Studio Muscle, 2010.
U kunt er gerust een scheut vitriool op innemen: slechts een
select kransje woordenaars heeft het in zich om een rapper te
worden. En toch kan hiphop uit de meest onverwachte hoek komen. Bij
Steven H treft u bijvoorbeeld geen gouden kettingen, harem
ho’s of scheefgezakte baseballpet aan. Deze ambtenaar uit
het West-Vlaamse Kaster is namelijk goed genoeg van de tongriem
gesneden om ook indruk te maken zonder totetrekkerie. Een
mic, een geutje existentiële zielenpijn en wat mespuntjes
zelfrelativering: meer heeft deze hiphopbeatpoëet niet nodig om de
neus aan het venster van de Vlaamse hiphopscene te steken. ’t Zit
mee voor Steven H!
Voor veel jonge wolven is de grens tussen aanmodderen en aan de
weg timmeren flinterdun. Niet voor Steven H echter: ‘K’ad Ui
Pertank Gezeid’, z’n eerste wapenfeit, ging nog onopgemerkt
voorbij, maar dat was bij z’n succesvolle passages in wedstrijden
als Westtalent, het Oost-Vlaams Rockconcours en Het Groot Geweld
niet langer het geval. En als Dame Justitia haar duit in het zakje
doet, zal ‘Ik, Steven H’ zeker voor een upgrade van z’n carrière
zorgen.
Bewijsstuk nummer 1: single en openingsnummer ’t Zit Tegen’.
Boven een electrogroove die vetter is dan Herwig Van Hove na een 7
gangen menu spuwt Steven H z’n ennuie de vie in de
microfoon. Het resultaat is een soort anthem voor pendelende
werknemers die hun vermoeide knoken elke dag naar Brussel slepen.
De antipode van ’t Hof van Commerce’s ‘Kom Mor Ip’, maar minstens
even verslavend en catchy.
Ook niet te versmaden: het bitsige ‘Ik Zoeke Vuert’ en de
machinale groove van ‘Ne Saaien Beat’, een rake tirade tegen de
prefab in het rijk van beats & rhymes. Steven H zwelgt dus soms
in zelfmedelijden, maar hij schopt even vaak wild om heen. Een
beetje zoals de schelm uit ‘Ik, Jan Cremer’, de roman waarop de
titel van deze e.p. is geïnspireerd. En zo schippert de
West-Vlaming voortdurend tussen conformisme en rebellie, tussen
zelfbewustzijn en humor met de tong tegen de kaak geklemd. Dat
spanningsveld zorgt ervoor dat deze e.p. tekstueel constant blijft
boeien.
Op muzikaal vlak tapt Steven H echter ook uit verschillende
vaatjes. De smerige synths lijken wel uit de koker van een
pisnijdige Gary Numan te komen en de beats klinken even vaak jazzy
als industrieel. En dan is er nog het verrassend ingetogen ‘Te
Late’, een smeekbede die met zalvende synths en de onweerstaanbare
mantra ‘Geeft die jong’n nog een kanse’ de e.p. uitgeleide doet.
Enkel ‘Avvekeurd’ klinkt wat te voorgekauwd en monotoon om langer
dan een paar luisterbeurten te boeien.
Steven H is dus nog niet genoeg tot wasdom gekomen om een e.p.
lang nagels met koppen te slaan, maar we gaan geen spijkers op laag
water zoeken. Als tipje van de sluier van ’s mans talent kunnen
deze 5 songs tellen. Laat hem in de luwte nog wat vijlen en schaven
aan nieuw materiaal en binnen afzienbare tijd zijn we weer een
eigenzinnige hiphopplaat rijker. Wedden?