Gespot in het cyberstraatbeeld: zilverkleurige catsuits met wijde pijpen, vlammen getatoeëerd op edele delen, opkrullende snorpunten — en dit anno 2012! Dat kan maar één ding betekenen: The Darkness is back!
De afgelopen zeven jaar was het immers kinkloppen — met dank aan de ongezonde interesse voor het witte poeder en de fles van frontman Justin Hawkins. In 2009 bracht hij wel een album uit met spin-offband Hot Leg (het overigens geheel briljante en massaal ondergewaardeerde Red Light Fever), maar over The Darkness werd in alle talen gezwegen. Tot de glamrockformatie rond de Hawkins-broertjes Justin en Dan vorig jaar aarzelende stappen zette in de richting van een reünie, wat het legertje hondstrouwe fans — Darklings genoemd — spontaan op de knieën deed zijgen in vroom dankgebed.
Onnodig te zeggen dat de verwachtingen rond de derde Darknesstelg dus metershoog gespannen waren tegen de tijd dat het kleinood deze zomer eindelijk in de rekken belandde — een onverwacht druk schema van ongeplande maar succesvolle tournees en optredens zorgde voor vertraging. De filmpjes op YouTube, waar een opnieuw topfitte Justin (met musketierbaard en –snor) te zien en te horen was tijdens de live-optredens, scherpten het ongeduld enkel nog aan.
En nu hebben we Hot Cakes in onze licht trillende handen. De cover toont drie wulpse, schaarsgeklede dames, liggend op een stapel pannenkoeken, het geheel rijkelijk bedropen met stroop. Tot zover alvast een geruststelling. De plaat opent veelbelovend met “Every inch of you”: een klassieke riff zoals we die gewend zijn van Dan Hawkins; harmonieën die zó uit Queens A Night at the Opera kunnen komen; Justin die opvallend goed bij stem is. Getuige de onmenselijk hoge uithaal —boenk erop– aan het einde van de eerste strofe: “and every man, woman and chile/ wants to… suck my cock”. Oh yeah.
Jammer genoeg zakt het spel daarna ietsjes in elkaar als we opvolger en eerste single “Nothing’s gonna stop us” te verteren krijgen, waarvan de weinig geïnspireerde tekst als volgt luidt: “nothing’s gonna stop us/ nothing’s gonna stop us/ nothing’s gonna stop us/ nothing’s gonna stop us…” — enfin, u snapt het wel. Hmmm. Dit zijn we niet gewoon van Justin.
Gelukkig gaat het hierna opnieuw lichtelijk bergop met “With a woman” (dat lekker voortrockt als een prototype Darknessmonument); “Keep me hangin’ on” (zware drums, riff staat als een huis, zeer meezingbaar refrein met interessante progressies) en iets verderop “Everybody have a good time” (zit ook na twee keer horen vastgeschroefd in het geheugen). Check van die laatste track zeker eens de clip — hilarisch gewoon. Ook de vette cover van Radioheads “Street spirit” verdient een vermelding, ook werd die dan al eens eerder op plaat gezet.
Op zich zijn dit allemaal eerlijke, stevige rocknummers — classic Darkness — maar wat gaapt is het opvallende gebrek aan spitsvondige, humoristische teksten. En het is nu net dát wat The Darkness op de vorige twee albums enkele zeemijlen hoger tilde dan pakweg Status Quo of, God forbid Mika. De schrijfselen van Justin op Hot Cakes lijken soms op een script voor The Bold and the Beautiful: veel blabla, maar het gaat nergens over en verliest zodoende een stuk relevantie, wat jammer is. Een glimp van de oude Darkness krijgen we dankzij “She just a girl, Eddie”: “Way back in caveman times/ sabre-toothed ladies chewed up and spat out our hearts”. Dus hij kan het toch nog! Ook “Concrete” gaat in die richting, met zo belachelijk vaak het woord “concrete” dat het grappig wordt.
Het is ongemeen spijtig dat Justin niet meer zorg in zijn teksten heeft gestoken — dit is immers een van de redenen waarom we oorspronkelijk voor een bende weirdo’s als The Darkness gevallen zijn. Al de rest zit goed op Hot Cakes — vooral van het stemwerk zijn we danig onder de indruk — maar het gebrek aan zelfrelativerende humor maakt dat het geheel bij tijden gepolijst aandoet, ten koste van de o zo aanwezige spontaniteit van voordien. Is er te veel aandacht gegaan naar het toeren en was er geen tijd meer om deftige teksten te schrijven? Heeft Justin zich meer beziggehouden met zijn imago en zijn befaamde moustache dan met de plaat? Of zijn de heren wat gemakzuchtig geworden — een vermoeden dat versterkt wordt door de toevoeging van een aantal akoestische demo’s op het einde van het album. Akoestische demo’s, The Darkness — what the fuck? Als rasechte Darklings zijn we geneigd dit zootje ongeregeld het voordeel van de twijfel te geven en Hot Cakes te appreciëren voor wat er wél goed aan is, maar de mannen wezen gewaarschuwd: ga alstublieft uzelf niet te serieus nemen. Een snor is ook maar een snor.