TIPS VOOR 2018: Shame :: ”Ik weet bij een optreden ondertussen al wat mijn gewicht kan dragen en wat niet. Dat noemen ze ervaring zeker?”

De hele maand januari blikt enola.be vooruit op het jaar dat komt. In Tips voor 2018 laten we enkele van de meest belovende artiesten aan het woord. Hou ze in de gaten en onthoud waar u voor het eerst over hen las.

Lang geleden dat lawaai nog eens zo vuil mocht klinken als op het debuut van Shame. Het nogal sarcastisch getitelde Songs Of Praise telt tien lekkere lappen smerigheid met een boodschap, geschoeid op een postpunkleest die ooit van Mark E. Smith moet zijn geweest — in een tweedehandswinkel vind je alles, mijnheer. Dit Britse kwintet speelt de rest van 2018 nu al op een hoopje, maar kijkt altijd eerst voorzichtig in het rond: “Als we al eens iemand in gevaar brengen, dan enkel onszelf.”

Shame: veel kans dat u er tot vandaag nog niet veel over gehoord hebt, maar dat gaat veranderen. In Groot-Brittannië liet het vijftal al van zich spreken met hevige concerten en een sarcastische ode aan Theresa May, met debuut Songs Of Praise — dank u BBC, sorry BBC — onder de arm mag de rest van Europa er ook aan geloven. Dit vijftal bewijst met bijtend genoegen dat postpunk nog kan klauwen, dat rock zijn essentie nog niet kwijt is. En toch fronsten we even: hoe komen prille twintigers bij een genre uit dat zijn beste dagen begin jaren tachtig had? Zanger Charlie Steen haalt zijn schouders op.

Steen: “We maken gewoon het soort muziek waar we zelf naar willen luisteren. Ik was nu eenmaal altijd geïnteresseerd in de muziek die mijn ouders me lieten horen. En geef toe: de muziek van vandaag is ongelofelijk onorigineel, terwijl die bands van toen spraken over dingen die ook nu nog belangrijk zijn, sociale en politieke onderwerpen die je niet kunt negeren. Niet dat we dat wilden na-apen, maar het sprak ons wel aan.”
“Toen we begonnen hadden we niet eens eigen versterkers, nauwelijks gitaren, en ons drumstel hing aan elkaar met ducttape. De eerste twee maanden had ik niet eens een microfoon: we zochten het allemaal zelf maar een beetje uit. Josh, onze bassist, is trouwens de enige die echt een instrument — drum en gitaar — heeft gestudeerd. De rest heeft zichzelf de boel maar aangeleerd.”<br
enola: Klopt het verhaal dat jullie zijn beginnen spelen op het materiaal van Fat White Family?
Eddie Green (gitarist): “De vader van onze drummer is goed bevriend met de uitbater van The Queens Head, een pub in Brixton waar zij repeteerden. Hun toetsenist woonde ook in die repetitieruimte en toen wij begonnen, mochten ook wij daar oefenen. Zo komt het dat we veel materiaal met hen delen. Zij “leenden” overigens net zo goed van ons. Als je daar iets liet liggen was het vogelvrij verklaard en moest je niet verwachten dat je het nog terugzag.”
Steen: “Alles daar was permanent geleend.” (lacht)

enola: Hoe zou je zelf je evolutie sinds die begindagen omschrijven?
Green: “We hadden aanvankelijk geen idee wat we muzikaal wilden doen. We zwalpten van genre naar genre, pas de laatste twee en een half jaar slaagden we erin een liveshow te brengen die toch iets van structuur en coherentie vertoont. Onze songs verschillen nog altijd erg van elkaar, maar we zijn erin geslaagd ze toch te doen werken als een complete plaat, waar het vroeger een mishmash was.”
enola: De plaat klinkt inderdaad heel coherent. De verdienste van jullie producers Dan Foat en Nathan Boddy?
Green: “Dat denk ik wel. Dan en Nathan hebben een eerder elektronische achtergrond, dus de manier waarop we hebben opgenomen is eerder onorthodox voor een gitaargroep. We hebben voordien nochtans met misschien wel een dozijn klassieke rockproducers geprobeerd om ons livegeluid te vatten, maar dat leverde vooral frustratie op: het klonk nooit echt zoals we wilden. Nathan en Dan gooiden die benadering overboord, en hebben de plaat heel strak — met een clicktrack, gemetronomiseerd — opgenomen, zonder enige ruimte voor improvisatie. Zo hadden we nog nooit in een studio gespeeld, maar net die benadering gaf ons de mogelijkheid om nadien nog veel met de songs te spelen. Het liet ons toe om met tien erg uiteenlopende nummers naar de studio te trekken, en toch met iets samenhangends naar buiten te komen.”
enola: Ik ga jullie niet beledigen door het popmuziek te noemen, maar de productie doet de melodieën wel blinken.
Steen: “Alleen al hoe de drums werden opgenomen, toont dat aan: op een bepaald moment had Charlie, onze drummer, enkel een snaredrum om op te meppen — de rest was van rubber. Zo konden we elk element heel gecontroleerd opnemen. Nu, daar had ik zelf allemaal niets mee te maken. Nathan zorgde dat de muziek opgenomen werd, ik en Dan hebben de zanglijnen in een slaapkamer opgenomen. Hij plugde een microfoon in, smeet een deken over me, en zo gingen we aan het werk.”
enola: Een deken?
Forbes: “Klonk het best, was het comfortabelst. We hebben opnames geprobeerd in zo’n typische vocal booth in de studio, maar dan zat Dan ergens meters verder in zijn controlekamer: te veel afstand voor me. Ik kon hem niet zien, en dat haat ik. Ik kon goed met Dan overweg, dus terwijl de rest van de band een sandwich at, verdwenen wij even voor de opnames van een zanglijn. Mijn studio-ervaring was op die manier een pak relaxter. Ik hoop echt dat de productie van Dan en Nathan de erkenning zal krijgen die ze verdient.”
enola: Dat het geen punkbenadering was, heeft jullie nooit gestoord?
Forbes: “Neen. We hoeven ook geen punk te zijn.”
Green: “Ik zie ook niet hoe je iets opnemen al dan niet punk kunt noemen. We hebben bij andere producers in het verleden tegengesparteld om met een clicktrack op te nemen, tot we ons bij Dan en Nathan realiseerden dat die vrije benadering niet werkte voor ons, en we het anders hebben aangepakt. Dat bleek te werken, dus aarzelden we niet, want puntje bij paaltje genieten we van die manier van opnemen. En wat het oplevert: dat we van elk nummer kunnen maken wat we er van willen maken, in plaats van op één take te moeten leunen.”
Steen: (lachje) “Ik hoop dat onze muziek nu sowieso toch wat creatiever en complexer is dan in het begin. Het meest recente nummer op onze plaat is de opener, “Dust On Trial”, en is in een 7/8e maat geschreven. Dat hebben we bijvoorbeeld van andere bands afgekeken. En we hebben ondertussen geleerd wat muziek opnemen inhoudt, en ook daar neem je dingen van mee. Nu denken we na over hoe iets op plaat zal klinken. We beseffen nu hoe alles nog kan veranderen. Vroeger klonk alles rauwer, denk ik. Tekstueel zie ik mezelf ook verder gaan op dit pad en meer praten over sociale onderwerpen. Dat gezegd zijnde: we beseffen dat we nog jong zijn en nog erg hard zullen evolueren. Deze plaat moest echter even een moment vatten, en dat was hoe wij op een erg jonge leeftijd leerden hoe we moeten spelen, optreden, dingen doen die we ons nooit in onze dromen hadden kunnen voorstellen. Weet je, we hadden de plaat kunnen uitstellen tot we twee of drie meer recente songs hadden, maar dat zou niet juist gevoeld hebben.”

enola: Voelt het niet gek om te weten dat jullie nu nog twee jaar in dat erg jonge gevoel zullen moeten blijven hangen?
Forbes: “Niet als we nieuwe songs schrijven. (lachje) Het zou moeilijk zijn als we die songs beu waren, maar dat is niet zo. Je kunt er live ook zoveel kanten mee op, zeker zoals wij het benaderen. Een optreden leunt niet op de songs alleen, maar op alles wat er omheen hangt: het publiek, hoeveel drugs ze hebben genomen, hoeveel wij gedronken hebben, de zaal, het uur van de dag, of het een festivalshow is of niet … Maar ja, we gaan dus nieuwe songs blijven schrijven en meteen spelen. We voelen ons niet beperkt tot wat we nu hebben.”

enola: Jullie maken er live altijd een chaotisch alles-kan-alles-mag van. Waar komt dat vandaan?
Steen: “De eerste concerten die we gaven, waren voor ongeveer niemand. We waren zeventien, traden ongeveer drie keer per week op, maar dat was telkens voor vijf of zes man. Als je het er dan voor over hebt om elke keer weer al je materiaal in te laden om helemaal naar Peckham te rijden voor dertig pond, dan heb je geen zelfbewustzijn. Je stelt je geen vragen over wat die paar man wel niet van je zal denken, je gaat er gewoon over. En dus begon ik mijn hemd uit te trekken. Dat was aanvankelijk best een geladen daad: ik was een vrij mollige puber, op het podium kon ik me héél eventjes ongenaakbaar voelen. We spelen ondertussen voor veel meer volk, maar ik probeer die attitude vast te houden.”
enola: Zou je zeggen dat de muziek je meesleept?
Green: (gniffelt)
Steen: “Neen. Enfin. ik weet wat ik aan het begin van de set doe, en wat ik op het einde ga doen. Het beste is echter dat stuk tussenin dat ik niet plan. We hebben zoveel gespeeld dat er natuurlijk genoeg domme dingen zijn gedaan. We hebben best wel wat moeten betalen voor dingen die we hebben kapotgemaakt, dus ik heb ondertussen toch een soort van half bewustzijn van wat ik doe en zou kunnen breken, terwijl ik voorheen maar wat deed. Maar bon, dat is gewoon ervaring. Noem het gecontroleerde chaos.”
Green: (droogjes) “Noteer dat “controle” hier vrij losjes wordt gebruikt. (lacht) Er zijn nogal wat fouten gebeurd op dat vlak in het verleden, maar het klopt: het middenstuk van de set is het leukste, want dan sta ik al spelend gewoon te kijken waar Charlie nu weer op klimt of aan slingert dat het misschien niet zal houden. Het voegt een vleugje gevaar toe aan de set. Neem nu die keer in Brighton dat hij aan een luster hing te slingeren. Dat was hilarisch. Het ding is uiteindelijk ook neergestort.” (grijnst)
enola: Wat is het gekste dat je gedaan hebt, Charlie?
Green: “Hij heeft wel wat keuze.”
Steen: “Ik weet het niet. Weet je, ik denk niet dat het ooit echt gevaarlijk is geweest.”
Green: “Dat is waar. We brengen nooit anderen in gevaar. Als er al iets riskant is, dan enkel voor hem, of hoogstens voor één van ons ook. Dingen gebeuren, soms zijn ze gevaarlijk, soms redelijk onverantwoord, maar wat we ook doen, er is ergens in de loop van de geschiedenis een band geweest die honderd keer gekker is geweest.”

enola: Mogen we het qua gekte toch jammer vinden dat de plaat niet Marmite heet, naar het typisch Britse broodbeleg op basis van biergist?
Steen: (schatert) “Ik vond dat nochtans echt een goeie titel, maar dat is Songs Of Praise ook, en die verkies ik toch. Marmite was legaal ook gewoon lastig geweest, gezien het een beschermde merknaam is. We moesten nu al even checken met de advocaten van de BBC of we de titel van hun religieuze koorprogramma mochten gebruiken. De presentator daarvan is een paar maanden geleden veroordeeld voor seksueel geweld, trouwens — erg christelijk.”
Green: “We vonden het wel grappig om onze plaat zo te noemen, en dan ook het artwork zo misleidend te maken. Het idee was om de verpakking ongeveer tegenovergesteld te maken van wat we brengen. Ik hou wel van het idee dat iemand deze plaat koopt voor de hoes, op zijn koptelefoon afspeelt en dan hoort wat wij maken.”

enola: We missen ook “Visa Vulture”, jullie hekelsong over Theresa May toen ze nog Minister van Binnenlandse Zaken was.
Green: “Dat nummer paste niet echt tussen de rest. De productie van de plaat is erg consistent, en dat nummer had de flow ervan hoe dan ook verstoord. Tien songs is ook een goed getal voor een debuut.”
Steen: “Net lang genoeg om niet saai te worden. En “Visa Vulture” is naar mijn gevoel ook echt iets aparts, heel erg verbonden met dat moment. Als dat op de plaat stond, kon je er net zo goed een datumstempel op drukken. We hebben het uitgebracht toen het gepast was, het hoort daar. Maar ergens heb ik er spijt van, hoor.”
enola: Het is ook veel explicieter politiek dan de andere songs op Songs Of Praise.
Steen: “Ik hou het liever bij maatschappelijke commentaar dan echt politiek te worden. Zelfs “Visa Vulture” was eerder als subtiele satire bedoeld, zoals ook TV Personalities dat in de jaren tachtig deed. Ik weet dat het refrein aan duidelijkheid niets te wensen over laat, maar de rest doet dat veel minder, en zo heb ik het graag.”

enola: “Friction” windt er anders geen doekjes om: “Do you ever help the helpless? Do you give them any time? Do you ever bully your conscious?”

Steen: “Dat schreef ik na gesprekken met mijn moeder en mijn vriendin. Zij studeert aan Goldsmith University, leeft in een bubbel waar iedereen zich van alles wat fout loopt in de wereld bewust is, terwijl mijn moeder, afkomstig uit Newcastle, ooit de smeltkroes Londen werd ingeworpen. Toen we daarover spraken, was er net over de Brexit gestemd, ging Theresa May de regering leiden en werd Trump verkozen. Dan sta je daar in je eigen wereldje, met het gevoel dat er vooruitgang wordt geboekt, terwijl je tegelijk de indruk krijgt dat alles terug naar af gaat. Dat creëert een tweespalt die ik wilde benoemen.”

enola: Waar komt die neiging vandaan om vanop de zijlijn de maatschappij te becommentariëren? Zit dat in de Britse genen, of doe je dat omdat je nu eenmaal met die erfenis bent opgevoed?
Steen: “Als Engelsman beland je onvermijdelijk in dat straatje. Mijn favoriet in dat genre is trouwens “Up The Junction” van Squeeze. Dat is voor elke Londenaar, iedere Brit zelfs, een herkenbaar verhaal waar je altijd troost in zal vinden. Ik denk dus dat het iets typisch Brits is, dat becommentariëren. We vinden het nu eenmaal geweldig om te kunnen klagen: we verspillen waarschijnlijk de helft van ons leven aan praten over het weer, terwijl het negen maanden van het jaar regent, en dus perfect normaal is. Ach, het zal ergens wel gewoon menselijk zijn om anderen te becommentariëren.”
enola: En toch. Elke andere tiener, waar dan ook ter wereld, die songs begint te schrijven, gaat in de eigen navel pulken.
Steen: “Dat is inderdaad de vraag als je songs begint te schrijven: waar zing je over? Over relaties is gemakkelijk, en dus gaat veel popmuziek over onbeantwoorde liefde, seks of liefde, seks en liefde. Daar draait het om. De meerderheid van onze maten luisterden echter naar hiphop toen wij begonnen. Al die narcistische, opschepperige nummers over geld en meisjes, daar kon ik me niet echt in terugvinden, en dus ging ik schrijven over hoe ik niets had. Daar kon ik me namelijk wel in herkennen. Ik had geen meisje, geen geld, wat dan ook. Het was belangrijk om het daar eens over te hebben.”

Konkurrent
Dead Oceans

recent

Einstürzende Neubauten :: Rampen (apm: alien pop music)

Vijftien probeersels. Vijftien live-improvisaties die in de studio opnieuw...

Masters Of The Air

Toen begin deze eeuw Band Of Brothers verscheen, sloeg...

Fontaines D.C. :: Starburster

Fontaines D.C. for the bigger and bolder: vierde album...

Manu Chao

16 april 2024Het Bau-Huis, Sint-Niklaas

Morrissey wilde op de Lokerse Feesten geen paardenworst, Manu...

Civil War

Nog voordat iemand de film gezien had, veroorzaakte Alex...

verwant

Eindejaarslijstje 2023 van Matthieu Van Steenkiste

Afgaand op wat hieronder staat was 2023 vooral wat...

Misty Fields 2023 :: Een hitmachine van een andere planeet

Vorig jaar staken we er nog een teen in...

Cactus Festival 2023 :: Wankel als een dronken paalwoning

Veertig kaarsjes, daar heb je een grote adem voor...

Shame

Cactusfestival, Brugge

Shame

5 april 2023Ancienne Belgique, Brussel

Vijf jaar is Shame ondertussen publiek actief, en dat...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in