enola’s piekende peak TV – deel 5: 5 – 1

25 jaar geleden is het deze week dat de eerste aflevering van The Sopranos op televisie kwam. Het zou het begin zijn van wat gaandeweg ‘The Golden Age Of Television’ zou worden genoemd; het moment waarop televisiemakers uit het knellende carcan van de clichés en de voorspelbaarheid braken, en de grenzen van het medium gingen verkennen. Naar aanleiding van die kwarteeuw peak tv ging enola op zoek naar de 25 beste series van dat tijdperk. 

5            Six Feet Under (VS|2001-2005|HBO) 

Alan Ball | met Peter Krause, Michael C. Hall, Frances Conroy, Lauren Ambrose, Freddy Rodriguez, Mathew St. Patrick, Rachel Griffiths.

Elk heeft zo zijn peak tv-openbaring gehad, en voor mij was dat Six Feet Under. Ik heb het over dat “holy shit, dit gaat over échte mensen”-gevoel dat nog het best weergeeft wat we bedoelen met die ‘Golden Age Of Television’. Voor het eerst zag je personages op het scherm die je kon geloven, die niet gewoon ‘goed’ of ‘slecht’ waren, maar net als onszelf sukkelaars die ook maar wat proberen. En in die eerste fase, begin jaren 2000, was er daarvan geen beter voorbeeld dan de familie Fisher, wanneer die opnieuw rechtkrabbelt na de dood van stamvader Nathaniel.

Het is het moment waarop verloren oudste zoon Nate wel moet terugkeren, om samen met middelste broer David de zaak over te nemen. Onder hen dartelt tienerzusje Claire door het leven, worstelend met haar eigen besognes. En dan is er nog moeder Ruth, die zichzelf plots de rol van weduwe moet aanleren. Allemaal proberen ze gewoon maar wat, doen ze hun best om zich staande te houden in de maalstroom die Het Leven is.

In Six Feet Under hebben homokoppels ruzie. Hebben relaties een ‘dry spell’, en ligt dat moeilijk. Is ontrouw triest, niet glamoureus. Werd een aanvankelijk halfzacht bedacht lief een complex, lastig personage. Want niemand is simpel; en niemand verdient het om als slechterik aan het kruis te worden genageld. En zoals altijd vindt niemand echt de juiste woorden om te vertellen wat hij voelt, blijft alles hangen in dat eeuwige ‘conversation intercom’ waardoor we elkaar nooit echt begrijpen.

Geen thema ging creator Allan Ball (American Beauty, True Blood) uit de weg. Van kinderloosheid tot homoseksualiteit, van seksverslaving tot druggebruik. En misschien moet daarvoor een bloemetje naar die HBO-CEO die hem maar één briefje toeschoof: ‘Can you make it more fucked up?’ Ball begreep de hint en ging loos.

En natuurlijk was er dus altijd de sterfelijkheid. Het ging om het leven, maar ook om hoe we met die antithese ervan omgingen. Elke aflevering begon met een overlijden, soms op de bizarst of stomst mogelijke manieren. Meer dan de toon zetten, was dat niet; het was het reilen en zeilen van Fishers boven en naast het lijk waar het vervolgens om draait, maar toch. Terwijl in de kelder van de zaak dat lichaam lag te wachten op verzorging – moet dringend gewassen geworden, weer dichtgenaaid, opgebaard – zien we hoe de vijf protagonisten worstelen met het leven en alles wat daarbij komt kijken.

En dus eindigt het zoals het leven: bij de dood. In een finale waarin het onvermijdelijke gewoon mag gebeuren, worden we net als iedereen verplicht afscheid te nemen. Onherroepelijk: van elk personage krijgen we het latere einde te zien. Het is een einde dat nog altijd geboekstaafd staat bij de Beste Serie-eindes Ooit. En terecht. (mvs)

4            The Office (UK|2001-2003|BBC) 

Van Ricky Gervais & Stephen Merchant | met Ricky Gervais, Martin Freeman, Mackenzie Crook, Lucy Davis, Ewen MacIntosh.

Amper twee seizoenen en een kerstspecial, meer materiaal hadden Ricky Gervais en diens trouwe kompaan Stephen Merchant niet nodig om van The Office een van de populairste en meest geliefde reeksen sinds de eeuwwisseling te maken. Het succes gaf zowel voor de makers als voor een groot deel van de cast dan ook een flinke boost aan hun carrière. Gervais werd dankzij zijn typerende, scherpzinnige humor al snel een publiekslieveling in de wereld van stand-upcomedy en kreeg als vijfvoudig presentator van de Golden Globes ook meteen in Hollywood de nodige aandacht – niet in het minst omdat hij en Merchant de rechten verleenden voor een Amerikaanse remake van hun mockumentary (die overigens niet moet onderdoen voor het origineel en maar liefst zeven seizoenen langer duurde). Acteurs Martin Freeman (The Hobbit-trilogie), Mackenzie Crook (de eerste Pirates Of The Caribbean-trilogie) en Ralph Ineson (The Green Knight, The VVitch) hebben intussen ook meerdere succesvolle Hollywood-films op hun cv staan, waardoor je bijna zou vergeten waar het voor hen allemaal begon.

Daarvoor moeten we dus helemaal terug naar 2001. Met een charmerende fly-on-the-wall aanpak – Gervais en Merchant trokken die later ook nog fijntjes door naar Extra’s en Life’s Too Short – die vaak gekopieerd werd met een minder resultaat (denk aan Parks And Recreation of Modern Family), werd de kijker hier geconfronteerd met de geestdodende leegheid van een grijze kantoorjob – compleet met al de herkenbare karakters die zo’n microkosmos rijk kan zijn: de slijmbal die dringend hogerop wil, de onnozele vertegenwoordiger die zijn eigen seksistische grappen geniaal vindt, de ietwat intelligentere bediende die de saaiheid van zijn job countert met practical jokes en natuurlijk het wereldvreemde hoofd van de afdeling die zich compleet belachelijk maakt in zijn vermoeiende pogingen om iedereens beste vriend en favoriete manager te zijn.

Deze laatste rol was uiteraard weggelegd voor Gervais zelf en zijn David Brent is iemand die er zo graag bij hoort en dermate hengelt naar zelfbevestiging dat alles wat hij onderneemt om dat te bereiken tegelijk hilarisch politiek incorrect en medelijden wekkend is. Een goed voorbeeld, om er maar één te moeten kiezen, is de scène waarin hij uit het niets opduikt achter een medewerker met Afrikaanse roots om op te biechten dat zijn favoriete acteur “Mr Sidney Poitier” is. De pijnlijke stilte en de plaatsvervangende schaamte die daarop volgen, zijn tekenend voor de situationele humor uit The Office.  Daar waar sitcoms als Friends of Seinfeld het overdreven geschater van een live-publiek of een lachband nodig hebben om te verhullen dat het eigenlijk allemaal niet zo grappig is, ligt de echte kracht van de humor hier vaak in die gênante stiltes, ook wanneer de fictieve filmploeg de medewerkers van Wernham Hogg op afstand observeert en het gerinkel van een telefoon of het irritante geluid van een faxapparaat die stilte alleen maar lijken te versterken. Gervais en Merchant zijn meesterlijk in het uitvergroten van dat soort herkenbare taferelen.

Let ook op de manier waarop Brent over zijn ringbaardje strijkt, zijn stropdas rechttrekt of recht in de camera loert als hij weer eens denkt een filosofische of wereldverbeterende quote gescandeerd te hebben. Het lijkt een parodie op de zelfzekere manager met een ego groter dan dat van zijn “onderdanen” tezamen, maar er ligt ook enorm veel tragiek verscholen in zijn personage. Het is bijna onmogelijk om hem te haten, want stiekem heb je ook met hem te doen als hij uit sociale onkunde voor een zoveelste keer op zijn bek gaat. Een van de mooiste aspecten van The Office is dan ook het vermogen om niet louter te dienen als uitlachtelevisie, maar ook oprecht aandoenlijke momentjes op het scherm te toveren als het een universeel verhaal wil vertellen over iets wat elke mens stiekem verlangt: erbij horen en geliefd zijn. Net als Brents’ zoektocht naar eigenwaarde en liefde vormt de langzaam op gang komende romance tussen verkoper Tim en receptioniste Dawn dan ook in zekere zin het hart van deze serie die 22 jaar na haar debuut nog niets van haar charme heeft verloren. (pv)

3            The West Wing (VS|1999-2006|Warner Bros. Television)  

Van Aaron Sorkin | met Allison Janney, John Spencer, Bradley Whitford, Martin Sheen, Janel Moloney, Richard Schiff, Dulé Hill, Rob Lowe, Joshua Molina, Stockard Channing.

Samen met The Sopranos en The Wire vormde The West Wing misschien wel het summum van die golf nieuwe dramareeksen rond de millenniumwisseling. En als deze reeks met zijn focus op het politieke schouwtoneel aanvankelijk weinig gemeen lijkt te hebben met de andere twee (die misdaad als meest in het oog lopende gemene deler hebben), dan zijn er best wel wat parallellen – en niet enkel omdat politiek en misdaad dezer dagen voorgesteld worden als innige bedpartners. Je hebt hier ook te maken met een weelderige ensemble-cast, verschillende lagen die op elkaar gelegd worden, volwaardige personages en dialogen die meer gemeen hebben met wordy theater dan met het heen-en-weer-geknal van nietszeggende krachtzinnen in veel andere tv-reeksen.

Beweren dat The West Wing gaat over de president of zijn ambtswoning is natuurlijk zoiets als beweren dat The Crown enkel gaat over Queen Elisabeth II. De reeks ging over de Amerikaanse politiek van die tijd, over partijen, allianties en tradities, maar ook over eindeloos gebakkelei, belangen en perceptie. Daarnaast ging het ook over de relatie met de vierde macht, de media in het algemeen en de impact van de politiek op het dagelijkse leven van de gemiddelde burger, ook al kwam die doorgaans via een omweg aan bod, want The West Wing speelde zich vooral af in gangen en kantoren, tussen bureaus en sofa’s. Kunstlicht was allesbepalend.

Anno 2024 valt vooral op hoe verdacht waardig het eraan toe ging in The West Wing. Deels het gevolg van een iets te positief gekleurd beeld van de politieke kaste dat opgehangen werd (iets waarvoor de reeks regelmatig (en terecht) kritiek kreeg), maar het waren duidelijk ook andere tijden. Er wordt al eens gevloekt, gelogen en hufterig ondermijnd, maar nooit met dat platvloerse, incoherente, lichtjes zwakzinnige discours dat dezer dagen dominant is. En zo beland je meteen bij een van de grote sterktes van de serie: de non-stop verbale vloed, die eindeloze zinnen, bijzinnen, tongbrekers en andere talige vondsten. Een discussie tussen communicatiespecialisten Toby Ziegler en Sam Seaborn mondt steevast uit in bekvechten-op-niveau, vol literaire referenties, kwieke replieken en briljant geëpateer.

Het vuurwerk komt echter van alle kanten. President Jeb Bartlett (Martin Sheen) wordt omringd door haast ridicuul loyale en toegewijde medewerkers die met eindeloze Steadicam-shots doorheen het Witte Huis gevolgd worden terwijl ze oneliners spuien aan een tempo dat de gemiddelde slam poet voor een uitdaging stelt. Leo, Josh, Donna, CJ. Wie ze ooit aan het werk zag met al hun onvolmaaktheden, obsessies, passies en quirks zal ze nooit meer vergeten. Dat ze het allemaal zo eloquent, té eloquent, verwoorden kan je de makers moeilijk verwijten. Eindelijk nog eens een reeks die z’n publiek niet onderschatte en de lat wat hoger legde. Het gaf het politieke instituut zo ook wat waardigheid.

The West Wing schepte een gekleurd, democratisch beeld, maar gaf wel een inzicht in de complexiteit en invloed van politiek alsof je op de eerste rij zat, via campagnevoering, verkiezingen en besluitvorming tot schandalen, actuele issues en de impact op burgers en de maatschappij. Dat er en passant enkele van de meest onvergetelijke personages uit de recente tv-geschiedenis aan te pas kwamen (niet slecht voor een bende bleke, virtuoze kantoorsloffen), was een geweldige bonus. (gp)

2            The Wire (VS|2002-2008|HBO)   

Van David Simon | met Dominic West, John Doman, Deirdre Lovejoy, Wendell Pierce,
Lance Reddick, Sonja Sohn, Seth Gilliam, Domenick Lombardozzi, Clarke Peters.

Fraus omnia corrumpit: ‘bedrog maakt alles kapot’. Van de laagste gelederen op de straat tot hoog in de politiek en vandaar terug naar beneden naar de scholen, naar de straten, naar de haven. En er is niets aan te doen. Verzet jezelf ertegen en het systeem zal ook jou opvreten. Zie daar de vrolijke premisse van The Wire.

Schrijver David Simon gebruikte geen opgeheven vingertje om deze boodschap over te brengen. Als oud-journalist deed hij gewoon wat hij altijd had gedaan: verslag uitbrengen, simpelweg beschrijven wat hij zag op de straat en in het stadhuis, alleen deed hij het dit keer in een gefictionaliseerde versie.

Wat begint als een op het eerste zicht oppervlakkige flikkenreeks over een rechercheteam dat tot elkaar veroordeeld is tot samenwerken (gaap) om een drugsdealer te vangen, groeit al na enkele afleveringen uit tot iets Veel Groter. “Follow the drugs, and you will find the drugdealer. Follow the money and you don’t know where you will end up”, zegt Luitenant Daniels in het eerste seizoen en dat is exact wat David Simon hier doet, zowel op microniveau in elke reeks als op macroniveau over de vijf seizoenen heen.

Heel specifieke cases over heel specifieke mensen zoomen uit tot een bird’s eye over de gehele stad en hoe de corruptie van de hoogste echelons doordringt in alle lagere geledingen van de maatschappij. Iedereen bedriegt elkaar om er zelf beter van te worden. Dealers stelen van elkaar om rijker te worden, ambtenaren knoeien met statistieken om promotie te maken en politici steken met de ene hand een mes in elkaars rug en nemen met de andere hand steekpenningen aan. Er is geen verschil in misdaad, behalve de naamgeving. Het meest onthutsende is dat het op het eind geen verschil maakt. Stuur één grote dealer naar de gevangenis en een andere neemt zijn plaats in. Daar valt niets tegen te beginnen. Het leven gaat voort en de strijd voor het goede heeft alleen belang in zoverre je er belang aan toekent.

Er wordt geswitcht tussen beelden van helikoptersurveillances, bewakingscamera’s en traditionele cameravoering. De visuele flair van de reeks roept een verité-stijl op die verder doorgetrokken wordt in de hoogstaande en realistische dialogen tussen de weelde aan rijk uitgediepte personages die we voorgeschoteld krijgen. Er lopen haast evenveel personages rond in The Wire als in een uit de kluiten gewassen roman van Pynchon of Tolstoj. Elk van hen is stuk voor stuk interessant en extreem geloofwaardig uitgewerkt, waarbij niemand alleen maar goed of slecht is: Stringer Bell is de intellectuele schurk die concepten uit zijn universiteitscursus economie wil toepassen op de drugshandel, Bubbles is als onbetrouwbare junkie tegelijk het meest aimabel. Omar is het meedogenloze roofdier, maar heeft een gevoelige kant én hij leeft volgens een strikte ethische code. Zelfs de grote held McNulty is bij momenten het ronduit irritantste personage dat evenveel zuipt, manipuleert en bedriegt als zaken oplost.

De details van de reeks ogen misschien verouderd (de computers, typemachines en beepers stemmen uit een ander tijdperk), maar dat geldt ook voor de pofbroeken en kanten kragen van Shakespeare. Zulke dingen doen niet ter zake. Een tragedie maalt niet om bijzaken. The Wire was Shakespeare op het kleine scherm. (jdr)

1            The Sopranos (VS|1999-2007|HBO)

Van David Chase | met James Gandolfini, Edie Falco, Michael Imperioli, Steven Van Zandt, Robert Iler, Tony Sirico, Jamie-Lynn Sigler, Lorraine Bracco.

Op 10 januari 1999 werd het televisielandschap  op de openende tonen van Woke Up This Morning herschreven met de uitzending van de eerste aflevering van The Sopranos, het geesteskind van David Chase. De reeks draait rond Tony Soprano, die niet alleen opklimt tot maffiabaas, met aanvankelijk zijn oom als het officiële hoofd van de familie, maar ook besluit in therapie te gaan. Doorheen de verschillende seizoenen vloeien zijn privéleven en professionele activiteiten steeds verder in elkaar terwijl hij zelf ook gaandeweg steeds meer openlijk dictatoriaal wordt. De focus ligt dan ook niet op de actie (al valt daar genoeg te rapen), maar wel op de karakters van de verschillende hoofdpersonages. En fraai zijn die niet, want meer dan eens wordt duidelijk hoe egoïstisch, laf en onnodig wreed ze zijn. Kijkers en recensenten die in Tony een soort van antiheld zagen, sloegen de bal behoorlijk mis tot frustratie van onder meer Chase. Om die reden zou hij zelfs enkele hondsbrutale scènes brengen, waaronder de moord op een jonge stripteaseuse, om de hardhorige kijkers duidelijk te maken dat zo goed als niemand in The Sopranos bewonderd kan worden.

Wat de reeks zo indrukwekkend maakt, is dat je als kijker meegesleurd wordt en gefascineerd raakt door amorele personages die geen greintje sympathie behoren op te wekken. De maffiosi in The Sopranos zijn geen coole `wiseguys`, maar uitschot dat overal een graantje van probeert mee te pikken zonder oog te hebben voor wie er onder lijdt. Zelfs hun beste vrienden zijn op het einde van de dag niet meer dan een middel om wat extra geld te verdienen – in tegenstelling tot de in dit soort verhalen vaak opgevoerde morele codes. Een leven is evenveel waard als de laatste enveloppe met geld die in het criminele piramidespel overgedragen wordt en regels zijn er alleen om te citeren wanneer die in het eigen belang zijn. Het beruchte einde van de reeks is dan ook veelzeggend en roept nog steeds discussie en frustratie op, want de meeste kijkers die seizoenenlang op de hand van Tony Soprano zaten, willen een catharsis: hun favoriete schurk moet boeten voor zijn wandaden. Maar Chase weigerde hen dat te geven; even plots als de kijker in het leven van Tony Soprano gegooid werd, stapte hij er ook weer uit. (jb)

aanraders

verwant

The Diplomat: Seizoen 1

De serie The Diplomat probeert zich te profileren als...

The Many Saints of Newark

De 'prequel' op de reeks The Sopranos, kreeg vorig...

Six Feet Under :: Commandment

Chris Barnes is een bezige bij. Zo richtte hij...

recent

Conclave

De Duitse regisseur Edward Berger won in 2023 om...

Megalopolis

Meer dan een kwarteeuw lang (en naar verluidt lag...

Vingt Dieux

Louise Courvoisier groeide op in Oost-Frankrijk en liep school...

Fortress :: Chroma

Een tweede EP voor Fortress, en alweer staat die...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in