Einde 2016 debuteerde Raphael Malfliet met het even indrukwekkende als stekelige Noumenon, waarop hij resoluut een persoonlijke muze volgde met veel inspiratie uit de moderne avant-garde. Zijn nieuwe release, uitgebracht met het tienkoppige Large Ensemble van de titel, zet die koers onverdroten verder met opnieuw frappante resultaten.
De muziek van Raphael Malfliet beluister je niet voor je plezier. En nee, dat is geen belediging aan het adres van deze jonge bassist, componist en bandleider, maar een uitloper van het feit dat je bij weinig muzikanten zo’n honger om te exploreren voelt. Malfliets muziek is onderzoekend van aard, op zoek naar specifieke geluiden en combinaties. Dat is ook niet bedoeld om te suggereren dat hij zijn doel nog lang niet bereikt heeft of maar wat zit te hannessen op z’n creatieve stoel, maar om mee te geven dat je belandt in een omgeving waarin bepaalde wetmatigheden niet van toepassing zijn. Dat de resultaten op LE10 18-05 even eigenzinnig als ongrijpbaar laveren tussen hedendaagse en geïmproviseerde muziek zal het vast niet makkelijker te maken om aansluiting te vinden bij verwante artiesten, want die zijn in deze contreien vrij dun gezaaid. Het album zet Malfliet wél opnieuw op de kaart als een inventief en compromisloos artiest die zich omringd weet door een bijzondere en internationaal gekleurde band die samen met hem in staat is tot bijzondere resultaten.
Had je op Noumenon nog te maken met een bezetting die er – op papier, tenminste – redelijk conventioneel uitzag, dan krijg je hier te maken met een combinatie van vier blazers (Karin De Fleyt – fluit, Leonhard Huhn – klarinet/altsaxofoon, Elena Kakaliagou – hoorn, Henrik Munkeby Nørstebø – trombone), drie strijkers (Elisabeth Coudoux – cello, Cécile Broché – viool, Frantz Loriot – altviool), twee percussionisten (Carlo Costa en Toma Gouband) en Malfliet zelf op elektrische bas. Een zeer specifieke keuze die vermoedelijk niet alleen bepaald werd door wat Mafliet in z’n hoofd hoorde, maar ook tot wat deze combinatie van persoonlijkheden zou kunnen leiden, want veel meer dan een band die nauwgezet partituren uitvoert, is dit een ensemble dat de verwantschap met de gecomponeerde muziek laat samenvloeien met de aanwezigheid, de uitdagingen en de mogelijkheden van (vrije) improvisatie. Het is bovenal ook muziek die ruimte toelaat en de luisteraar niet voortdurend aan het handje houdt. LE10 18-05 biedt geen antwoorden, maar een onderdompeling in een eclectische combinatie van geluiden. Dit is een uitgestoken hand, een vraag om participatie of – op z’n minst – een betrokkenheid.
Het is duidelijk dat deze muziek de sporen draagt van een leider die de richting aanwijst, maar tegelijkertijd is deze combinatie van instrumenten en karakters ook iets dat ongetwijfeld van groot belang is voor de invulling van die afspraken en doelstellingen. De bezetting – instrumentatie, karakters, temperamenten – bepaalt mee de muziek; zowel binnen stukken waarin het ensemble als geheel in de weer is, maar zeker ook wanneer er wordt gewerkt met kleinere deelfracties in de buik van het album. Het brede bereik en de grote dynamiek van het ensemble komt misschien het mooist tot z’n recht in de uiteindes van het album. De eerste aanzwellende aanloop neemt zo’n drie minuten in beslag, om te belanden bij een volumineuze ontlading en vervolgens een beweging die herinnert aan de kwaakblazen van een kikker, met een opeenvolging van toe- en afnemende densiteit met een soms manisch repetitieve aanpak.
Maar net zo vaak als die collectieve armkracht gaat het ook om individuele controle over textuur, pitch en dosering. De stenen van Gouband kleuren het open “Supersonic”, dat volgestoken wordt met kleine details, aangestuurd door artiesten die ook gretig gebruik maken van allerhande onconventionele speeltechnieken, waardoor het ondanks de sturing van leider regelmatig ook herinnert aan de Britse school van vrije improvisatie die graag inzet op abstractie en klankonderzoek. Nog mooier is hoe die tijdelijke focus op pure klank wordt gecombineerd met een toenemende spanning door langere golven. Vervolgens gaat de focus naar kleinere secties. Zo nemen viool en fluit even het voortouw zonder ook maar een moment een concessie te doen. Krassende bewegingen en geperste lucht draaien rond elkaar in een dolle dans en gaan over in een plensbui van snokjes en fluitstoten met een percussief effect, terwijl je ineens beseft dat je ineens luistert naar een menselijk instrument: de stem. Of beter: de mondholte, via gesis, geknor en ronkend gespin.
Muziek die de oren doet spitsen, want “Scintillation” duwt je in een wereld van onwereldse geluiden. Vermoedelijk een combinatie van die blaasinstrumenten, maar het heeft iets van dieselmotoren op het water. Of hondengegrom. Het laat je stilstaan bij de vraag ‘wat hoor je?’ Soms, zoals in “Blazar”, heb je er het raden naar welk instrument je hoort: geplukte snaren? Klankschalen? Iets totaal anders? Het effect van preparaties? “Parcours”, het stuk voor percussie, klinkt dan weer alsof William Winant aan de slag gaat met scores van Zorn. Het tentet vindt elkaar uiteindelijk weer terug in het toepasselijk getitelde “Trajectory”, een excentriek kleurboek waarin kripkrappende interpuncties uitgespeeld worden tegen langer aangehouden golven met soms grove texturen. Ook hier lijkt Zorn een invloed te zijn in de manier waarop participanten haast spelenderwijs deelnemen aan een voortdurend bijgestuurde interactie.
Het maakt van LE10 18-05 zoals gezegd geen evidente luisteroefening. Collectieve en individuele interactie wisselen elkaar af met een duidelijke sturing die toch nooit ophoudt met verrassen en heel wat ruimte laat door improvisatie in te schakelen als ingredient om de boel extra fris te houden. Het mag dan ook niet verrassen dat Malfliet zowel gebruik maakte van grafische als conventionele scores om iets te bereiken dat op geen enkel moment doorsnee klinkt. Noumenon getuigde al van een persoonlijke artistieke visie. Dat hij er in geslaagd is om die ook te bewaren, of in te schakelen, binnen deze ambitieuze context, strekt hem dan ook tot eer én doet al uitkijken naar de volgende stappen in zijn parcours.