Tientallen jaren wachten op een plaat hoeft niet altijd te resulteren in desastreuze fiasco’s van het kaliber Chinese Democracy. Portishead-zangeres Beth Gibbons laat met Lives Outgrown een tweede plaat in dik twintig jaar op ons los, en bewijst daarmee duidelijk dat ze zoveel meer is dan de frontvrouw van die triphopformatie. De nummers ontspringen natuurlijk vanuit haar leven, zijn diepe wondes die schilderachtige maar kille taferelen oproepen. Trek die jas uit en ril met ons mee.
In deze tijden van verkiezingen is het haast een verademing om mensen te horen spreken die daar effectief om gevraagd werden. In het geval van Beth Gibbons moesten we bijna sméken, gezien de laatste wapenfeiten zowel solo als met Portishead reeds uit het eerste decennium van deze eeuw stammen. Toch vond Gibbons het tijd opnieuw van zich te laten horen. Het leven werd geleefd in de tussentijd en liet zijn sporen na. Het resultaat, Lives Outgrown, is een kroniek van die vele jaren in stilte gehuld. Een kroniek van achterlaten. Van vrienden die niet meer zijn, vervlogen jeugdigheid, en ander moois dat de tand des tijds niet bleek te doorstaan.
Voor zij die erop zitten te wachten, zullen we al meteen duidelijkheid scheppen: neen, dit is geen vermomde Portishead-spin off. Gibbons staat vrijwel los van tijd en ruimte, zo lijkt het wel. Ja, natuurlijk is er die zo herkenbare, hulpeloze, wat wanhopige stem van haar. Maar verder heeft ze toch vooral de folkgitaar ter hand genomen en verder haar emoties laten spreken. Lives Outgrown valt dus onmogelijk in een hokje te duwen. Veel succes alvast aan de platenzaken om een nieuwe bak met als categorie ‘gewoon Beth Gibbons’ te maken.
Toch even een geruststelling: de nummers volgen niet meteen de conventies van de popmuziek, maar behapbaar zijn ze zeker wel. De zangeres gidst ons door de diepste krochten van haar ziel en laat ons daar vervolgens achter. Tien mijmeringen, tien momenten. We voelen ons niet thuis en vrolijk is het er allerminst, maar de plaatsen zijn wonderlijk genoeg om er vol nieuwsgierigheid te vertoeven.
De basis is vaak folky gitaargetokkel, zoals dat de plaat opent op Nick Drake-achtige manier in “Tell Me Who You Are Today”. De nummers zijn zuinig aangekleed, nergens wordt het bombastisch. Net genoeg spanning wordt opgebouwd, een emotie geraakt net ver genoeg onder de huid, met arrangementen die soms doen denken aan Talk Talk — daar zit vermoedelijk de samenwerking met bandleden Rustin Man en Lee Harris voor iets tussen. De meer dystopische nummers neigen dan weer meer naar het werk van Thom Yorke of Johnny Greenwood. Het kan zo onder de beelden van een klassevolle horrorfilm.
Om tot dit resultaat te komen, wordt een aanzienlijk arsenaal aan instrumenten en geluiden aangesproken — producer James Ford heeft duidelijk zijn huiswerk gedaan. Strijkers, piano, hout- en koperblazers, een achtergrond van Gibbons’ eigen stem in overdub en soms zelfs kinderkoortjes creëren een etherische sfeer. Zeker de percussie neemt een speciale rol in op dit album. Zie bijvoorbeeld “Burden Of Life” met het geroffel als gegrom van wilde dieren, verstopt in het struikgewas. Het radiovriendelijke “Lost Changes” wordt dan weer opgeschrikt door een ijzige cimbalenecho. “For Sale” is een soort paganistische dans waarbij de houten percussie blootsvoets in het zand stampt.
De tien nummers vertonen een zekere coherentie, maar waaieren toch breed uit qua inkleding. Single “Floating On A Moment” volgt een gortdroge gitaarlijn en wordt naar het einde toe bijna filmisch met een koortje en strijkers en dat kan ook gezegd worden van de outro in “Lost Changes”. Ook “Reaching Out” past daarbij, het enige nummer waarin we toch wat Portishead menen te herkennen. Arabische en flamenco-invloeden kleuren dan weer “Rewind” en “Beyond The Sun”, en in “Oceans” trekt een draaikolk ons genadeloos de dieperik in. Minder kil is de intieme afsluiter “Whispering Love”, die klinkt alsof we na negen tracks paniekerig door het donkere woud te hebben gedwaald, eindelijk een vredige open plek gevonden hebben waar we ons in het koude gras vleien om de zon te zien opkomen.
Gibbons brengt ons op voortreffelijke wijze in betovering. We zijn samen met haar bang, boos, wanhopig en gerustgesteld geweest, we zijn op plaatsen geweest die met geen woorden of beelden te beschrijven vallen. Lives Outgrown is een oefening in loslaten en naar binnen kijken, in plaats van naar de anderen.