Het is 27 februari 2017 en in Hollywood wordt de Oscar uitgereikt voor beste film. Uit de enveloppe komt de titel van La La Land, de prent van Damien Chazelle die ook eerder die avond al zes beeldjes mee naar huis nam. Alleen blijkt enkele verwarrende minuten later dat er een fout gemaakt is en dat Moonlight en niet La La Land de Oscar wint. Het is een van de grootste flaters uit de geschiedenis van de filmprijs en een scène die niet zou misstaan in Chazelles nieuwste. Na het meer ingetogen First Man keert de regisseur hier terug naar een flamboyanter palet – en dat is zacht uitgedrukt – maar anders dan La La Land – een filmmusical voor mensen die niet van filmmusicals houden – is dit geen louter postmoderne pastiche maar een liefdesbrief aan film en de filmindustrie die de schatplichtigheid aan Singin’ In The Rain erkent en finaal zelfs verheft tot een metatekst. Tegelijkertijd is dit ook een bittere afrekening met een filmwereld die mensen opeet en weer uitspuwt.
Bij de start van dit epos van 188 minuten bevinden we ons in ‘Tinseltown’ tijdens de nog stille periode van de filmgeschiedenis, een moment waarop de industrie zich nog volop aan het vormen was en Hollywood ook synoniem stond voor allerlei uitspattingen en schandalen (er zijn duidelijke verwijzingen naar bijvoorbeeld de ‘Fatty Arbuckle’-zaak en de verhalen over de feesten in het beruchte ‘Garden Of Allah Hotel’).
De opening valt meteen met de deur in huis door ons te introduceren tot een barokke orgie die plaatsvindt in een luxueuze villa en die niet alleen de vele protagonisten voorstelt, maar meteen ook de duizelingwekkende visuele panache van de film in de kijker zet. Zoals heel veel regisseurs en fotografieleiders de laatste tijd grepen Chazelle en zijn vaste DP Linus Sandgren terug naar het filmen op pellicule (een beetje moeilijk voor te stellen om dat niet te doen voor een film als deze die een ode vormt aan de ‘dromen op pellicule’) en dat is eraan te merken: Babylon ziet er ronduit verbluffend uit. Sommige ‘shots’ tijdens het eerste half uur dat integraal op het feest focust, zijn a-dem-be-ne-mend mooi. Niet alleen evidente dingen zoals een prachtig beeld van ‘Lady Fay Zhu’ (een verwijzing naar actrice Anna May Wong), die terwijl ze zingt over ‘stroking my girl’s pussy’ gefotografeerd wordt als Marlene Dietrich in Morocco, maar ook de massataferelen die belicht zijn als schilderijen uit het 19e eeuwse exotisme.
Te midden van die heerlijke chaos wordt ons een hele resem figuren voorgesteld die we zullen volgen doorheen de overgang van stille film naar geluid en die elk hun eigen extases en dieptepunten zullen kennen in hun relatie met Hollywood. Zo is er Nellie LaRoy (Margot Robbie), een ‘starlet’ die het wil maken als actrice en zal leren dat die medaille een keerzijde heeft. Jack Conrad (Brad Pitt) heeft het al gemaakt en is de keizer van de stille periode, maar zal worstelen met de komst van het geluid. Manny Torres (Diego Calva) begint dan weer onderaan de ladder en zal zich net als muzikant Sidney Palmer (Jovan Adepo) opwerken tot in de hoogste regionen van de droomfabriek. Tussen al die personages in staan ook nog een reeks boeiende nevenfiguren: managers, roddeljournalisten, crewleden en al dan niet omhooggevallen beroemdheden (met speciale vermelding voor de legendarische producer Irvin Thalberg en een bijzonder geestige ‘cameo’ van Tobey Maguire, die aan Dracula refereert).
Al die verhaallijnen worden mooi door elkaar heen geweven, terwijl langzamerhand de toon van de film – die eerst uitzinnig grappig en lichtvoetig is – langzaam verandert en donkerder en melancholischer wordt. Stap voor stap wordt de mythe die initieel werd opgebouwd ook weer ontmanteld en in het sterke laatste deel worden beide lijnen samengebracht voor een ontroerende ode aan de blijvende kracht van de filmkunst. Chazelle slaagt er daarmee in om een film af te leveren die meer is dan een simpele lofzang en tegelijkertijd toch ten volle een illustratie is van de overrompelende impact die de zevende kunst in al haar vormen kan hebben. Het is tegelijk een erkenning van de vele sprookjes en tragedies die verborgen liggen onder het glinsterende oppervlak dat de menselijke factor in dit alles vaak verhult.