Jonas Eika :: Na de zon

Jonas Eika is een rijzende ster aan het Deense auteursfirmament. Zijn kortverhalenbundel "Na de zon" is pas zijn tweede gepubliceerde werk, maar laat een auteur vermoeden die nog veel in zijn mars heeft.

De Deense auteur Jonas Eika (1991) debuteerde in 2015 met Lageret Huset Marie, waarvoor hij bekroond werd met de Bodil & Jørgen Munch-Christensen prijs. In 2018 volgde hij die roman op met de kortverhalenbundel Efter Solen. Daarmee won Eika niet alleen Montana’s Literatuurprijs, maar ook de Michael Sturge prijs en Blixenprijs. In 2019 kreeg de bundel ook de prestigieuze Noorse Raad Literatuurprijs toegekend. Geen wonder dus dat het zijn weg vond naar verschillende vertalingen, waaronder het Nederlands.

Dat de eigenzinnige uitgeverij Koppernik het publicatierecht verwierf voor het Nederlandstalige gebied mag al een hint zijn naar het type auteur dat Eika is. Waar hij binnen andere uitgeverijen een buitenbeentje zou zijn, lijkt hij hier volop op zijn plek. In de vijf verhalen toont hij zich immers een schrijver voor wie de realiteit zich vaak net buiten de bestaande randen bevindt, waardoor op zich surreële of vreemde gebeurtenissen door geen van de personages als absurd of vreemd beschouwd worden. Dit komt het meest uitgesproken tot uiting in de twee verhalen die inhoudelijk met elkaar verbonden zijn en dezelfde titel dragen: “Bad Mexican Dog”

De beide verhalen zijn opgebouwd als een vervolg op elkaar en zetten een naamloze ‘beach boy’ centraal wiens taak het is om de zonnebadende toeristen in een strandoord in Cancun van de nodige gemakken te voorzien (drankjes, zonnebrand, …) in ruil voor fooien. Hoewel elke strandjongen zijn stoelen toegewezen heeft, streven ze er allemaal naar om de persoonlijke strandjongen van een strandgast te worden omdat dit meer geld opbrengt. Er is een truc om gasten ervan te overtuigen een persoonlijke strandjongen aan te werven en ook het naamloze hoofdpersonage leert dit. In opdracht van zijn baas overtuigt hij een jong koppel om te figureren in een video, officieel omdat hij filmstudent is, maar de film ontaardt snel in een vreemd BDSM-tafereel.

Het eerste deel blijft relatief realistisch – op enkele overpeinzingen van de verteller na die evengoed aan zijn verbeelding kunnen ontsproten zijn, behalve dan een vreemd, seksueel getint ritueel waarbij de beach boys een van hen, Ginger, opnieuw tot leven brengen nadat een jaloerse badgast hem heeft doodgeslagen. In het tweede deel wordt de draad van het filmpje opgepikt en blijkt het om een oplichting te draaien; tezelfdertijd wordt het surreële leven van de jongens verder uitgediept met, opnieuw, seksuele handelingen gekoppeld aan vreemde beelden en transformaties. Het tweeluik is een vreemde, maar intrigerende schets die vanuit een simpel gegeven een heel eigen wereld weet op te roepen.

Ook “Rory, Aurora en ik” kiest voor personages die aan de onderkant van de samenleving wonen. De opnieuw naamloze verteller heeft zich in het leven van Rory en Aurora weten binnen te dringen en deelt met hen hun schamelijke woonst. Rory is werkloos, terwijl Aurora elke dag, vaak samen met de verteller, de trein neemt naar een kerk waar ze de drugs verkoopt die ze eerder op de trein gekocht heeft. Het is een vreemde, dystopische maatschappij waarin ze leven waarbij veel van de kerkgangers zowel verslaafd zijn als werken en wonen in een nabijgelegen fabriek of instelling. Terwijl Aurora geld binnen brengt, wijdt Rory zich aan het huishouden en nodigt hij steeds meer daklozen thuis uit tot die bom barst en iedereen inclusief de verteller het huis uitgejaagd wordt. Het is dan dat de lezer een beter beeld krijgt van de instelling/fabriek en het verhaal een nieuwe wending krijgt.

Net als in ‘Bad Mexican Dog” weet Eika hier met minimale middelen zijn personages en hun wereld van bestaan tot leven te roepen. Hoewel er van een echte diepgang geen sprake is, weet hij genoeg informatie te geven zodat het geheel voor de lezer geloofwaardig blijft ondanks de absurde elementen. Dit komt misschien nog wel het best tot uiting in het eerste verhaal, Alvin, waar de nogmaals naamloze verteller in Kopenhagen landt om bij een bank een nieuw besturingssysteem te installeren. Daar aangekomen ontdekt hij dat de bank om een niet-verklaarde reden ingestort is en besluit hij in een nabijgelegen café zijn volgende stappen te bedenken. In dat café maakt hij kennis met de jonge derivatenhandelaar Alvin die hem niet alleen een slaapplek aanbiedt en daarna op sleeptouw neemt door Europa terwijl hij hem inwijdt in zijn handel.

Het surreële en bevreemdende zit nog meer dan de andere verhalen verborgen in de hoeken en kanten (behoudens het einde), maar Eika weet ook hier dat gevoel op te roepen en vast te houden. Het is zonder twijfel het meest beklijvende en sterkste verhaal van de bundel. Enkel met “Rachel, Nevada” is er een valse noot te horen. Dat draait om een ouder koppel dat na de dood van hun dochters verhuisd is naar het gehucht Rachel, Nevada. Ufologen maken hier het mooie weer, al is het net de meer afstandelijke Antonio die contact maakt met ‘het baken’, een onbestemd voorwerp van buitenaardse origine. Zijn vrouw, Fay, is op dat moment naar een concert van Karen Rutho, een folkartieste die een aantal platen opnam met lokale mijnwerkersvrouwen en decennia later (her)ontdekt is.

Niet alleen voegt de introductie van Rutho nauwelijks iets toe aan het verhaal en leest het als een mix van een aantal bestaande artiesten uit de marge, bovendien leest het als een onnodige coda in een verhaal dat sowieso geen houvast of specifiek doel heeft. Eika toont weliswaar nog steeds aan dat hij een begenadigd schrijver is die weet hoe beelden op te roepen, maar verder blijft de vorm in die mate overheersen dat er nauwelijks van enige substantie sprake is. Het is vreemd om dit verhaal mee op te nemen in de bundel, behoudens dan dat zelfs met dit erbij nog steeds een dun boekje is. Toch was het verstandiger geweest om het bij de vier andere te houden, want door het beperkt aantal verhalen weegt net dit zwaarder dan nodig is door op de eindbeoordeling.

Na de zon is geen perfecte, maar wel een intrigerende inkijk in werelden die aan de rafelranden verschillen van de onze en hoe haar bewoners, uit verschillende lagen van de bevolking, er in trachten te overleven en hun plek te vinden. Het is een eerste en uitstekende introductie tot wat wel eens een veelbelovende schrijver kan zijn. Met slechts twee werken, waarvan maar één vertaald, blijft het koffiedik kijken, maar vooralsnog lijkt het er naar dat Eika’s volgende werk met recht en rede ook internationaal snel zal worden opgepikt.

7.5
Koppernik
Aphinya Jatuparisa

recent

Lara Taveirne :: Wolf

Sommige boeken wil je niet schrijven, maar dringen zich...

Father John Misty :: Mahashmashana

De nieuwe plaat van Father John Misty is een...

De mannen broeders :: Sober maal

AmenRa-frontman Colin Van Eeckhout is niet vies van een...

Eigen huis. Het geheugen van een museum :: Museum Dr. Guislain Gent

De 19de-eeuwse architectuur van het psychiatrisch verzorgingstehuis Dr. Guislain...

aanraders

Lara Taveirne :: Wolf

Sommige boeken wil je niet schrijven, maar dringen zich...

Robert Musil :: De verwarring van een jonge Törless

De Oostenrijkse schrijver Robert (von) Musil (1880-1942), is vooral...

Yves Bossart :: Een kleine filosofie van de humor

Filosofen worden beschouwd als ernstige mensen die nadenken over...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in