Poltrock :: ”Ik zou mijn piano’s moeten afsluiten. Dan doe ik misschien eindelijk iets anders”

Wanneer David Poltrock niet met De Mens op trot is. Als niemand met een dringende productievraag aan de bel hangt. Dan, en alleen dan, maakt David Poltrock op zijn eentje ook muziek. Op de dubbelaar Aulus bundelt hij werk dat zich bijna vanzelf opdrong, ergens in de Franse Pyreneeën. “Het is altijd instrument plus ruimte.”

enola: Aulus is tot stand gekomen in het Franse stadje Aulus-les-Bains in in de Pyreneeën. Kan ik dat ergens aan horen?

Poltrock: “Ik denk van niet. Er zijn vier of vijf tracks op plaat beland zoals ik ze daar heb opgenomen. Daar hoor je de omgeving wel. Een erg luidruchtige kok, bijvoorbeeld die aan het hakken was. Ik heb me even afgevraagd of ik dat moest behouden, maar waarom zou ik me daaraan, of aan een paar blaffende honden op de achtergrond, storen? Ik vind het net leuk. Maar verder denk ik niet dat het uitmaakte dat het de Pyreneeën of de Ardennen waren. Al was ik wel onder de indruk van de natuur, de eerste keer dat ik daar kwam.”

“Ik ben ondertussen al een paar keer in Aulus geweest, waar ik jaarlijks een masterclass volg. Dit jaar was het bij de klassieke componist Gavin Bryars. Dat is altijd een inspirerende gebeurtenis, en dat hoor je misschien wel: niet de bergen, maar wel dat ik daar met gelijkgestemde geesten van gedachten kon wisselen. Dat heeft de plaat misschien wel een bepaalde richting uitgeduwd. Als ik in pakweg Zeeland had opgenomen, was het ook een mooie plaat geworden, maar waarschijnlijk niet deze.”

enola: Maar eigenlijk was je niet van plan iets te schrijven?

Poltrock: “Zo ging het ook bij mijn vorige plaat. Toen wilde ik elektronische muziek maken, tot ik besefte dat ik daar nu ook niet zo goed in ben, en zeker Aphex Twin beter is. (lacht) En dus ben ik toen maar teruggevallen op iets waar ik me comfortabel bij voel. Noem het: een vorm van lafheid. Om iets anders te maken, zoals bijvoorbeeld iets als die fantastische plaat die Floating Points vorig jaar uitbracht, moet je eerst werken tot je die skills beheerst. Die tijd ontbreekt me, en elke keer ik achter de piano kruip om een paar akkoorden te spelen, bekruipt me ook het idee ‘dit is zo slecht nog niet’. En dus neem ik dat op, en dan is het zonde om er niets mee te doen.”

“Zo was het ook toen ik Aulus begon te schrijven. Die keer werd de masterclass gegeven door Matthew Herbert, en in het oude gebouw waar we moesten zijn, stond een heel oude piano. Ik was niet van plan om ter plekke veel piano te spelen, maar dat ding stond daar te staan, en toen ik daarop begon, kwamen er wonderbaarlijke dingen uit. Ik vond een oude, krakkemikkige microfoon, die soms wel, soms niet werkte, en nam zo wat stukjes op voor je-weet-maar-nooit. Uiteindelijk bleek het zo leuk dat ik dan maar besloot een pianoplaatje te maken.”

enola: Dat je thuis verder uitwerkte op nog drie piano’s. Want één is géén?

Poltrock: “Het zijn instrumenten die elk hun eigen geluid hebben. Vandaag, met de industrialisering, klinkt elke piano ongeveer hetzelfde, maar dit waren oudere instrumenten, waaronder de piano waarop ik als kind heb leren spelen. Ik vind dat telkens een uitdaging, achter een nieuw instrument gaan zitten en de gebreken ontdekken, te horen op welke toetsen ik niet te hard mag spelen, welke net wel.”

“In de Pyreneeën was het overigens niet zozeer de klank van de piano die mij triggerde, het was de klank ervan in die specifieke ruimte. Eigenlijk was het wat je een ‘slecht klinkende ruimte’ zou noemen, maar net doordat er zoveel straatlawaai te horen was, voorbijrijdende auto’s, dieren, hing er een sfeer. Ik ben er deze zomer opnieuw geweest voor een nieuwe masterclass, en ik heb er opnieuw wat dingetjes opgenomen. Gewoon voor die klank. Ik hou eigenlijk niet van piano’s in een studio. Dan klinkt het vaak klinisch. Het is mooier als ze in een woonkamer staan, een leslokaal, of de eetzaal van een oud hotel zoals daar in Aulus. Het is instrument plus ruimte.”

enola: “Pianoplaatje”, zeg je, maar het werd eigenlijk een flinke dubbelaar.

Poltrock: “Ook dat was niet de bedoeling. Toen ik thuiskwam had ik een plaat die ik in principe zo kon uitbrengen. Een beetje lo-fi, dankzij die microfoon, dat wel. En dan werd ik toch ambitieuzer. Ik heb enkele nummers opnieuw opgenomen, sommige bewerkt, en arrangementen geschreven voor het bevriende Sun*Sun*Sun String Orchestra, waar ook mijn vrouw bij speelt, en plots had ik te veel materiaal voor één plaat.”

“En dan wordt het een kwestie van kill your darlings, en daar ben ik niet goed in. Het is soms moeilijk om afstand te nemen van mijn materiaal. Achteraf bekeken had ik voor mijn trilogie Mutes/Moods/Machines misschien wat strenger mogen zijn en die beperken tot twee platen. Al kloppen ze thematisch wel in hun driedeling, er staan wat nummers op die deze keer de keuring niet hadden overleefd. Ik denk dat ik nu best kritisch ben geweest op mijn composities.”

enola: Je ging op workshop bij Matthew Herbert, de man die bekend staat om zijn conceptuele benadering van muziek, en daar maak jij dan een “klein pianoplaatje”. Was dat een soort van onbewuste tegenreactie?

Poltrock: “Elk vogeltje zingt zoals hij gebekt is. Ik ben Herbert niet, en hij is mij niet. Hij lachte me vaak uit omdat ik een ‘lineaire componist’ ben, en dus in zijn eigen songs schrijf, waar zelfs soms iets commercieels tussen zit. Ik vind het net leuk dat ik het mij kan veroorloven om het ene moment iets experimenteels op zijn Ben Frost, ambient of bij Razen deels listeningachtige drones te maken, en daarnaast evengoed een plaat van Cleymans & Van Geel producen. Ik vind het leuk die werelden met elkaar te verbinden, en ik merk dat zowel mijn alternatieve vrienden als degene die op Radio 2 willen komen daar met bewondering naar kijken.”

“Matthew Herbert is voor mij een vernieuwer. Ik bewonder hem immens, en vind zijn laatste plaat The Horse, waarop hij muziek maakt op een paardenskelet, echt fenomenaal. Ik voel die innovatiedrang minder. Ik beschouw mezelf eerder als een goeie ambachtsman, en – om eindelijk op je vraag te antwoorden – dus denk ik niet dat het een tegenreactie is. Maar ik pik uit wat hij doet de elementen die ik leuk vind, ik ben geen beeldenstormer die alles wil veranderen.”

enola: Misschien bedoelde ik met ’tegenreactie’ meer dat je door Herberts ideeën zo uitgedaagd werd dat je van de weeromstuit harder ging zingen zoals je gebekt bent?

Poltrock: “Ja. Zo bekeken zit het idee van een tegenreactie er misschien wel in. Dat ga ik niet ontkennen. Ik volg zo’n masterclasses immers om dingen te leren die ik zelf niet kan. Nils Frahm, mocht hij dat soort cursussen aanbieden, zou me ongetwijfeld ook dingen kunnen bijbrengen, maar niet in die mate dat Gavin Bryars dat kan. Die maakt koormuziek, erg doorgecomponeerde muziek. Dat bewonder ik, dat wil ik ook leren.”

“Er staan ruwweg twee soorten tracks op Aulus. Om te beginnen van die typische, mooie – laat ons dan toch het woord gebruiken – neoklassieke composities, die misschien aan Ólafur Arnalds en consoorten doen denken. Maar er staan ook stukken op van een soort die ik nog niet maakte. “Ceint (Aller)” was bijvoorbeeld eerst een pianotrack, maar heb ik opnieuw gearrangeerd voor strijkers. Toen ik dat aan Gavin Bryars liet horen, vond hij het ‘wonderful. I only wish it would last half an hour’. Dat begreep ik, want zijn stukken duren ook altijd minstens twintig minuten. Ik vond het een gigantisch compliment, en eentje dat me best inspireert. Als ik nog eens een plaat maak, zal het zonder piano zijn, maar misschien enkel strijkers.”

enola: Zit er ergens een verlangen in jou om meer componist te worden, om uit de pop en rock los te komen?

Poltrock: “Goh. Ik voel me erg thuis in de pop en rock. Maar mocht ik nu echt zes maanden tijd krijgen waarin ik niets anders mocht doen dan componeren? Dan zou ik denk ik wel langere stukken maken, conceptueel sterker nadenken. Koorcomposities lijken me ook wel wat. Ik maak wel ook veel filmmuziek natuurlijk, dus dat zit daar wel in. Soms schrijf ik daarvoor flink doorgecomponeerde stukken van tien minuten die de sfeer van de beelden volgen. Meer componeren lijkt me dus wel leuk. Ik heb al vaker met het idee gespeeld om daar eens mee te beginnen, en die sessie bij Gavin heeft mij daarvoor wel op weg gezet. Ik heb bij hem een werk geschreven dat ik heel graag zou uitwerken en uitbrengen. Het moet iets langer worden, hedendaags, niet modern klassiek. Ik zit er nog op te kauwen. Het wordt iets met opnames van weefmachines, veel fieldrecording en dan koorzang. Maar ik heb er gewoon de tijd niet voor.”

enola: Zou je die niet kunnen maken?

Poltrock: “Ik leef van mijn muziek, dus om den brode moet ik er al eens een soundtrack of een productie bij nemen. En dat doe ik graag. Maar misschien moet ik het inderdaad gewoon doen, je brengt me daar wel op een idee. Misschien beperkt: dat ik besluit één maand elke dag aan dat ding te werken. Dan zou ik die schets van bij Gavin toch al van vijftien minuten tot een half uur kunnen brengen. Ja. Eigenlijk moet ik al mijn piano’s met een groot slot afsluiten, en gaat dat mij misschien motiveren om iets anders te doen.”

enola: Je lijkt tegelijk aangetrokken en afgestoten door de piano. Ondanks alles kom je er toch altijd weer bij uit.

Poltrock: “Oh ja. Ik zou bijna zeggen dat het een haat-liefdeverhouding is, maar dat is veel te sterk. Eigenlijk is het pure liefde, die ik er voor voel. Als ik hier beneden in mijn studio achter mijn instrument kruip, of zoals deze ochtend hier wat oefen voor een show, denk ik meteen ‘oh, dit is toch leuk’. Maar het beperkt me tegelijk, omdat het een veilige haven is, waar ik altijd op kan terugvallen. Ik ben altijd blij als een regisseur me vraagt om een soundtrack zonder piano.”

enola: Waarom moest het Sun*Sun*Sun String Orchestra erbij komen? 

Poltrock: “Ik wilde heel graag ook wat nummers schrijven die alleen strijkers bevatten. Ik schrijf heel graag voor strijkers, en de andere mensen van Sun*Sun*Sun zijn ondertussen vrienden van me. Het was superleuk om met hen te werken, en op te treden. Ik voel me in de backstage en op het podium wel al eens eenzaam, met hen is dat niet het geval. We hebben net de releaseshows gedaan, en volgend jaar doen we een kleine tour waar hopelijk ook wat festivals op zullen volgen.”

enola: En ondertussen ben je ook nog altijd toetsenist bij De Mens. Heb je dat nodig, die twee kanten, om ook in dienst van een songwriter te gaan spelen?

Poltrock: “Dat is eigenlijk een slecht voorbeeld, want daar ben ik groepslid, wat wil zeggen dat ik af en toe ook wel eens ideeën heb over hoe we het moeten aanpakken. Daar steek ik ook veel niet-muzikale tijd in. Maar ik heb ook twintig jaar bij Hooverphonic gespeeld, en dat beviel me wel om te spelen in functie van iemand die zegt hoe we het gaan aanpakken. Dan moet je alleen maar meegaan in die flow. Ik hoef niet overal akkoord mee te gaan, misschien zou ik het zelfs anders doen, maar dat is dan even niet van belang. Ik kan me gewoon focussen op het spelen. Ik kan perfect de eindverantwoordelijkheid aan iemand anders overlaten als het moet. Onlangs heb ik in de ICP Studio’s hier in Brussel nog eens een old school opnamesessie meegemaakt, waarbij iemand heel helder zei ‘dit gaan we doen’. Dat vond ik zalig. Ik was het met veel van diens beslissingen niet eens, maar ik trok het me niet aan: u vraagt, wij draaien, dat is heel plezant.”

“Ook muzikaal is het verrijkend om beide te doen. Ik kan uit elke opdracht iets halen, zelfs echte popproducties. Dat zijn kruisbestuivingen. Ook als ik jingles of een generiek voor een televisieprogramma moet maken, zijn er altijd elementen die ik meeneem naar andere projecten. Soms gaat dat over productionele aanpak, maar net zo goed ideeën over hoe om te gaan met mensen, of over harmonieën. Ja, ik denk wel dat die brede aanpak mij een rijkere muziekbeoefenaar maakt.”

poltrock music
Beeld:
Guy Kokken

recent

JD Morvan / Victor Matet / Cesc & EFA :: Vaarwel Birkenau

Vaarwel Birkenau toont de Holocaust van binnenuit. Overlever Ginette...

ILA :: Ayna

Het was met verbetenheid dat Ilayda Cicek zich met...

Mr. & Mrs. Smith – Seizoen 1

Donald Glover komt soms een beetje over als een...

Constant Permeke in tegenlicht :: Permekemuseum, Jabbeke

In 2020 sloot het Permekemuseum voor een grondige renovatie...

Zap Mama

25 april 2024De Roma, Borgerhout

verwant

De Mens

17 juli 2021Werchter Parklife, Werchter

Razen :: Endrhymes

Nog voor de kerstkalkoen goed en wel is verteerd,...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in