Bijna twee jaar geleden deed Two Gallants Les Nuits ontploffen. The Bloom and the Blight was toen de laatste worp van het duo en het explosieve karakter van die plaat liet zich perfect naar het podium vertalen. Vandaag, met We Are Undone onder de arm, klinken Tyson Vogel en Adam Stephens een pak minder gedreven.
Mocht iemand vanavond Two Gallants voor het eerst live meegemaakt hebben, was het vast een droom van een concert: een beetje plukken uit het oeuvre, laten zien wat ze waard zijn. Maar: dat is dus heel berekend, iets dat we niet met dit duo associëren, hoe losjes er bij momenten ook gemusiceerd werd. Waardoor we met behoorlijk gemengde gevoelens huiswaarts keren.
Nochtans: wanneer “Halcyon Days” de reguliere set afsluit, hangt magie in de lucht. Stephens zit, niet anders dan bij vorige doortochten, opnieuw zowat door zijn stem, maar dat is in dit nummer eerder een voor- dan nadeel. Ruim tien jaar samenspelen zorgt voor een bijkomende troef: de twee muzikanten weten wat ze aan elkaar hebben en spelen met tempo en volume, die beide afgebouwd worden om vervolgens de band opnieuw als een majestueus opstijgende drietrapsraket te lanceren. Dit is waar je voor komt wanneer je een kaartje voor Two Gallants koopt. Alleen gebeurde dit luttele minuten voor de zaallichten aanfloepten. En, erger nog, met een oud nummer.
We Are Undone bleef immers schandelijk onderbelicht. Wat jammer is: hoewel niet hét meesterwerk van de band, is de recente worp een plaat die het gerust verdiend om van begin tot einde voor de voeten van een zowat uitverkochte Orangerie geworpen te worden. Met een messcherp “We Are Undone” en “Some Trouble” — hoe catchy kan een gitaarrif eigenlijk zijn? — vroeg in de set, lijkt dat ook te gaan gebeuren, maar dat is buiten het eigenzinnige tweetal uit San Francisco gerekend, dat vrolijk naar What the Toll Tells teruggrijpt en een glashelder “The Prodigal Son” neer, alvorens het luid-stil-luidconcept aan te scherpen met “Las Cruces Jail”.
Met “Despite What You’ve Been Told” worden vanzelfsprekend prijzen gescoord: de single uit het titelloze album is een van de prijsbeesten van Two Gallants en wanneer Vogel zich de meest accurate én tegelijk de meest slordige drummer toont, blijkt eens te meer dat dit een band is die het vooral van sfeeropbouw dan wel muzikale perfectie moet hebben, iets dat Stephens, ondanks een gesprongen snaar, schijnbaar achteloos lijkt te bevestigen. Maar toch: in de bar blijkt ondertussen “See No Evil” van Television te weerklinken en bij momenten lijkt Two Gallants niet in staat hetzelfde niveau van opwinding te halen.
Vanavond gaf Two Gallants immers de indruk een band in midlifecrisis te zijn. Dit was het equivalent van een greatest hits set, en dat kan best aardig zijn, maar het is niet iets dat je verwacht van een duo dat er tot nu toe in geslaagd is plaat na plaat sterk uit de hoek te komen. Bovendien werkt een greatest hits set slechts één keer.