“I used to be with it, but then they changed what ‘it’ was. Now what I’m with isn’t ‘it’, and what’s ‘it’ seems weird and scary to me. It’ll happen to you…”: de gruwelijkste levensles die Grandpa Simpson ooit in de serie liet vallen. Wat vroeger vanzelfsprekend was, wordt nu verguisd, vaak zonder duidelijke reden. Dezer dagen zit de cd in de hoek waar de klappen vallen, ten voordele van Sint-Vinyl. Een poging tot rehabilitatie.
Het stond onlangs in de krant: Harry Styles’ nieuwe album Harry’s House breekt vinylrecords in de USA. Een half jaar geleden lazen we dat de verkoop van vinyl die van de cd was voorbij gestoken. Het ging om slechts vijf procent van de totale omzet in de muziekverkoop, maar toch was dat groot nieuws. Het zijn exponenten van de almaar stijgende populariteit van de elpee. Artikels met het woord ‘vinyl’ in de titel als clickbait voor de krant. Gegarandeerd wordt het gelezen door de hippe muziekliefhebbers die zichzelf bevestigd zien in hun visie op vinyl als heilige graal.
Laat er geen misverstand over bestaan: ik hou van vinyl, van Harry’s House, maar vooral van muziek. Ik koop graag en veel muziek, op verschillende dragers – en dus koop ik ook veel cd’s. Maar wanneer ik dat durf toegeven, word ik daarvoor met de nek aangekeken en moet ik de meewarige blikken als een boetekleed dragen. Er zijn verschillende redenen waarom ik ze nog koop. De meest prozaïsche is dat ze goedkoper zijn en dus meer geschikt voor een groot debiet aan aankopen. Daarnaast heb ik nu eenmaal nog een uitstekend werkende cd-speler en zie ik geen reden waarom ik die zou moeten wegdoen. De wegwerpmaatschappij was toch de duivel? Blijkbaar niet wanneer het over verouderde muziekdragers gaat. Muziekpuriteinen met een Instagramaccount en gevoel voor stijl gooien hun cd’s immers de deur uit, wegens niet hygge.
Vinyl daarentegen is onmiskenbaar cool en kent legio voordelen. Zo is het geweten dat je veel bewuster naar muziek luistert wanneer je vinyl oplegt. Het is een ritueel dat een inspanning vraagt van de luisteraar: plaat uit de hoes nemen, eens aan snuffelen, bewonderen hoe de lichtinval op het zwarte oppervlak weerkaatst, de plaat opleggen en op start duwen, om ten slotte de naald zachtjes neer te laten. Om het kwartier je boek opzij leggen en opstaan uit de zetel wordt een plezier want je weet dat de beloning van het ritueel volgen zal. Je luistert zelfs zo intens naar de muziek op vinyl dat albums van zeventig minuten die je op cd als langdradig zou bestempelen, op dubbelelpee plots als meesterwerken klinken.
Ten tweede is het dat warme contact met echt materiaal dat luisteren naar vinyl zo aangenaam maakt en waardoor lp’s een waarachtigere muziekervaring bieden dan de steriele cd. Vergelijk het met je gevoeg doen in het bos of in een buitenhuis. Ik denk dat ik voor iedereen spreek wanneer ik zeg dat er niets gaat boven dat contact met eerlijke materialen zoals de bladeren in het bos – in tegenstelling tot de saaie steriliteit van een propere wc.
Bovendien lenen lp’s zich tot hogere kunst. Het artwork op de hoezen van albums komt veel beter uit op lp’s. Die grote platte schijven zijn immers veel groter dan die kleine platte schijfjes die klein zijn. Size matters dan toch, blijkbaar. In het groot komt een hoes pas echt tot z’n recht. Cd’s zijn lelijk en worden gekenmerkt door saai artwork. Als dieptepunt geldt Kanye’s Yeezus. Bah. De lelijkheid van de cd maakt het album meteen ook slechter. Als de lp van Yeezus zou bestaan, dan zou die sowieso beter zijn.
Niet alleen de hoezen zijn hogere kunst te noemen; ook de schijven zelf bieden onbegrensde mogelijkheden – althans qua kleuren. Wie even geen zin heeft in stijlvol zwart, kan kiezen uit een hele waaier aan gekleurde lp’s die niet alleen waanzinnig mooi liggen op de decks, maar bovendien ook nog enkele euro’s meer kosten. Statussymbolen komen nu eenmaal met een prijs. Het verschaft me groot genoegen te weten dat mijn buurman zich voor het hoofd slaat van jaloezie als hij het bubblegumroze exemplaar van Joy Divisions Unknown Pleasures in mijn collectie ziet staan, wetende dat hij slechts de Chupa Chupsgroene versie heeft.
Het is dat snobistische, exclusieve en elitaire sfeertje dat rond vinyl hangt dat me op de kast jaagt. Het is ook fake. Iedereen – ook zelfverklaarde vinylfetisjisten – loopt op straat rond, terwijl ze op hun smartphones gecomprimeerde mp3’tjes streamen (nota bene van een bedrijf dat bedroevend lage vergoedingen aan artiesten uitkeert en investeert in oorlogsaandelen). De drager blijkt op zo’n moment dan toch van minder belang. Ik aanvaard echter de realiteit en zal onderduiken, samen met mijn geliefde cd die nu hetzelfde lot zal moeten ondergaan als vinyl de voorbije dertig jaar: verbanning naar kartonnen dozen op rommelmarkten, waar ze bepoteld worden door de klamme worstenvingertjes van mannen met gefumeerde brilglazen die op zoek zijn naar verborgen schatten. Geen paniek, in 2050 zullen we triomfantelijk wederopstaan. Het enige wat we nodig hebben, is een reeks die teert op vlot gemarkete nostalgie waarin een personage een cd bovenhaalt, en het zal op tiktok weer gaan wemelen van hipsters die jongleren met zilveren schijfjes. Zéker wanneer het een cd’tje van Kate Bush zal zijn.
Het worden ondertussen ongetwijfeld moeilijke tijden, en ik denk eraan om een geheim genootschap van gelijkgezinden op te richten om zodoende steun te vinden bij elkaar en te praten over hoe alles vroeger beter was. Wie zich aangesproken voelt, mag zich steeds inschrijven door een gele briefkaart te sturen naar de redactie. De rest mag gerust exclusief vinyl blijven kopen. Er zijn er nog beschikbaar van Harry Styles en van Adele. Op de rest zal u acht maanden moeten wachten.