten van het gevoelsmatige spectrum.
Wat Rushdie met Mes demonstreert, is zonder meer een masterclass in vertelkunst, want zonder veel narratief blijkt het boek een pageturner, en wel omdat de stijl van de schrijver de lezer vanuit een prettig-ironische insteek helemaal in diens dagdagelijkse realiteit zuigt. Daarenboven voert Rushdie ook nu weer een pleidooi voor verdraagzaamheid en vrije meningsuiting, op een bijzonder rationele en uitstekend beargumenteerde manier. In een fictieve dialoog met zijn dader, die hij van binnenuit probeert te begrijpen, zet hij zijn eigen moraal af tegenover dogmatische denkers waar ook ter wereld. Het levert, in het licht van wat zich tragisch heeft voltrokken, huiveringwekkende literatuur op.
Globaal is de teneur van Mes onversneden goedgeluimd. Rushdie maakt van zijn ellende een tegelijk bloedstollende en verrukkelijke excursie, die niet alleen vlot leest maar evengoed diep raakt. Ook wie niets met Rushdie heeft, kan dit boek niet zonder begeestering wegleggen. Laat ons dankbaar wezen dat deze unieke stem aan het firmament der internationale letteren niet door een zoveelste krankzinnige het zwijgen werd opgelegd…