Een van de albums waar wij in 2013 het meeste plezier aan beleefden, was het debuut van de Australische band Jagwar Ma. Howlin kwam uit het niets, uiterst charmant en dansbaar, onze richting uit. Vol verwachting keken we uit naar een opvolger, maar jammer genoeg stelt Every Now & Then teleur.
Jagwar Ma wordt gevormd door producer Jono Ma en zanger-gitarist Gabriel Winterfield. Op zijn eerste langspeler Howlin slaagde het tweetal erin om het geluid van de eerste Summer Of Love in 1967 (The Beach Boys, The Who, The Monkeys, …) aan dat van de tweede te paren, die van de acid-house in 1988/1989. Het leverde een prikkelend, opzwepend album op dat heel wat invloeden moeiteloos wist te combineren. Ma en Winterfield komen uit Australië, op ongeveer gelijke afstand van Europa en Amerika. Het gaf hen de mogelijkheid om, zoals Winterfield in een recent interview met Stereogum aangaf, “uit te pakken met een symbiose van beide vormen van kunst en muziek”. Ook op het podium was Jagwar Ma licht ontvlambaar, we herinneren ons nog hun driftige doortocht in de Castello van Pukkelpop drie jaar geleden.
Every Now & Then is opgetrokken uit dezelfde bouwstenen als Howlin, maar blijft met moeite overeind en valt naar het einde toe zelfs als een kaartenhuisje ineen. Het album kabbelt maar wat voort en mist energie, spanning en punch. Op de vooruitgeschoven single “Give Me A Reason” heeft de band meer dan zeven minuten nodig voor wat het vroeger in de helft van die tijdspanne beter kon. Naar verluidt deelde de band tijdens de opnames van dit album een huis met Andrew Weatherall, de Britse producer die in het verleden Primal Scream en recent nog Fuck Buttons van pit voorzag. Ze hadden hem beter af en toe eens de studio in gesleurd.
Ook tekstueel stelt Every Now & Then niet veel voor. Akkoord, ook op hun debuut toonde Jagwar Ma zich geen grote tekstschrijvers, maar toen compenseerde de muziek veel. Hier gaat het van “We dance in circles ’til we’re tired” in “Slipping” tot wat goedkope slagzinnen in de afsluiter “Colours Of Paradise”. In dat laatste nummer gaat het muzikaal ook goed fout, het klinkt alsof de heren van Coldplay de studio zouden induiken met Avicii. Oh neen, wacht, dat hebben ze al gedaan.
In tegenstelling tot wat de titel laat vermoeden, zit in “Ordinary” wel pit. En ook “O B 1”, het eerste nummer dat Jagwar Ma klaar had voor dit nieuwe album, kan ons bekoren. Het doet denken aan de kleurrijke psychedelica van Tame Impala, een band waar Jagwar Ma in het verleden mee tourde en waar Winterfield van hoopt eenzelfde evolutie door te maken, zodat ze binnenkort ook met een grote productie alle festivals kunnen afsluiten. Al zullen ze dan toch sterkere nummers moeten gaan schrijven dan die van op dit Every Now & Then.
“What do you need from me?”, vraagt Winterfield zich af aan het begin van “O B 1”. Alsof hij het zelf niet meer weet, zo voelt ook dit album aan. Op Every Now & then is de inspiratie, de dynamiek en het dynamiet zoek.