
1 maart 2004
AB, Brussel
Iedereen uit de weg : The Darkness is gearriveerd !!. Deze jongens
zorgen ervoor dat het opnieuw cool is om AC/DC en Queen goed te
vinden. Het over the top-gevoel is nooit ver weg, maar daar
lijken zij zelf en het publiek met hen lak aan te hebben. The
Darkness rock !
Te laat aangekomen en dan loop je het risico een deel van opener
The Wildhearts te missen. Deze jongens hakten er met een
grote dosis energie duchtig op in en dat werd duidelijk
geapprecieerd door de voorste gelederen van het publiek.
Persoonlijk vond ik hun samenzang ook erg geslaagd. Enkel de
nummers klonken misschien wat eentonig.
En dan was er The Darkness. Het podium werd tijdens de pauze
volledig afgesloten met een doek, hetgeen de verwachting van het
publiek nog aanscherpte. Tijdens de pauze werd Thin Lizzy gespeeld,
duidelijk een favoriet van de groep (Dan Hawkins droeg trouwens een
Lizzy-T-shirt). En dan was het eindelijk zover. De lichten doofden
en het doek voor het podium lichtte groen op, terwijl het
openingsnummer (‘Bareback’, naar verluidt) losbarstte. Dan
verscheenhet silhouet van Justin op het doek, terwijl de eerste
gitaarakkoorden uit de speakers spatten. Meteen gingen de voorste
rijen uit de bol.
Als het doek viel, speelde Dan wijdbeens de bekende riff van ‘Black
Shuck’, terwijl Justin zijn kleurrijke leren broek en fantasierijk
vestje (dat trouwens spoedig verdween) aan het hele publiek toonde.
De ritmesectie deed de ganse show onverstoorbaar zijn werk. Bassist
Frankie Poulain staarde gebiologeerd het publiek in, terwijl
drummer Ed Graham zich duidelijk alleen concentreerde op het
ramwerk. Meer hoeft dat niet te zijn.
Het optreden draaide volledig rond Justin Hawkins, die genoot van
de aandacht en zijn rol met klasse speelde. Het publiek at vanaf
zijn eerste woorden uit zijn hand. Zijn broek hing net boven zijn
kruis en toonde nog net de gevlamde tattoo op zijn gladgeschoren
(onder)lijf. Muzikaal liep alles bovendien als een trein. Naast
show verkopen, kan Justin meer dan behoorlijk zingen. Op een enkele
misser na ging zijn stem nergens uit de bocht en haalde hij met
sprekend gemak de hoge noten, die je ook op de plaat vindt.
Bovendien is hij een virtuoos op de gitaar en toverde hij te zijner
tijd knallende solo’s uit zijn instrument.
Vorige single ‘Growin’ on You’ passeerde vroeg in de set en meteen
werd er druk gecrowdsurft en gepogood. Dat bleef trouwens het hele
optreden lang zo. Bekendste nummer blijft echter ongetwijfeld ‘I
Believe in a Thing Called Love’, wanneer de poppen pas echt aan het
dansen gaan. Zelfs de meest doorgewinterde stijve hark werd
onverbiddelijk gedwongen om op zijn minst mee te knikkebollen op de
maat van de muziek.
Tussendoor deed Justin een aandoenlijke poging om zich in het Frans
verstaanbaar te maken en steeds betrok hij het publiek bij zijn
act. Hij ruide hen op, joeg de zittenden uit hun zetel, kortom hij
was het die de boel deed daveren. Halverwege verdween hij even van
het podium om terug te keren in een prachtig duivelspak, inclusief
pijlstaart en uiteraard gedecolleteerd tot net boven zijn
schaamhaar. Deze man weet hoe hij een publiek moet bespelen.
Nochtans moest het moment suprême nog komen. Als tweede bisnummer
kwam ‘Love on the Rocks’ aangedenderd, dat naadloos overging in de
drumpartij van Queens ‘We Will Rock You’. Het publiek smulde ervan
en als kers op de taart maakte Justin een rondje op de schouders
van een security-man dwars doorheen het stomverbaasde publiek. Al
bij al is het een klein wonder dat de man nog heelhuids terug op
het podium geraakte. De bijstand die geleverd werd door twee
stevige security-mensen had daar ongetwijfeld mee te maken.
Dit optreden voerde het publiek soms tot op het randje van de goede
smaak, maar ging er toch nergens over. Als dit niveau kan behouden
worden, voorspel ik hen optredens in nokvolle stadions, Queen, Thin
Lizzy en AC/DC achterna. Nu enkel nog origineel blijven. Freddie
Mercury kon het, ik durf wedden dat deze Justin Hawkins het ook
kan.
In samenwerking met De
Muziekfriek