enola’s piekende peak TV – deel 4: 10 – 6

, , ,

25 jaar geleden is het deze week dat de eerste aflevering van The Sopranos op televisie kwam. Het zou het begin zijn van wat gaandeweg ‘The Golden Age Of Television’ zou worden genoemd; het moment waarop televisiemakers uit het knellende carcan van de clichés en de voorspelbaarheid braken, en de grenzen van het medium gingen verkennen. Naar aanleiding van die kwarteeuw peak TV ging enola op zoek naar de 25 beste series van dat tijdperk.

10         Better Call Saul (VS|2015-2022|AMC)

Van Vince Gilligan | Met Bob Odenkirk, Jonathan Banks, Rhea Seehorn, Patrick Fabian, Michael Mando.

Saul Goodman had nog maar net zijn intrede in het tweede seizoen van Breaking Bad gedaan toen showrunners Vince Gillian en Peter Gould besloten dat er meer te halen viel uit de gladde advocaat. Niet alleen werd zijn rol in de reeks uitgebreid, maar ook het idee van een spin-off werd geopperd. Aanvankelijk was het plan om een legal comedy-reeks te lanceren rond Goodman en zijn vaak niet al te snuggere cliënteel, maar dat plan werd snel ingeruild voor een nieuwe dramareeks die zou draaien rond hoe het personage Goodman ontstond. Goodmans echte naam is, zo blijkt, James “Jimmy” McGill, de jongere broer van Charles “Chuck” McGill, een van de topadvocaten in Albuquerque en stichtend partner van het advocatenbureau Hamlin Hamlin & McGill (HHM).

In een poging niet alleen zijn verleden als oplichter Slippin’ Jimmy achter zich te laten, maar ook het respect van zijn broer te verdienen, behaalt Jimmy zijn advocatendiploma en beëdiging. In HHM lijkt echter geen plek voor hem te zijn, behalve in de mailroom. Aanvankelijk wordt de tegenwerking van Jimmy op conto van Howard Hamlin geschreven. Hamlin is de zoon van de overleden George Hamlin en de enige nog actieve partner nadat Chuck vanwege een ingebeelde ziekte (elektromagnetische hypersensitiviteit) op non-actief staat (maar wel doorbetaald wordt). Naarmate de reeks vordert, wordt steeds duidelijker dat niet zozeer de gladde golden boy Howard Jimmy van zijn droom afhoudt als wel de rigide morele Chuck. De moeizame band tussen beide broers is wat de eerste seizoenen zo boeiend maakt: Jimmy wil enerzijds Chucks goedkeuring, maar kan anderzijds de Slippin’ Jimmy die in hem sluimert niet ontkennen. Daarnaast beseft hij ook dat hij nooit Chucks goedkeuring zal krijgen, hoezeer hij ook zijn best doet in diens mal te passen.

Naast Jimmy/Saul Goodman is een hoofdrol weggelegd voor Mike Ehrmentraut, de latere rechterhand van drugskoning Gus Fring. Mike klust bij voor onder meer Jimmy en komt in het vizier van Fring wanneer hij betrokken raakt in een intern, verborgen conflict in de Salamanca-kliek, vertegenwoordigers van het Mexicaanse drugskartel. Niet alleen Mike, maar ook Jimmy/Saul krijgt te maken met de Salamanca’s, waardoor de beide verhaallijnen steeds meer in elkaar overlopen en de serie een andere toon krijgt. Het doet geen afbreuk aan Better Call Saul, al verschuift de focus zo van puur drama naar crimi-drama. Niet langer ligt de focus alleen op hoe Jimmy McGill verwordt tot Saul Goodman, maar krijgt ook Gus Fring een prominente(re) rol met de uitbouw van zijn drugslab als tweede rode draad. Via voornamelijk korte zwart-witscènes wordt tot slot ook het leven van Saul Goodman post Breaking Bad getoond, en vrolijk is dat niet. In het laatste seizoen wordt ook zijn finale lot uitgediept en vallen beide reeksen prachtig samen. Een subtiele laatste tip is overigens te zien in de eindgeneriek: let op de pakken van Saul. (jb)

9            Fleabag (UK|2016-2019|BBC) 

Van Phoebe Waller-Bridge | met Phoebe Waller-Bridge, Sian Clifford, Olivia Colman, Jenny Rainsford, Bill Paterson, Brett Gelman.


Het gebeurt zelden, maar in het geval van Fleabag mag de kijker blij zijn dat Phoebe Waller-Bridge op het laatste moment haar initiële plan liet varen om slechts één seizoen te maken. Door het opbiechten van haar geheimen realiseerde ze zich dat de band met de kijker op een interessante manier genoeg was veranderd om daar alsnog een seizoen aan te wijden. In het geval van Fleabag mag je die band met de kijker letterlijk nemen: Fleabag doorbreekt voortdurend de ‘vierde muur’ en richt zich rechtstreeks tot de kijker. Nieuw is dit natuurlijk niet. Die muur van filmmagie doorbreken komt uit het theater en zagen we ook al terug bij de eerste geluidsfilms. Het was vooral toch Woody Allen die er een ruimere invulling aan gaf. Hij richtte zich rechtstreeks tot de kijkers om hen te confronteren met zijn voor hen herkenbare besognes. Het is deze aanpak die Waller-Bridge zich toe-eigent en die er zeker mee voor zorgde dat de serie een schot in de roos werd. Het maakt dat haar personage Fleabag, dat zoveel moeite heeft om te connecteren met de mensen rondom haar (zuster, meter, vader, mannen, …), een unieke band creëert met de kijker, en het zorgt er tegelijk voor dat een personage dat in se niet echt aangenaam is noch echt sympathiek toch herkenbaar blijft, al is haar commentaar op wat er gebeurt nooit echt betrouwbaar.

Het verhaal leek na seizoen één verteld: Fleabag leek in het reine met zichzelf. Maar dat is natuurlijk pas stap 1. Haar interacties met ‘hot priest’ geven haar dit inzicht, en hierdoor kan ze eindelijk vooruit in het leven. Haar relatie met deze priester vormt de ruggengraat van haar catharsis, net omdat hun band onmogelijk is. Fleabag vraagt validatie van de kijker zoals een priester leeft in vergiffenis tot God, en dit schept tegelijk een haast onbreekbare connectie. Dit sluipt ook in de beeldtaal. In tegenstelling tot veel andere komische reeksen, waar een camera vaak in medium shot capteert wat de personages doen en staging enkel dient voor de pun, zit in Fleabag een doordachte visuele stijl die een eenheid vormt met de narratie. Een goed scenario + goede acteurs + een goede regie: de formule is eenvoudig, maar velen falen erin de goede balans te vinden. Fleabag bespeelt elk onderdeel uiterst kundig en doet het haast simpel lijken. Het zegt veel over het ongelooflijke talent van Phoebe Waller-Bridge. (tvdp)

8            Breaking Bad (VS|2008-2013|AMC) 

Van Vince Gilligan | met Bryan Cranston, Anna Gunn, Aaron Paul, Betsy Brandt, RJ Mitte, Dean Norris, Bob Odenkirk, Giancarlo Eposito.

“You need people like me! You need people like me so you can point your fuckin’ fingers and say: ”That’s the bad guy!” Deze legendarische uithaal van Tony Montana uit Brian De Palma’s misdaadklassieker Scarface had net zo goed uit de mond van Walter White kunnen rollen, een personage dat ons – zij het minder direct – dezelfde spiegel wist voor te houden en zich met uitspraken zoals “I am the one who knocks” net als eerder genoemde voor eeuwig in het lexicon van de moderne popcultuur genesteld heeft. Weinig televisieseries lieten zo’n onuitwisbare indruk achter als Breaking Bad, en de hoeksteen van dat succes ligt dan ook hoofdzakelijk in de morele ambiguïteit die diep in het narratief verweven zit en het empathisch vermogen van de kijker meermaals op de proef wist te stellen.

Stiekem hebben we vaak bewondering voor het lef en de daadkracht van mensen die lak hebben aan sociale conventies en met een opgestoken middelvinger het systeem omzeilen om snel rijk te worden, zeker als de protagonist daar een goede reden voor heeft. Met Walter White (een fantastische Bryan Cranston) creëerde Vincent Gilligan, in het verleden nog producer van The X-Files, een typische “everyman” waarmee elke kijker zich nog makkelijker kon identificeren. In het eerste seizoen maken we kennis met hem als een uitgebluste chemieleraar die bijklust in een carwash om financieel rond te komen. Als hij de diagnose van longkanker te horen krijgt met een weinig hoopgevend toekomstperspectief stort Walters wereld in elkaar, en met een nieuwe baby op komst (die niet bepaald gepland was) is het schrale loon dat hij ontvangt te weinig om een gezonde financiële situatie achter te laten voor zijn gezin. Wanneer hij via zijn schoonbroer Hank Schrader (Dean Norris), een DEA-agent met een passionele haat voor alles wat drugsgerelateerd is, lucht krijgt van de aanlokkelijke rendabiliteit achter de verhandeling van methamfetamine, doet hij een beroep op zijn uitstekende vakkennis en oud-leerling Jesse Pinkman (Aaron Paul) om in het geheim een eigen handeltje op poten te zetten.

Daar waar de kijkcijfers van de pilootaflevering op televisiezender AMC (januari 2008) nog ietwat tegenvielen, zouden de Amerikanen al snel massaal als een blok vallen voor de uitgekookte plannen van Walter en Jesse. De kijkcijfers stegen nog eens exponentieel toen de serie voor aanvang van het vierde seizoen zijn weg vond naar Netflix. Dat is niet louter de verdienste van de bezwerende mix tussen gitzwarte humor, spanning en drama of het oerdegelijke schrijfwerk (waarbij voor- en achterwaartse sprongetjes in de tijd de kijker met gemak op het puntje van de stoel hielden), maar vooral ook de bijzondere chemie tussen acteurs Bryan Cranston en Aaron Paul die beiden meerdere Emmy Awards in de wacht sleepten. De intelligente Walter en het “bitch!”-scanderende straatboefje Jesse kunnen op het eerste gezicht onmogelijk sterker van elkaar verschillen, waardoor hun opmerkelijke vennootschap waanzin lijkt. Toch worden ze steeds meer afhankelijk van elkaar, wat vaak leidde tot even hilarische als hartverscheurende momenten.

In een land waarin medische kosten een gezin zonder peperdure ziekteverzekering naar de afgrond kunnen duwen, is een criminele piste bijna een noodzakelijk kwaad, wat Walter in eerste instantie het aanzien van een dappere held geeft, maar ook die indruk heeft hier en daar nood aan een revisie. Reeds in de vijfde aflevering krijgt Walter namelijk een zeer interessante binnenweg aangereikt om zijn financiële zorgen te verlichten wanneer oude liefde Gretchen hem riant wil belonen voor het succes van haar bedrijf waarvoor hij deels verantwoordelijk is. Het is een eerste keer dat het ego van Walter de bovenhand neemt als hij uit een combinatie van trots en koppigheid weigert. Op die manier worden handelingen van personages continu onderworpen aan onze eigen morele interpretaties, zo ook bij Walts echtgenote Skyler. Haar affaire met haar baas ontketende zodanig veel woede bij de kijker dat ze in menig top 10 zelfs Cersei Lannister uit Game Of Thrones achter haar laat als meest gehate tv-personage ooit. Voordat die affaire begint, heeft Walter echter al meermaals de vertrouwensband met zijn gezin ondermijnd met leugens en zijn niets ontziende jacht naar meer geld én meer status, want de bijnaam ‘Heisenberg’ – streven naar minstens 99% zuivere crystal meth is zijn doel – bevalt hem uiteindelijk wel.

De finesse waarmee alle personages vijf seizoenen lang worden uitgediept, vindt men ook terug in de zorgvuldige structuur van elke aflevering. Daar waar andere hitseries toch altijd minstens één seizoen hadden waarbij het gevoel je bekroop dat het allemaal wat aansleepte, waren het tempo en de kwaliteit hier zelden aflatend. Met sterke fotografie, flashbacks, terugkerende visuele motieven (denk onder andere aan het gehavende, roze teddybeertje of de Mariachiband) en een sfeer van constante dreiging, oversteeg Breaking Bad de klassieke episodische televisie die meer dan ooit inzette op een filmische kijkervaring en uitnodigde tot bingewatching. Ook het feit dat Gilligan de verwachte golven van geweld onverbloemd op ons afvuurt, is zonder twijfel onderdeel van de succesformule. De onhandigheid waarmee een lijk opgelost wordt in een bad vol met zuur, het afgehakte hoofd van een drugskoerier dat in een dorre vlakte meelift op de rug van een schildpad of het explosieve einde van slechteriken Hector Salamanca en Gus Fring, het zijn stuk voor stuk scènes die op je netvlies blijven kleven en de onvoorspelbaarheid van elke aflevering in stand houden. Uiteindelijk zou de hilarische bijrol van de slijmerige advocaat Saul Goodman (Bob Odenkirk) uitmonden in een eigen Netflix-hit die plaatsvond vóór de gebeurtenissen uit Breaking Bad (zie de nummer tien van deze lijst), terwijl de film El Camino aansloot op het einde van de reeks met de focus op Jesse Pinkman. Deze laatste toevoeging werd eerder lauw onthaald, maar dat doet natuurlijk nauwelijks afbreuk aan de status van Gilligans kijkcijferkanon, dat met gebalde vuisten en emotionele gelaagdheid forse commentaar geeft op de illusie van The American Dream en nog steeds te boek staat als een van de beste dingen die televisie ooit heeft voortgebracht. (pv)

7            Battlestar Galactica (VS|2004-2009|Syfy) 

Van Glen A. Larson & Ronald D. Moore | met Edward James Olmos, Mary McDonnell, Jamie Bammer, James Callis, Tricia Helfer, Grace Park, Katee Sackhoff, Michael Hogan.

Het leek een wat onwaarschijnlijk gegeven aan het begin van de eenentwintigste eeuw om de science-fictionreeks Battlestar Galactica te herdenken voor een nieuw tijdperk. De originele serie was een mengeling van het soort ‘disco-in-de-ruimte’ kitsch dat bijvoorbeeld ook Buck Rogers In The 25th Century bracht en een meer serieuze benadering die wat weg had van Star Trek, en op zijn minst probeerde de reeks hier en daar wat bespiegelingen te brengen over de condition humaine. De intro – “Some believe there may yet be brothers of men who, even today, fight to survive somewhere beyond the heavens” – was herkenbaar voor iedereen die die televisiedagen meemaakte, maar evenzeer was dat het geval voor de flauwe nasmaak van het overbodige extra seizoen dat verhaald had hoe de bemanning van het laatste slagschip (aangevoerd door Bonanza-icoon Lorne Greene en met onvermijdelijk 70’s & 80’s televisiegezicht Dirk Benedict in de rangen) uiteindelijk het langverwachte doel ‘aarde’ gevonden had en daar allerlei avonturen had beleefd die meer deden denken aan C.H.I.P.s dan aan de toch wat donkerder thematiek van wat voorafging.

Hoe ging een schrijversteam in godsnaam zoiets binnenloodsen in een televisiewereld die ondertussen zo grondig veranderd was en nu dreef op complexe verhaallijnen en dito karaktertekeningen, én tegelijkertijd erin slagen om mensen met enig nostalgisch sentiment voor het origineel aan boord te houden? Het antwoord bleek een combinatie te zijn van de creativiteit van Glen A. Larson (die mee het origineel bedacht) en die van Ronald D. Moore, die een dergelijke uitdaging eerder al mee in goede banen geleid had met Star Trek: The Next Generation. Zoals in de laatste titel begreep het duo dat een nieuw tijdperk een verdieping van het materiaal nodig had, maar dat het evenzeer niet de bedoeling was het kind met het badwater weg te gooien en het DNA van de reeks volledig te veranderen. En dus bleef het basisgegeven bewaard: artificiële levensvormen, de Cylons, richten een genocide aan onder de menselijke bevolking en die hergroepeert zich om op zoek te gaan naar een mythische nog bestaande kolonie ergens in het heelal waar de menselijke soort een onbedreigd bestaan zou leiden. Wat wijzigde was de manier waarop dit idee geschraagd werd door personages die oneindig veel complexer waren, en vooral het briljante idee om de breuklijnen die de verscheurde wereld tekenden van net na 11 september 2001 binnen te loodsen in een verhaal dat niet meer werkte met kant en klare zwart-wittegenstellingen, maar integendeel grossierde in tinten van grijs inzake morele vraagstukken.

Vijf jaar lang kluisterde de nieuwe Battlestar Galactica ons aan het scherm en leverde in die periode episodes af die tot het allerbeste behoren wat ooit aan science-fiction in serievorm gegoten werd. Van de zenuwslopende spanning uit het eerste seizoen in bijvoorbeeld “33”, het verkennen van complexe breuklijnen tussen personages en de helse realiteit van oorlog en bezetting in “Collaborators, Scar Of Unfinished Business”. Sciencefiction is altijd een ideaal genre geweest om de problemen van het heden te analyseren aan de hand van een imaginaire samenleving, maar de manier waarop Battlestar Galactica dat deed, was ongezien en nog steeds ongeëvenaard. (davd)

6            Deadwood (VS|2004-2006|HBO) 

David Milch | met Timothy Olyphant, Ian McShane, Molly Parker, Brad Dourif, W. Earl Brown, John Hawkes, Paula Malcomson.

Deadwood, de reeks rond het gelijknamige Westernstadje uit South Dakota, heeft nooit de status bereikt van reeksen als The Sopranos, The Wire of Six Feet Under. Nochtans had het in het bijzonder met die laatste twee moreel ambigue personages gemeen die bovendien net dat ietsje sympathieker waren dan pakweg de Sopranoskliek. Voor zijn geesteskind maakte David Milch handig gebruik van de historische feiten om een gedramatiseerde versie van het stadje en (een aantal van) haar inwoners te vertellen. De goudkoorts en de half ongeschreven wetten zorgden voor de nodige dramatische inslag die perfect gedragen werd door een ensemblecast van topacteurs, met Garrett Dillahunt die zelfs twee totaal verschillende karakters tot leven wist te brengen. De meeste lof was, terecht overigens, voor de Britse acteur Ian McShane, die perfect wist hoe pooier/hoteluitbater Al Swearengen vorm te geven. Swearengen was enerzijds een koude en berekende moordenaar, maar anderzijds vaak ook het empathische geweten dat nuances kende die zijn tegenstander/compagnon de route sheriff Seth Bullock (Timothy Olyphant) geregeld miste. Die laatste wandelde dan wel de lijn van de wet, tezelfdertijd was hij hypocrieter in zijn denken en doen dan veel van de andere karakters. De interacties tussen beiden knetterden dan ook geregeld van het scherm zonder dat een van de andere acteurs ook maar een seconde buitenspel gezet werden.

Of het nu E.B. Farnum betrof, Bullocks zakenpartner Sol Star of uitgever/journalist A.W. Merrick, steevast wist de acteur in kwestie het personage tot leven te brengen. Ook aan sterke vrouwenrollen ontbrak het niet, met onder meer Calamity Jane en de voor de reeks bedachte personages Bullocks echtgenote Martha, Alma Garret, eigenares van een goudmijn en minnares van Bullock of de prostituee Trixie. Net als bij hun mannelijke tegenhangers betrof het hier uitgediepte personages die hun eigen persoonlijkheid hadden en een leven hadden los van hun mannen.

De revisionistische Western die brak met conventies en complexere personages introduceerde, was dan wel geen nieuw gegeven meer, de manier waarop Milch het in Deadwood tot een “period drama” omvormde, was zonder meer indrukwekkend en zorgde in beperkte kring zelfs voor een heropleving van het woord “cocksucker”. Jammer genoeg zag HBO er ondanks de lovende kritieken en niet minder dan 28 Emmy-nominaties (waarvan 8 verzilverd) geen brood in om de reeks een lang leven te geven. Milch weigerde het vierde seizoen in te korten tot zes in plaats van twaalf afleveringen, waarna de afspraak gemaakt werd een twee uur durende afsluitende film te maken. Die kwam er uiteindelijk in 2019 en speelt zich af tien jaar na het laatste seizoen. Het was een bitterzoet afscheid dat nergens het niveau van de reeks haalde. (jb)

aanraders

Shôgun – Seizoen 1

Het wil het Game Of Thrones van Disney+ worden,...

The Bear – Seizoen 3

Dat tweede seizoen. Wat een uppercut! Het voorbeeld van...

verwant

REWATCH: Battlestar Galactica (2004-2009)

Tijd om na vijfentwintig jaar Golden Age Of Television...

Culted :: Oblique To All Paths

Culted kent geen grenzen, letterlijk dan, want de drie...

recent

Perdidos en la Noche

Sinds Mexico in de tweede helft van de jaren...

Deadpool & Wolverine

Toen de eerste twee Deadpool-films kort na elkaar de...

Jack White :: No Name (Déja-vu)

Jack White maakt amper woorden vuil aan zijn nieuwe,...

Rock Herk 2024 :: Lieve jongens zonder schaamte

Een jarig festival vraagt om een feestje, Rock Herk...

Fremont

“Mensen met herinneringen schrijven de mooiste dingen.” Dat krijgt...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in