Ah, de nineties… Toen MTV nog music television was en zelfs nog "alternatieve muziek" draaide — op klaarlichte dag! — en Studio Brussel troep als P!nk en Black Eyed Peas zonder pardon in de vuilbak had gekieperd. Maar de nineties, dat was ook het tijdperk van de angry young women: Alanis Morrisette, Anouk, Meredith "I’m A Bitch" Brooks en natuurlijk: Skin. Samen met haar kompanen van Skunk Anansie was haar woede geloofwaardiger en geregeld ook meer politiek getint dan die van haar seksegenoten.
Maar tijden komen en tijden gaan: Alanis verdween na een flirt met het supersterrendom van de aardbodem, Anouk stapte in en weer uit het huwelijksbootje, van Meredith Brooks werd niks meer vernomen — maar ze blijft zonder tegenbericht nog steeds een bitch, vermoeden we — en Skin koos voor een solo-carrière. Een visionair journalist voorspelde toen nogal overmoedig dat Skunk Anansie even onbetekenend zou zijn in de carrière van Skin als The Sugarcubes in die van Björk.
Artistiek en commercieel bleef Skin solo echter ver beneden het niveau van Skunk Anansie en dus werd maar gekozen voor een terugkeer naar de heimat. Uiteraard wordt bij hoog en bij laag beweerd dat de solo-uitstap gewoon een tussendoortje was en dat de reünie niet om het geld draaide: "We zijn altijd vrienden gebleven, meneer, mevrouw. Het was gewoon een kwestie van tijd voor we terug samen muziek zouden maken." De verenigde sceptici aller landen zullen er hoe dan ook het hunne van denken. Na de greatest hits en bijhorende tournee van vorig jaar had Skunk Anansie in elk geval gewoon rustig verder kunnen rentenieren, maar de goesting was er en dus trok men elf jaar na Post Orgamsic Chill toch weer de studio in.
Voor Wonderlustre koos Skunk Anansie naar eigen zeggen voor songs met grootse refreinen. In dat opzet slaagden ze ook, alleen lijkt bijvoorbeeld "The Sweetest Thing" eerder thuis te horen op het podium van het Eurovisie songfestival dan op dat van Werchter. Op zich geen beschamende keuze, zeker niet als het amper 34 seconden duurt voor het eerste refrein zich aandient. "I am born again!" mag dan misschien wel te voor de hand liggend zijn voor de opener van een comebackplaat, maar live zal het ongetwijfeld goed zijn voor een flinke energiestoot. Vervolgens weten ook "My Ugly Boy" en single "Over The Love" het tempo er lekker in te houden. Al moet dat laatste daarvoor wel inspiratie halen bij "Running Up That Hill" van Kate Bush. En passant bewijst Skin met "Talk Too Much" — de "Brazen (Weep)" van deze plaat — dat ze nog steeds een straffe strot heeft en geeft ze prefab zangeresjes à la Kate Perry en P!nk moeiteloos het nakijken.
Helaas zakt de soufflé daarna onverbiddelijk in elkaar. Als Wonderlustre aanvankelijk nog nipt kan overtuigen dan maakt "My Love Will Fall" duidelijk wat er de hele tijd al ontbreekt: de angel. Als Skin "I curse my love for you" zingt, geloven we geen seconde dat ze het echt meent. De opgekropte woede en het sadomasochistisch venijn waarmee ze resoluut komaf maakt met verloren liefdes zijn diep verscholen nog wel aanwezig, maar op "You Saved Me" lijkt ze gewoon voor de triljoenste keer hetzelfde toneelstukje op te voeren. En dat terwijl ze het in het verleden nochtans moeiteloos kon: teksten schrijven die snijden als een scheermesje in een gespannen huid.
Maar als geen enkele song echt klauwt, is dat niet alleen de schuld van Skin. Ook Ace — toch een van de meer avontuurlijke gitaristen die in de nineties uit Groot-Brittannië kwamen — speelt op safe en kiest voor halfslachtige, ongeïnspireerde riffs. Tel daar nog een glossy productie bij op en aan het einde van de rit voegt Wonderlustre weinig essentieels toe aan het oeuvre van Skunk Anansie.