Ze waren begin jaren 2000 zonder veel twijfel de beste liveband van de planeet. En toen gingen ze meer dan tien jaar met vakantie. Nu Tool weer onder de levenden is, gingen we in Amsterdam kijken wat er van die feilloze livereputatie nog overblijft. Achteraf gezien zijn we beschaamd dat we daar ooit aan getwijfeld hebben. Want menslieveheer, wat was dàt een machtig optreden!
Twaalf jaar. Zo lang is het geleden dat we Tool nog eens aan het werk konden zien in Europa. De tournee van hun laatste album 10.000 Days bracht hen een paar keer naar deze kant van de oceaan, met een weergaloos concert in Vorst eind 2006, en een solide show als headliner op Pukkelpop een jaar later. In het decennium dat erop volgde, speelde Tool slechts sporadisch hier en daar wat concerten of een korte tour in de USA of Canada, maar de band vond het tijd voor een welverdiende pauze, die door allerhande omstandigheden absurde proporties aannam.
Maar goed, ze zijn hier eindelijk weer eens geraakt. Met twee nieuwe nummers op de setlist en een definitieve releasedatum van de nog titelloze plaat (30 augustus, lieve mensen!) onder de arm meerden Maynard, Danny, Adam en Justin begin deze maand aan in Europa voor een toer die mooi verdeeld werd tussen festivalaffiches en zaalshows. Maar naar onze bescheiden mening blijft Tool een band die het best tot zijn recht komt in een zaal. Zeker als je spreekt van een arena als de Ziggo Dome, die een cruciale rol zou spelen bij dit concert. Hop, naar Amsterdam dus.
Goede afspraken maken goede vrienden, moet Tool gedacht hebben. Al van bij het binnenkomen van de Ziggo Dome zie je overal papiertjes hangen waarop het uitdrukkelijke verbod staat om met eender wel toestel geluids-, foto-, of filmopnames te maken, op straffe van verwijdering uit de zaal. Ook voor het begin van het concert wordt dit tot twee keer toe luid en duidelijk omgeroepen. We delen zeker de terechte irritatie van de band omtrent de talloze gsm-toestellen die een concertbeleving danig kunnen vergallen. Maar we vragen ons ook af wat je als toeschouwer het meest stoort: de voorbuur die met zijn gsm een foto neemt, of een zaalwachter die met zijn toorts in het publiek schijnt en hem toe brult te stoppen of op te krassen. Qua buzzkill kan dat ook tellen.
Tool is een band van maniakale controlefreaks, laat dat duidelijk zijn. Letterlijk àlles aan deze show is tot in de kleinste details geregisseerd. We hebben zelden een band zo stipt weten beginnen (21u00 on the dot) en eindigen (23u00 on the dot). Ook de pauze was stipt getimed via een laserklok die aftelde tot het begin van de bisronde. Handig als je weet dat die pauze maar liefst twààlf minuten duurde. We begrijpen dat je na anderhalf uur spelen even wil uitblazen, maar tenzij je de noodzaak voelt om eens uitgebreid te kakken terwijl je de sportkatern doorneemt, is dat toch wel héél erg lang.
Wat we nog voorgeschoteld krijgen? Nagenoeg perfect geluid. Vanaf het gehijg dat openingsnummer “Ænema” inzet, lijkt het vanop onze stoel aan de overkant van het podium op het tweede balkon alsof we naar een cd zitten te luisteren. Alles kan je perfect horen, en de balans tussen zang en instrumenten zit van meet af aan perfect. Het helpt uiteraard als je in een zaal optreedt die speciaal voor grote concerten is gebouwd, en niet voor (we zeggen maar wat) pistiers op hun koersfiets tachtig jaar geleden, maar qua geluidstechniek is dit van een ongeëvenaard niveau. Niet verwonderlijk dat we na anderhalve minuut in dat eerste nummer al als een idioot zitten mee te drummen. Zelden zo snel in een concert meegezogen vanop ruw geschat honderd meter van het podium. Straf, héél straf.
Uiteraard ligt dat niet enkel aan de technische hoogstandjes van de geluidscrew. De band zelf staat te spelen als een Zwitsers uurwerk. Niet alleen is het viertal perfect op elkaar ingespeeld, maar we blijven ons erover verbazen dat een groep bestaande uit slechts drie muzikanten en een zanger zo’n onwaarschijnlijk vol en stuwend geluid kan voortbrengen. De climax van “Ænema”, bol van donderde basdrums en Adam Jones’ kenmerkende jankende gitaren, dendert als een stampede door de Ziggo Dome, waarna Tool met “The Pot” nog een venijnige klets uitdeelt, wanneer de rollende baslijnen van Justin Chancellor weergaloos op de botsende ritmes van Danny Carey surfen. Ook Maynard laat duidelijk horen dat hij zijn stem feilloos in de hand heeft, en permitteert het af en toe om alternatieve zanglijnen en timings te hanteren, zonder evenwel de kantjes ervan af te lopen. Tijdens het tweeluik “Parabol/Parabola” demonstreert hij met verve zowel de zachte, zalvende kant van zijn stemgeluid, om vervolgens het steviger tweede deel te ondersteunen met krachtige vocale uithalen. Alles perfect onder controle, we zeiden het al.
En dan is het tijd voor het nieuwe werk. We hadden ons oor al eens te luisteren gelegd bij de vele (al dan niet ‘opgekuiste’) opnames die het internet rondzwerven, maar doe uzelf dat niet aan. Want wat we hier te horen krijgen, doet het prutswerk van al die amateur-producers verbleken. De twee lappen van twaalf minuten die de wereld in zijn gegaan als “Descending” en “Invincible” zijn geschoeid op de leest van nummers als “Wings For Marie” of “Right In Two”, en diepen de minder directe, meer atmosferische kant van Tool uit. Er wordt gespeeld met alternerende ritmepatronen, spanningsbogen en sfeerschepping. “Descending” is duidelijk meer organisch en vloeiend gecomponeerd dan “Invincible”, dat gedragen wordt door zo’n heerlijk dreinend staccato-ritme waar de tandem Jones-Chancellor stilaan een patent op kan krijgen. Maar hoewel “Invincible” misschien het meest ‘metal’ nummer van de twee is, laten we ons toch makkelijker mee zuigen door het bijna psychedelische “Descending”. Misschien heeft het ook iets te maken met de geweldige video- en lichtshow die hier voor de eerste keer écht zijn kunnen laat zien.
Een Tool-concert is traditiegetrouw een streling voor het oor en het oog. Het viertal was al halverwege de jaren negentig een pionier op het vlak van visuele beleving tijdens hun optredens, wat zich in de loop der jaren bestendigd heeft in een ijzersterke reputatie als het op het gebruik van licht, lasers en video’s aankomt. Ook nu stelt Tool niet teleur: de zeven enorme rechthoekige videowalls tonen een mix van op maat gemaakt beeldmateriaal en de fantastische videoclips die de band rijk is. Zo ook bij “Schism”, dat tussen de twee nieuwe nummers wordt geplaatst, waar we de acrobaten uit de video huizenhoog over het scherm zien bewegen. Ook de imposante licht- en lasershow is niet minder dan indrukwekkend, maar blijft ver weg van nodeloze kitscherige exploten, en is perfect afgestemd op de muziek. Het maakt er de beleving alleen maar intenser door, net zoals die onverwachte adrenalineopstoot halverwege “Schism”. Dat was even schrikken zeg!
De reguliere set wordt afgesloten met drie absoute hoogtepunten. Een verschroeiend “Intolerance”, als enige nummer uit debuutplaat Undertow, herinnert ons aan de primitieve oerkracht van Tool uit zijn beginperiode, die — zo blijkt — nog niet versleten is. Mensen, wat een oplawaai! Headbangfeestje “Jambi” doet zelfs de immer statische Adam Jones in beweging schieten (hij wandelt zowaar het podium eens over) vooraleer die heerlijke talkbox-solo uit zijn mouw te schudden. En in “Forty-Six And Two” dondert Danny Carey’s magistrale drumbreak als een orkaan door de Ziggo Dome. Met dat laatste hoogtepunt, door die feilloze uitvoering en het visuele stuntwerk, bereikt dit optreden een fantastische climax.
En toen gingen we lekker uitgebreid pauzeren. Ja, we blijven erover emmeren, maar het haalt echt wel even de stekker uit de machine. En het duurt daarna ook echt wel even vooraleer de motor terug aanslaat. Danny Carey’s drumsolo “CCTrip” is knap, maar die hebben we nu niet meteen nodig om overtuigd te worden van ‘s mans kunde achter de vellen. Het is geen geheim dat die van Tool enorme Rush-fans zijn, maar laat dit alstublieft niet ontsporen tot zo’n ellenlange Neil Peart-pietje-trek-sessie.
Neen, geef ons dan toch maar die uppercut van “Vicarious” die de zaal door een auditieve en visuele rollercoaster sleurt (die trip langs die hoofden-zuilengalerij! Whoaaa!), of afsluiter “Stinkfist”, dat halverwege zelfs een kleine jamsessie meekrijgt, waardoor het optreden alsnog op een hoogtepunt eindigt, en de band (waaronder de kinderen van Danny en Adam, die het podium op mogen) duidelijk tevreden afscheid neemt van een uitzinnige Ziggo Dome. U mag ons daar gerust bij rekenen.
Want dit mocht misschien niet het perfecte optreden zijn, het kwam verdorie wel héél dicht in de buurt. Tool mag dan wel uit een bende totale controlefreaks zijn opgetrokken, het zijn ook maniakale professionals die ervoor zorgen dat elk optreden een muzikaal, auditief en visueel spektakel wordt. In dat opzicht zet Tool, zelfs na al die jaren afwezigheid, hier in Amsterdam zichzelf weer helemaal bovenaan de lijst van beste livebands op deze planeet. Waarom zou je dan in godsnaam naar je telefoon zitten staren?
Tool headlinet Rock Werchter op vrijdag 28 juni. Geniet ervan, mensen!
Nagenieten. Merci Bart