Ceremonials zal officieel en verdiend geboekstaafd blijven als de plaat die van Florence Welch een superster maakte. Het laatste luik van de gekoppelde tour laat haar nu live de overstap naar de grote binnenpodia maken. En ook zij kan niet ontsnappen aan de hindernissen die daarmee gepaard gaan.
Hoewel de setlist van deze avond slechts weinig verschilde van degene die ze de AB in het voorjaar voorschotelde, kon de sfeer er niet verder van verwijderd zijn. Bij het binnenkomen viel meteen het nieuwe publiek op. De luisteraars van Q-Music en MNM hebben de roodharige furie ondertussen ook in hun armen gesloten en zij trokken maar al te graag naar de kleinste der Vlaamse concertbunkers om er zich te goed te doen aan een zondags glas cava, het financiële einde-van-de-maand-restje aan een glamoureus tourprogramma (!) te hangen en wat gezellig mee te swingen op de radiohitjes.
Het podium toonde ook een hele aanpassing. De negenkoppige begeleidingsband had een wijd instrumentenveld ter beschikking. Daarachter stond een matte art deco-achtergrond opgesteld die bij aanvang in old school diva-traditie het silhouet van Flo capteerde en nadien verdienstelijk als projectiedoek fungeerde. Florence zelf trok zich in het begin niet te veel van haar nieuwe omgeving aan. Ze begon de opener “Only If For A Night” als dezelfde imposante hoogpriesteres die toevallig voor een grotere congregatie kwam preken, laadde haar adrenalinepeil op in “What The Water Gave Me” om in een bruisend “Drumming Song” de rockster in zich te laten losbreken.
Die rockster trachtte vanaf dat moment echter te vaak de publieksmenner uit te hangen. Gespeend van alle duisternis en onderhuidse spanning die Flo’s shows destijds dat tikkeltje meer gaven, moest en zou hier een volksfeest losbarsten. Mevrouw Welch sprong lustig in het rond en dolde gretig met haar publiek maar vergat onderweg haar nummers ballen in te zingen. “Rabbit Heart (Raise It Up)” kreeg de doodsteek door de sprookjesachtige sfeer met een aansporing tot springwerk te overroepen. “Lover To Lover” voerde een aantal overlange noten en valse eindes op waar Christina Aguilera jaloers op zou zijn. En dan moest het echte lijden nog beginnen.
Zoals te voorspellen was, mixte de akoestiek van de Lotta Arena de theatrale arrangementen tot een bombastische geluidsbrij. Daar leek de band op te reageren door ze gewoon van alle subtiele onderlagen te ontdoen en dus trad naar het einde toe de ultieme muzikale vervlakking op: de gospeltint van “Shake It Out” ging onder de poppletwals, “Leave My Body” werd uitgerold tot een kleffe ballade en een naar Night Of The Proms stinkend rockrefrein wurgde het nochtans intrinsiek fenomenale “No Light No Light”.
De verstilde versie van “You’ve Got The Love” kon even vertederen maar verder kroop dit concert op geen enkel moment onder de huid. Ja, Flo blijft op het podium een energieke klassebak. Ja, die klok van een stem blijft ook in mindere omgevingen overeind. In de eindfase van de tour leek ze er echter meer op uit om met haar fans te feesten dan ze muzikaal te overdonderen. De recent bekeerden die de lekker zwierige disco-invloed van “Spectrum” het einde vonden, beleefden de avond van hun leven. De ware fan ging ditmaal om de verkeerde redenen met tranen in de ogen huiswaarts.