Alles komt terug, vooral wat je niet verwacht. Oorlog. Theo Francken. Gelul over dienstplicht. Ja, zelfs Timesbold zag na vijftien jaar afwezigheid reden voor een nieuw rondje. In Trix speelde de americanaband voor een stelletje getrouwen en die kregen waarvoor ze kwamen.
Het was vijftien jaar geleden dat Timesbold nog eens een plaat uitbracht toen vorig jaar –Not Still Here uitkwam, en zo weinig hedendaags voelde die. Toch is dit comebackoptreden voor een select publiek ‘belangrijk’. Dit is niet alleen een reünie van deze band maar van een gemeenschap. Je merkt vanavond hoe het oude Duysterpubliek van weleer – noem het: de hoogdagen van het radioprogramma – elkaar opnieuw tegen het lijf loopt; oude bekenden die een leven verder zijn, eindelijk even kunnen bijpraten. Dit is: iets van vroeger. Kan het ook van nu zijn?
Waarschijnlijk niet. Maar maakt dat uit, als na een onnodig lange contrabasintro, de band op het podium komt en Jason Merritt zijn eerste woorden zingt? Mwah. Het is thuiskomen, die ietwat hoge stem, die gemoedelijk trippelende countryfeel. Het is dat ook wat het verschil maakt met de rest. Weg van de rijke arrangementen van platen als Eye Eye of Ill Seen, Ill Sung, klinkt Timesbold als de gemiddelde americanaband. Tot die strot dus open gaat en iets als “Banish The Moon” wordt opgetild uit het mêlee.
Dan hoor je hoe het daar in dit genre altijd om gaat. Hoe goed de band ook is – alle lof voor gitarist Tony San Marco – dit gaat om de stem. En dat is oké; Phosphorescent zou zijn status ook niet bereikt hebben zonder de klaaglijke zang van Matthew Houck, Will Oldham is alleen maar Bonny ‘Prince’ Billy omdat niemand anders klinkt als hij. Je hoort het wanneer Merritt in “From Miles Below” zingt “bring me love in an hourglass / and pass the time with me”; aan die countrysnik, je voelt het in oudje “Some Awful Men” van op Timesbold.
Er wordt wel vaker teruggegrepen naar dat titelloze debuut uit 2003. Ook “Word” volgt nog. Meer dan een promotie van het nogal ontgoochelende Not Still Here, geeft de groep hier immers een brede greep uit twintig jaar carrière. En daar hoort voor alle duidelijkheid ook de solocarrière van Merritt onder de naam Whip bij. “Whicked Wheels”, uit die periode, is met zijn pittige drums vanavond zelfs een hoogtepunt.
Van op die nieuwe plaat wordt nog “What A Fool Am I” bovengehaald, dat drijft op een prettige countryhobbel. Toch blijken het de oude nummers die beter overeind blijven. Wanneer de groep met “Wings On A Girl” een oude klepper bovenhaalt, hoor je hoe dit melodisch zoveel sterker was dan wat de groep vorig jaar leverde. En dan weet je dat dit altijd zal beklijven.
“What’s fifteen years?” haalt Merritt de schouders ergens op. Toch veel. In anderhalf decennium kan een leven een nieuwe draai krijgen, kan jeugd overgaan in volwassenheid. Wat blijft, werd vanavond aangetoond: onverslijtbare muziek gaat ook in zo’n puberbestaan niet kapot.