Daan Esch :: Vuist – Een eigentijds Faust-verhaal

Met 'Vuist' levert Daan Esch een verregaande modernisering af van het 'Faust'-verhaal

Slechts weinig titels kunnen met het Faust-narratief concurreren als het gaat om aantal adaptaties. Ondanks Goethes tweedelige meesterwerk lieten weinigen zich afschrikken om zich met dit 18e-eeuwse genie te meten. Zo ook Daan Esch, die na zijn debuut Stem alweer een dichterlijke toon vond, en het aloude verhaal over de prijs van geluk verregaand moderniseert.

Niet toevallig duikt het woord ‘eigentijds’ op in de ondertitel van Vuist. Dat is meteen ook de familienaam van een vrouwelijk personage. Esch voert dus een feminiene Faust op, wat de verhoudingen uit Goethes origineel grondig door elkaar schudt. Ook Mephistopheles krijgt onder de naam Lucy Faire een vrouwelijk gedaante aangemeten. Margarete of Gretchen buigt Esch dan weer om tot Gert of Gertje, en ga zo maar door: de auteur kent zijn Faust goed en blijft ondanks de herwerking behoorlijk dicht bij het origineel.

Door deze tragedie in de huidige tijd te situeren, moet Esch zich weliswaar uitspreken over de gedaante waarin het kwaad zich manifesteert. Concreet wordt lady Faire de spreekbuis voor een aan ongebreideld kapitalisme onderhevig chemiebedrijf dat het niet bepaald nauw neemt met milieunormen die buurtbewoners moeten beschermen. Io Faust, zoals de protagoniste heet, verkoopt als woordvoerster van datzelfde bedrijf echter haar ziel aan de duivelse Lucy door almaar meer morele grenzen over te steken en uiteindelijk elk fatsoen overboord te gooien. Esch laat dit proces in zijn roman zien als een langzaam hellend vlak, waarbij de lezer sympathie kan voelen voor het karakter. Zij laat zich systematisch overreden door de diabolische logica en logos van haar overste, die altijd een schijnbaar steekhoudend argument kan aanvoeren om de ethische transgressie toch maar weer te laten doorgaan. Dat discours mag dan duidelijk zijn voor de lezer, Esch bouwt het narratief zodanig uit dat men almaar meer belangstelling krijgt voor de afwikkeling.

Aan het slot ziet de schrijver zich helaas genoodzaakt aardig wat kunstgrepen boven te halen. Misschien is dit principieel afgekeken van Faust II, waarin Goethe alle ongeschreven wetten van de klassieke theatercultus aan zijn laars lapt met serieuze sprongen in tijd en ruimte? Alles leek gepermitteerd in de taalorgie van zijn magnum opus, waarmee Goethe als het ware de grondslag voor een meer gedurfde en abstracte toneelkunst leek te leggen – althans zo kan het slotdeel van zijn diptiek tegenwoordig gelezen worden. In geval van Esch’ roman is de finale evenzeer een quasi grotesk orgelpunt, waarin de auteur alle losse eindjes probeert te verknopen.

Door dicht bij het origineel te blijven, moet Esch uiteraard iets doen met Gretchens baby, maar op den duur begint al die Spielerei bij het haar gesleurd aan te voelen, te meer omdat de auteur tegelijk alle talige registers tot het uiterste oprekt. In het verlengde van Lanoyes onvolprezen OustFaust spuwt de vrouwelijke Mephisto haar gal in agressief Engelse slang, waarbij haar totale gebrek aan esthetisch en sociaal raffinement moet passen binnen een afbeelding van de amorele bedrijfscultuur bij multinationals. Dergelijke concepten hebben weliswaar een reële grondslag, maar de afbakening in termen van goed en kwaad doet haast middeleeuws aan. Vraag is dan: wat heeft de lezer daar in feite aan?

Verder kent Vuist twee belangrijke euvels. Het eerste is de ostentatieve seksualisering van zowat alle personages, van een in zijn zakdoek klaarkomende puberjongen tot een frigide dame van middelbare leeftijd met ineens vochtige venusheuvel tot Lucy Faire in een pornografische escapade waarbij een dildo het penetrante #metoo-gehalte moet onderstrepen. Zijn dit de geile spinsels van een mannelijk auteur die meent dat deze geërotiseerde voorstellingen van het verlangen iets toevoegen aan de roman als geheel? Tot slot, en dat is meteen het meest frappante probleem, is Esch’ taal zodanig barok dat er bijwijlen nauwelijks doorkomen aan is. Schier oneindig zijn de metaforen, vergelijkingen en landschappelijke meditaties – sterk poëtisch geladen en op zichzelf getuigend van groot vakmanschap, maar opgeteld in de context van een boek te excessief.

Esch ondergraaft het romaneske kabbelen van zijn boek – want verdomd, vertellen kan hij! – door te regelmatig het ritme een artificiële halt toe te roepen met dichterlijke uitweidingen die het tempo eerder lam leggen dan het te ondersteunen. ‘An der Beschränkung sterben zuerst die Geister’, zo hanteert Esch een geparodieerd Goethe-citaat als motto. Dat is helaas aan het resultaat af te lezen: het gebrek aan Beschränkung maakt Vuist ronduit lastig om lezen.

5.5

recent

Mr. & Mrs. Smith – Seizoen 1

Donald Glover komt soms een beetje over als een...

Constant Permeke in tegenlicht :: Permekemuseum, Jabbeke

In 2020 sloot het Permekemuseum voor een grondige renovatie...

Zap Mama

25 april 2024De Roma, Borgerhout

Teddy Swims

25 april 2024Trix, Antwerpen

English Teacher :: This Could Be Texas

Muziek die in de rondte stuitert als een lading...

aanraders

Ilja Leonard Pfeijffer :: Alkibiades

Bekroond, gelauwerd, alom gelezen en geprezen: zonder overdrijven mogen...

Tommy Wieringa :: Nirwana

Joe Speedboot, Caesarion, Dit zijn de namen en De...

Ton Lemaire :: Bomen en bossen – Bondgenoten voor een leefbare aarde

Wat doe je als je de tachtig voorbij bent,...

Adania Shibli :: Een klein detail

Deining op de Frankfurter Buchmesse afgelopen editie. Kort voor...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in