Geen enkele sector is vrij van hypes. Waar geld omgaat, is immers marketing. Dat zelfs de literatuur niet ontsnapt aan een sporadische eendagsvlieg die slim in de markt is gezet, hoeft dus niemand te verbazen. Was het ooit anders? Verrassender is evenwel dat tv-persoonlijkheid Stephen Fry blijvende kassuccessen boekt met zijn hervertellingen van de Griekse mythes. Valt dat op ’s mans conto te schrijven, of zijn de mythes gewoonweg zo tijdloos dat ze het publiek blijven betoveren?
De vraag stellen, is haar beantwoorden. Hoewel. In haar originele gedaante zijn de Griekse mythes vandaag moeilijk leesbaar, en wel door de manier waarop ze te boek zijn gesteld. Het specifieke metrum van de in dichtvorm geschreven vertellingen zijn niet bepaald aantrekkelijk voor een hedendaags publiek, dat in de meeste gevallen nauwelijks voeling heeft met de cadans van versvoeten, laat staan met de vormelijke principes van overgeleverde dichtepen. Verdienstelijk is dan ook dat Fry van meet af aan besliste om dat archaïsche idioom helemaal overboord te kieperen. Zijn hervertelling zou hedendaags zijn, of helemaal niet zijn.
Reeds in het eerste van wat inmiddels vier delen geworden zijn – Mythos, Helden, Troje en nu dus Odyssee – vindt Fry een trefzekere vertelstem, die dicht bij de mondelinge overlevering staat, zich niet bedient van literaire kunstgrepen, en de oorspronkelijke verhalen toch alle eer aandoet. Met moderniseringen kan het uiteraard alle kanten op, maar Fry trapt niet in de valkuil het straatjargon van de 21ste eeuw per se te willen benutten. Hij kiest vooral voor een narratieve vlotheid die de kracht van de verhalen door de tijden heen laat resoneren, te boek gesteld op een wijze die past bij het hier en nu.
Missie geslaagd? Toch wel. Is dat een grote verdienste? Daarover valt te redetwisten. Vraag is met name of diegene die de mythes hertaalt, niet meer moet doen dan het origineel in hedendaagse woorden overdoen. Fry heeft zich daartoe verbonden, en hij klaart de klus met verve – op de uitvoering van zijn keuze valt met andere woorden niet af te dingen. Alleen is Odyssee, voor wie al enigszins vertrouwd is met de originele vertelling, een weinig opzienbarend boek geworden. Mag het kortom niet wat avontuurlijker? Of, nog beter: moet het in geval van de immer creatieve, weerbarstige en volhardende Odysseus, niet principieel creatiever?
Een gans ander boek met een gans andere insteek, en toch: ook Daniel Mendelsohn greep een aantal jaar geleden terug naar Homeros’ origineel, om er in de hoedanigheid van literatuurwetenschapper en docent evenwel iets heel uniek mee te verwezenlijken, namelijk een persoonlijk relaas waarin autobiografie, historisch onderzoek en literatuur als dusdanig elkaar naadloos vonden. Wat je noemt: op een meer gedurfde manier omgaan met de klassieken. Diens Een Odyssee is en blijft een onvergetelijk boek, een spreekwoordelijke odyssee waarin literatuur nieuwe werelden ontsluit, zowel voor de auteur als voor de lezer.
Weliswaar hoeft Fry niet verweten te worden wat hij niet heeft betracht. Toch blijft zijn wel erg filmische taal weinig aan de ribben kleven. Homeros’ van grandioze metaforen bolstaande woordenvloed indachtig, stelt zich wederom een prangende vraag. Had de auteur niet moeten denken en schrijven in de richting van Imme Dros, die in de jaren ’90 van de vorige eeuw net als Fry stevig de schaar zette in de talige bombarie van de overgeleverde geschriften, maar wel een erg dichterlijk aandoend epos over hield aan het einde van haar adaptatie? Want hoe vlot deze Odyssee ook kabbelt, de teneur is eerder prozaïsch dan poëtisch. Bijgevolg valt moeilijk te ontsnappen aan de conclusie dat Fry met zijn verdienstelijke poging om de oude Grieken te bewaren voor de 21ste eeuw toch aardig wat van hun luister teloor heeft laten gaan.
Odyssee is uitstekend leesvoer voor wie een laagdrempelige introductie wenst tot Odysseus’ even legendarische als vindingrijke excessen. Wie, met enige kennis van de traditie, enigerlei verdieping hoopt aan te treffen, zal evenwel van een kale reis terugkeren. Nogmaals de vraag: missie geslaagd? Dat hangt van het perspectief van de lezer af. Men kan het niettemin eens zijn over Fry’s vaardigheden als verteller. Maar op een literaire pedestal hoort de man niet thuis. Wat de verkoopcijfers van zijn vierluik ook mogen doen vermoeden…