Samsara is het boeddhistische concept voor de eindeloze cyclus van leven. Sterven en wedergeboorte vormen dan ook het centrale gegeven in deze meditatieve Spaanse productie die begint in Laos, vertoeft in het hiernamaals en eindigt aan de kusten van het Afrikaanse Zanzibar. Na opgemerkte doortochten in Berlijn, op het Film Fest Gent 2023 en aan de andere kant van de oceaan op het Wisconsin Film Festival, komt deze originele, maar zeker niet hƩlemaal geslaagde prent nu ook in de reguliere Belgische bioscopen.
We volgen eerst een traag uitgesponnen reeks digitale beelden die de schoonheid van het landschap verhevigen, terwijl we getuige zijn van de stervensbegeleiding die een jonge boeddhistische monnik geeft aan een oude dame die afgelegen op het platteland woont. Dit trage en contemplatieve deel wordt opgebouwd naar het punt waarop de spirituele zorggever uiteindelijk de ziel van de overledene zal moeten begeleiden via een ritueel dat ābardoā genoemd wordt. Al die dingen worden nauwelijks expliciet aan de toeschouwer uitgelegd, maar via de parallelle inwijding die de jonge monnik doormaakt, krijgen we wel een zeker inzicht in de ideeĆ«n die ten grondslag liggen aan dit alles.
Het meest spraakmakende moment in Samsara is wanneer we uiteindelijk de overledene zien gereĆÆncarneerd worden aan de andere kant van de wereld en een cruciaal stuk van de film gespendeerd wordt aan het tonen van dat reĆÆncarnatieproces. Die lange scĆØne is ontegensprekelijk het meest ambitieuze gedeelte van de prent die de overgang van het ene leven naar het andere moet verbeelden en dat paradoxaal genoeg doet door aan de hand van een tekst de kijker te vragen de ogen te sluiten om vervolgens toch nog subliminale beeldenreeksen te blijven tonen. Dat is op zijn minst een intrigerende benadering, maar het moet ook gezegd dat het een concept is dat precies de visuele kern van wat filmtaal is, een beetje aan de kant schuift. In wezen is deze sequens een minimalistische versie van de beroemde scĆØne āJupiter and Beyond the Infiniteā uit Stanley Kubricks 2001, A Space Odyssey, met eenzelfde benadering van licht en kleur en zelfs een duidelijk gelijkaardige spirituele dimensie, maar dan met dat verschil dat Kubrick helemaal inzette op de kracht van het beeld, terwijl Samsara dat aspect net wil minimaliseren. Dat werkt eerlijk gezegd toch niet helemaal, en hoewel hier een verdienstelijke poging ondernomen wordt om een ritueel in film te vatten, is de scĆØne in kwestie even intrigerend als frustrerend.
Het gevolg is dat er van Samsara echt wel een zekere bezwerende kracht uitgaat, maar dat de film ook al te veel het gevoel geeft te blijven steken in een enkel ambitieus concept dat nooit echt volledig tot bloei komt.