Nadat ze met Do Hollywood een van de meest geestige debuutplaten van dit jaar afgeleverd hebben, komen The Lemon Twigs live bewijzen dat kitsch en popdeunen perfect in een innige omhelzing genomen kunnen worden. Dat de tienerbreinen achter de band door Jonathan Rado van Foxygen min of meer op het rechte pad gehouden werden tijden de plaatopnames, is vast geen toeval.
De speelsheid die zo bepalend is voor Foxygenconcerten, maakt immers ook hier de dienst uit, zo blijkt vrij snel nadat het duo, aangevuld met een keyboardspeler en een bassiste die in een wedstrijd om het coolst kijken verwikkeld lijken, in een volgestroomde Witloofbar zijn opwachting maakt. Gelukkig maar, want opener “I Wanna Prove To You” gaat grotendeels de mist in door een absoluut rommelige klank.
Dat wordt na enige tijd min of meer rechtgetrokken, zij het dat Michael en Brian D’Addario er alles aan lijken te doen om te zien hoe ver ze kunnen gaan in het saboteren van hun eigen concert zonder dat de boel de mist in gaat. Het doet wat denken aan een tiener die besluit om in een gestolen winkelkar een steile helling naar beneden te sjeezen, gewoon, om te zien of het kan, en daar aangekomen tot zijn eigen verbazing vaststelt dat het antwoord “ja” is.
Brian, die de eerste helft van het concert de vocalen waarneemt, maalt niet om toonvastheid, wat wordt goedgemaakt door de bijna virtuositeit die hij op gitaar aan de dag legt. Zie wat dat laatste betreft ook Avi Buffalo tijdens z’n magische begindagen. Jongere broer Michael mept er ondertussen op los alsof hij eindelijk de drumpartijen van de eerste Black Sabbathplaten onder de knie wil krijgen. Dat alles gebeurt echter met zo’n enthousiasme dat de muziek zowat onweerstaanbaar wordt.
Zo klinkt “Haroomata” als seventies-Queen en wanneer “These Words” ingezet wordt, wordt de song onthaald alsof het een van de grootste hits van de voorbije jaren is. En eerlijk: het nummer heeft die allures, zij het dat het enkele decennia te laat uitgebracht is. Desondanks: heerlijke opbouw en meezingen maar.
“How Lucky Am I?”, zonder drum en bas ditmaal, zorgt voor een heus Paul McCartney-moment, wanneer Brian aan de elektrische piano plaatsneemt en zijn mannelijke kompanen een efficiënt koortje vormen.
Brian is bovendien een betere drummer dan zanger, zo blijkt tijdens de tweede helft van het concert, wanneer hij met zijn jongere broer van plaats wisselt. Die laatste laat zich dan weer gelden als een bastaardachterkleinzoon van Pete Townshend. Hoe langer het concert duurt, hoe meer het er trouwens op lijkt dat de band vooral tracht “Baba O’Riley” zo dicht mogelijk te naderen zonder het nummer écht te spelen.
Bijna gaat het gezelschap compleet uit de bocht wanneer in het nieuwe “So Fine” ook Michaels stem overslaat, maar de overgave waarmee het aan vroege Beatles refererende nummer gebracht wordt, maakt veel goed. Datzelfde geldt voor de wel heel rudimentair gebrachte cover van Alex Chiltons “All Of The Time”. “As Long As We’re Together” had een epische afsluiter kunnen zijn, maar The Lemon Twigs besluiten ook die climax te saboteren, al lukt dat maar half: het nieuwe “Queen Of Our School” barst van de perfecte (over)dosis jeugdige onbezonnenheid om enthousiast de nacht in te duiken, een teenage wasteland tegemoet.