De nieuwe single van Clarissa Connelly, “Give It Back”, vat perfect samen waarom u deze Scandinavisch-Keltische prinses moet opslaan in het permanent geheugen. Het klinkt fris, weids en we zijn zelfs een beetje bang van haar. U snapt het niet? Prachtig, wij evenmin.
Ook de meer doorgewinterde hobbysterrenkundige laat zijn oog soms eens vallen op die ene ster die al even aan het fonkelen was in zijn telescooplens. Hij zoomt in, raakt in de ban van diens schoonheid en is verslingerd. Zo ongeveer moet u zich onze afgelopen zondagmiddag voorstellen, toen wij op de nieuwe van deze Schots-Deense singer-songwriter botsten.
Veel samengestelde woorden in die vorige zin, we weten het, maar de dame is dan ook een beetje van alles. Geboren in Schotland en op jonge leeftijd verhuisd naar Denemarken, probeert ze de Keltische muziek te rijmen met hedendaagse folk en klassiek. Etherische soundscapes als van Brian Eno of Sigur Ros – even wat andere Scandinaviërs erbij lappen – spinnen een intrigerend web doorheen haar oeuvre. Een web waarop Connelly’s acrobatische stem op en neer deint, soms engelachtig als Joanna Newsom, dan weer krachtig en diep als Sinead O’Connor tot zelfs androgyn en rauw als Karin Dreijer Andersson.
Op “Give It Back” ontwikkelt ze zich verder in dit verhaal. De strofes vertonen voorzichtige balletsprongen van haar stem op vioolsnaren, spannend en hypnotiserend. Joni Mitchell in een uitzonderlijk stoutmoedige bui, zeg maar. Hierboven klinkt de piano als een dreigende donderwolk, klaar om ons te geselen met een waterbom van Bijbelse proporties. Daar is echter niets van aan: plots warmt een oorvriendelijk refreintje ons met een doorsijpelende zonnestraal en alles is weer goed. Dreigend, onvoorspelbaar en mooi als de natuur kan zijn.
Was u even helemaal ergens anders toen u het voorgaande las? Wacht tot u “Bring It Back” enkele luisterbeurten gunt. Een meer klimaatvriendelijke versie van een fjordcruise zal u niet vinden.