Klassieke romans en verhalen kennen veel verschijningsvormen. Naast de zorgvuldig vormgegeven edities, kritische tekststudies en goedkope paperbacks vormen ze ook de grondstof voor verfilmingen, theaterbewerkingen en zelfs stripvarianten. Sommige regisseurs en scenaristen gaan hierbij los van het medium losjes om met bronnenmateriaal, anderen kiezen dan weer voor een vrij getrouwe bewerking.
Chantal Montellier en David Zane Mairowitz hebben met Het proces duidelijk voor de tweede piste gekozen. Hoewel het allesbehalve een sinecure is om Kafka’s verhaal in zijn geheel in een strip over te nemen zonder te bezwijken onder het gewicht, slagen ze er toch in om trouw te blijven aan het oorspronkelijke verhaal. Dat laat zich in enkele zinnen samenvatten als de onmogelijke en ongelijke strijd van een individu tegen een blinde en bureaucratische macht, die wars van mededogen de eigen logica tot het uiterste volgt.
De zogenaamde ambtenarenabsurditeit is een gekend thema bij Kafka, die zelf als bediende werkte bij een Praagse verzekeringsmaatschappij. Die achtergrond en het feit dat de hoofdpersonages in Het Slot K. heten en in Het Proces Jozef K. heten, doet velen vermoeden dat het hier om alter ego’s van Kafka zelf gaat. Dat Montellier zich voor Jozef K. overduidelijk geïnspireerd heeft op Kafka zelf, mag dan ook niet verbazen. Voor de andere personages hanteert ze eenzelfde realisme al heeft ze tezelfdertijd ook voor stereotiepe afbeeldingen gekozen waarbij de kledij en het algemene voorkomen van de andere personages duidelijk hinten naar de jaren twintig.
Op het tekenwerk van Montpellier zelf valt weinig af te dingen, maar in haar beeldtaal en bladstructuur gaat ze geregeld uit de bocht. Hoewel er zeker argumenten te vinden zijn voor de vreemde bladspiegel en atypische pagina-indeling die her en der opduikt, draagt het op zich weinig bij tot het verhaal en symboliseert het te opvallend de gevoelens van verwarring die het hoofdpersonage ondergaat. Ook de geregeld opduikende skeletten en drukke kaders werken veeleer storend en contraproductief.
Dat de beelden een deel van de tekst dienen op te vangen en dus expressiever moeten zijn, kan niet als excuus ingeroepen worden want er zijn in het boek net zo goed voldoende voorbeelden te vinden van een geslaagde adaptatie. Is de manier van uitbeelden de keuze van Montpellier zelf geweest of heeft vertaler/bewerker Mairowitz hier de hand in? Feit is dat hij als scenarist ongetwijfeld Montpellier in een bepaalde richting geduwd heeft en mogelijk zelfs richtlijnen voor een verdere uitwerking meegegeven heeft. Maar zelfs los van deze vraag kan Mairowitz verweten worden dat hij te veel in de tekst gesnoeid heeft waardoor de absurde onafwendbaarheid van het noodlot onvoldoende tastbaar is.
Het proces is een taaie rakker, eentje die zich zelfs als roman niet zomaar kennen laat. Dat Maitowitz en Montpellier het aangedurfd hebben om het boek om te zetten naar een stripverhaal is zonder meer een dappere zet, in het bijzonder omdat ze vermeden hebben een vuistdikke strip af te leveren. Maar de keuze om enerzijds het verhaal te volgen en anderzijds niet alles even getrouw op te nemen heeft er ook toe geleid dat ze nergens de kracht van het boek weten te evoceren. Het proces heeft als strip zijn merites, maar toont ook aan dat een geslaagde stripversie brengen van een roman vooralsnog geen sinecure is.