Na drie popalbums waarin Jessie Ware met wisselend succes zocht naar een eigen stem, mikt ze nu op “What’s Your Pleasure?” volop op de dansvloer en omarmt ze haar lichamelijkheid. Het resultaat is een fijne discoplaat.
Laat er geen misverstand over bestaan: de titels, teksten en pompende baslijnen spreken allen de taal van seks, maar misschien is het dit keer meer dan een verkoopsargument. Ware geeft in interviews aan dat ze wil dat haar muziek zich leent tot achtergrond bij het spelletje van het beest met de twee ruggen, maar benadrukt tegelijk dat het niet meer is dan een fantasie, puur escapisme. Hier is een moeder van twee jonge kinderen aan het woord die wil ontsnappen uit haar keurslijf en schaamteloos luidop fantaseert. Het is de vluchtige en vrijblijvende lichamelijkheid die je kan ervaren tijdens een onbezorgd avondje dansen. In het titelnummer hijgt ze van ‘Just what I need / Come on now / Push, press, more, less / Here together / What’s your pleasure? / Stop, go, fast, slow / Here together / What’s your pleasure?’ Ware gaf in interviews aan dat ze het beu was om steeds als een gevoelig en getormenteerd popsterretje in een hoekje te worden geduwd en gaat nu – barstend van het zelfvertrouwen – voluit voor body positivism.
En zo werd What’s Your Pleasure? een fijne en veilige, maar kunstmatig geconstrueerde wereld als perfecte clubavond. Muzikaal vormt het een geïdealiseerd universum dat niet werkelijk bestaat maar in zichzelf wel zinnig is. Het is een snapshot van een niet bestaand moment, een samenvatting van seventies- en eightiesdisco in een hedendaagse productie. “Step Into My Life” klinkt als een nummer van Lionel Richie in de blender met Anita Ward’s “Ring My Bell” en strijkers van een balorkest. In opener “Spotlight” zet Ware zichzelf voor het voetlicht als de jonge Madonna die begin jaren ‘80 rondfladderde in de New Yorkse discotheken.
De teksten hebben volgens de zangeres bewust weinig om het lijf: ‘If you wanna know the truth / read my lips’ uit “Read My Lips” is geen Shakespeare, maar gaat dubbelzinnig op zijn doel af. Ze worden opgevangen door een vangnet van een uitgekiende productie. De grote ster op deze plaat is de basgitaar die op elk nummer van gedaante vervelt. Op “Mirage (Don’t Stop)” pulseert ze als de hartslag van twee mensen die zich tijdens een dans in elkaar verliezen en waarbij op de achtergrond de oohs en aahs bezwerende pirouettes draaien. “Ooh La La” is evenveel Tom Tom Club als Goldfrapp, met een baslijn die glibbert als een rubbertje, aangevuld met lekkere achtergrondpercussie op lege flessen en zweterige synthesizerlicks: ‘You can love me one time / You can love me two, two time / You get more of my time / If you’re gonna treat me nice.’ Oké dan, Jessie.
Naar het einde toe wordt de sfeer meer introspectief. De Britse popprinses verliest zich in de liefde in “The Kill”, waar dreigende synths het spelletje van aantrekken en afstoten een duister kantje meegeven. Afsluiter “Remember Where You Are” doet ons in euforische samenzang terug landen in de realiteit om deze volop te aanvaarden.
Het is het avondje in de disco zoals we die ons allemaal wel willen inbeelden. Heet, zweterig en wat-zien-we-er-goed-uit-op-de-dansvloer. Geen agressieve blikken in onze richting van ‘hey-heb-ik-iets-van-u-aan-misschien?’ Geen spanningen, enkel overdadig flirten, dansen, sjansen en schuren. Alle gevaar en problemen worden achtergelaten bij de deur. Dansen in de club is tot nader orde nog steeds verboden, maar in de beslotenheid van uw living staat het u alvast vrij om helemaal loos te gaan. Fijn dansplaatje, zij het niet foutloos. Daarvoor mist het soms de originaliteit om over de ganse lijn te boeien.