Eind vorige maand werd Paul Weller negenenvijftig. Dat is natuurlijk maar de officiële versie, want in werkelijkheid is zijn biologische klok blijven stilstaan op vijfendertig. Van eindeloopbaanstelsels en pensioenplannen ligt hij dus nog lang niet wakker, integendeel: de laatste jaren is Weller vitaler dan ooit en verblijdt hij zijn fans met nóg meer, nóg betere platen en met nóg langere, nóg straffere livesets. Zijn laatste plaat A Kind Revolution en zijn passage in de AB vormen daarop geen uitzondering.
Het begint een leuke traditie te worden: ongeveer om de twee jaar brengt de Modfather in de lente een nieuwe plaat uit, een paar weken later komt hij die uitgebreid voorstellen in de AB. En Weller in de AB, dat betekent niet alleen een invasie van (heel wat Britse) fans met Fred Perry-shirts en misplaatste modkapsels, maar ook een feest met klassiekers en nieuw werk, gebracht door een levende legende die er zin in heeft en wordt geflankeerd door een uitstekende band.
Weller pende in zijn vier decennia overspannende carrière een pak onvervalste klassiekers bij elkaar. Opvallend genoeg zitten daar geen échte wereldhits bij die de rest van zijn songcatalogus overschaduwen. Daardoor heeft hij in het buitenland nooit de grote zalen gevuld of festivalaffiches aangevoerd, maar het heeft ook als gevolg dat het aantal mensen dat ‘alleen voor die ene hit’ komt beperkt blijft tot een minimum. Het geeft hem ook de vrijheid te spelen wat hij zelf wil, zonder al te veel toegevingen te moeten doen. Op die manier blijft het ook voor de habitués op Weller-concerten toch nog altijd een beetje spannend.
The public gets dus niet noodzakelijk altijd what the public wants, want zoals gezegd moest er gisteren ook nieuw werk gepresenteerd worden. Het eerste deel van het concert bestond bijgevolg voor een groot stuk uit materiaal van het kraakverse A Kind Revolution en van het twee jaar oude Saturns Pattern. Die blend pakte heel goed uit, want beide platen zijn qua sfeer aan elkaar verwant. Met de toepasselijke opener “I’m Where I Should Be”, “Nova” en de vol overgave gebrachte Style Council-relikwie “My Ever Changing Moods” tekenden we al snel de eerste hoogtepunten op, maar ook “Long Time” en “Saturns Pattern” kwamen erg goed uit de verf in dat eerste stuk.
Even verderop in de set volgde er met “Have You Ever Had It Blue?” trouwens nog een nummer van The Style Council. Vieze goesting? Toeval? Om de fans van The Jam te jennen? Nee, want ook deze luxe kan Weller zich permitteren: uit zijn imposante oeuvre nét die nummers plukken die een zekere affiniteit hebben met het nieuwe werk. Op A Kind Revolution grijpt Weller geregeld terug naar de jazzy soulpop van zijn solodebuut, dus was het geen verrassing dat “Above The Clouds” werd gespeeld. Maar vooral door het nieuwe “She Moves With The Fayre” te koppelen aan het oude “Into Tomorrow” bewees Weller dat het nieuwe werk zeker niet onderdoet voor die gevestigde waarden.
Twee nieuwe songs die de setlist jammer genoeg niet haalden, waren “Long Long Road” en “The Cranes Are Back”. In de plaats daarvan kregen we “Going My Way” en “You Do Something To Me”. Niet dat dat laatste echt had gemoeten; hoewel het een publieksfavoriet blijft (vroeger het aanstekermoment, nu gaan de smartphones de lucht in), heeft Weller die song niet meer nodig om zijn concerten naar een hoger niveau te tillen. Een minder moment vonden we ook het eerder vlakke “Wild Blue Yonder”. Het is slechts detailkritiek, want het stelt allemaal niks voor in een set van net geen dertig songs die afklokte op goed twee uur en een kwartier.
Veel tijd om te kniezen was er niet. In het tweede, iets minder gepolijste deel, bladerde Weller een paar hoofdstukken terug in zijn songbook. “The Impossible Idea”, “White Sky” en “Woo Sé Mama” waren nog van recente makelij, maar met “Up in Suze’s Room”, “Friday Street”, het onverwoestbare “Porcelain Gods” en “Peacock Suit” kwam de nadruk toch vooral te liggen op het betere en bekendere werk van Stanley Road en Heavy Soul, twee van zijn meest succesvolle soloalbums uit de jaren 90. De ‘reguliere set’ werd afgesloten met “Start!”, een oudje van The Jam.
Nu ja, wat heet afsluiten? Je weet immers dat er nog een heleboel toegiften zullen volgen, en dat Weller na anderhalf uur spelen nood heeft aan een rookstop. De eerste ‘bisronde’ was eerder een unplugged intermezzo, met uitgebeende, semi-akoestische versies van “Wild Wood”, “Monday” (van The Jam), “What Would He Say?” (dat de selectie voor A Kind Revolution net niet haalde) en “Out Of The Sinking”. In de tweede bisronde dikten “These City Streets”, “Hung Up”, “Come On / Let’s Go” en het onvermijdelijke “The Changingman” de hoge score nog wat verder aan. Het laatste woord was voor “Broken Stones”.
We zeiden het al in onze bespreking van A Kind Revolution: Weller wordt met de jaren nóg beter. Datzelfde kan ook gezegd worden van zijn begeleidingsband. Met de vijf muzikanten die hem vergezellen, heeft hij een groep rond zich verzameld waarop hij intussen blindelings kan vertrouwen. Ze kennen elkaar ook door en door. Niet alleen zitten bassist Andy Crofts, percussionist-drummer Ben Gordelier en nieuwe toetsenman Tom Van Heel (ooit nog bij From The Jam) samen in The Moons, gitarist Steve Cradock heeft intussen wellicht meer shows met Weller op de teller staan dan met Ocean Colour Scene en ook drummer Steve Pilgrim (The Stands, Cast) is nu toch al een jaar of tien van de partij.
Dat de vijf ook gráág samenspelen, bewezen ze vorig jaar nog, toen ze de leemte tussen twee Weller-albums opvulden door zelf een album uit te brengen als The Songbook Collective. Maar hoe belangrijk elke schakel ook is in de groep, het zijn vooral Crofts en Cradock die zich als sidekick om beurten in de kijker mogen spelen: de ene met zijn potige baslijnen — en sterke zangpartijen in het nieuwe werk –, de andere door zijn snedige gitaarwerk in de oudere songs.
Het etiket grumpy uncle dat Weller jaren geleden kreeg opgekleefd, is ondertussen al lang verbleekt. Buiginkjes, kushandjes, zelfs één keer ‘hartje-klop’: het was duidelijk dat ook Weller zelf –met een strak, roze retrowieler-T-shirt van het Belgische merk Magliamo aan — zich gisteren stond te amuseren in de AB. Voeg daar een evenwichtige, gevarieerde en zo goed als vlekkeloos uitgevoerde selectie uit een indrukwekkende discografie bij, en je weet dat dit naar meer smaakt. Zonde dat Thierry Steady Go, de betreurde dj die in het verleden geregeld het publiek mocht opwarmen voor Weller, dit niet meer mocht meemaken!
Wie er niet bij kon zijn: tijdens het eerste weekend van september speelt Paul Weller opnieuw in ons land, deze keer op Crammerock.