Jazeker, de tijden om knus binnen te zitten zijn weer aangebroken. Die verwarmingsknop mag opengedraaid worden zonder dat dat ons nog een arm en een been kost, en net wanneer je schoenzolen op smelten staan, heeft het Belgische trio Honey er de perfecte soundtrack voor. Hun eerste worp Propolis For The People vult de ether en maakt deze nog wat dikker, haast stroperig.
Dat de Belgische grond zeer vruchtbaar is, hoeven we de gemiddelde patattenkweker op zijn veld niet te vertellen. Het kiemt, bloeit en groeit er dat het een lieve lust is. En kijk, dat geldt eveneens voor onze vaderlandse muziekscene. Een zoveelste geslaagde kruisbestuiving, deze keer tussen gitarist Lukas Somers (Yong Yello), bassist Gerben Brys (Ottla, Moonboat) en percussionist Olivier Penu (Bandler Ching, Calicos) ontstond in Antwerpen: Honey.
Afgaande op hun eerste release “Bossa Dolce” dit voorjaar koos het trio een groepsnaam die de lading zeker dekt: zwoel en dansbaar, waarbij de kledij je zo van het lijf glijdt. Evenwel kleine kanttekening hierbij: misschien in het vervolg toch voor een wat minder generische term gaan. Zo blijkt er onder andere een christian rock band ooit dezelfde naam te hebben gehad. Geen idee aan welk aspect van bloemetjes en bijtjes zij wouden refereren.
Nu is er dus die debuut-EP Propolis For The People, die de deur intrapt met bovengenoemde single. Netjes daarop volgt “Gal Green”, dat uit hetzelfde vaatje tapt: we horen een goedgeluimde lazy gitaar blootsvoets trippelen op een hoogpolig tapijt. Drums en bas blijven gedwee op de achtergrond om het verhaal van deze zessnarige protagonist te ondersteunen. Naar het einde toe rekt deze zich eens goed uit en wordt het geheel wat meer jazzfunk, om vervolgens leeg te druppelen in het slot. Khruangbin zou het niet beter kunnen.
Daarna wat minder stroop: “Holy Bee” gaat uit van een zoekende gitaar die af en toe uitmondt in een half ontstemd dansriffje. In de tweede helft van het nummer zetten de heren er wat meer de pas in met een percussieritme denderend als olifantenstappen. En in al dat enthousiasme durft men al eens verdwalen, wat tot een chaotisch slot leidt. Ook “Tokkeltje” drukt dat zoekende uit, maar mist een echte hook om lang te blijven hangen. Afsluiten doen we met een titel vermoedelijk ontstaan door het voorhoofd eens goed op het toetsenbord te planten: “WGHWBH”. Een wat dreigender begin dat vervolgens snel opklaart tot het lichtvoetige voorspelsfeertje van aan het begin van de plaat. Als de heren dit nummer ooit op zang willen zetten, best even een belletje doen met José James of D’Angelo.
Propolis For The People geeft de band dus een duidelijke smoel. Niet enkel die zwoele funky soul die we reeds kende, maar ook dolende, spannende jazz. We willen graag meer horen, want na vijf nummertjes is het moeilijk te zeggen dat ons hart telkens een tel zal overslaan bij het horen van de bandnaam Honey. En maar goed ook – een wandeling op de streekproductenmarkt zou een uitermate stressvolle bedoening worden.