Het
Zottegemse Dunk!festival is al aan hun zoveelste editie beland, en
zoals dat gaat bij kleine festivals met ambitie, worden die
geleidelijk groot. Dat kan alvast beweerd worden van wat we op
vrijdag (en ook zaterdag) zagen, want niet alleen was de affiche
van programmator Luc Lievens er kwalitatief op vooruit gegaan, ook
was het aantal bands gestegen en – niet onbelangrijk – vond meer
volk dan ooit de weg naar de Bevegemse Vijvers. In tegenstelling
tot de voorbije jaren bestond het publiek niet uit liefhebbers van
alternatieve muziek uit Zottegem en omstreken maar waren
(post)rockliefhebbers uit heel Europa op post.
Hoewel vrij onschuldig ogend, toonde Liesa Van der
Aa zich vrijdag beslist geen katje om zonder handschoenen
aan te pakken. Gewapend met slechts een viool en heel wat effecten
toonde deze jonge freule zich namelijk bij momenten het Vlaamse
antwoord op PJ Harvey (die ze ook schitterend coverde). Welja,
soms kon het ons niet helemaal bekoren, en hier en daar leek ze nog
wat te onbezonnen, maar nu eens furieus, dan weer zeer melodieus
toonde Van der Aa zich niettemin een grote belofte. Om in de gaten
te houden.
Eerlijk is eerlijk, we dachten dat we met een Zweeds
boysbandfenomeen te maken hadden toen we de 5 jonge snaken van
Immanu El met geföhnde kapsels de bühne zagen
betreden, maar hun overweldigende wall of sound brak onze
scepticisme al meteen in splinters. Het was weliswaar zeer
duidelijk dat ze elke plaat van Explosions in the Sky uitvoerig
geanalyseerd hadden, maar ze deden er wel degelijk iets relevants
mee. En wanneer ze halverwege iets speelden dat wel heel hard aan
een goeie Sigur Rós deed denken waren we al helemaal verkocht. Een
eigen gezicht hebben deze jongens misschien niet, straffe nummers
wel.
Scandinavië boven vrijdag op Dunk, want met
Slaraffenland werd er na Immanu El een Deens
collectief uit organisator Luc Lievens z’n hoge hoed getoverd.
Heren op leeftijd ditmaal, die evenwel nog geen enkel teken gaven
van stramme spieren en doorrookte stembanden. Zelden stemmen zo
mooi in mekaar horen vervlechten (denk aan het al even Deense
Murder!) als wat deze heren deden. Slaraffenland stond voor plezier
(getuige hun podiumversiering), gezelligheid (getuige die panfluit,
die klarinet!) en enthousiasme (getuige hun optreden, uiteraard).
En ze brachten het met verve!
Headliner van dag één was het het Canadese HRSTA,
geesteskind van Godspeed-oprichter Mike Moya. Het was diezelfde
Moya die wat verward en te weinig overtuigend aan zijn set was
begonnen, maar zich snel hernam, wat het volledige HRSTA tegen
goede kwam. Met drie albums, waarvan het laatste, ‘Ghosts Will Come
And Kiss Our Eyes’ intussen drie jaar geleden, hadden we een set
vol nieuwe songs verwacht. Het was dan ook enigzins verrassend dat
vooral uit de drie bekende platen gegraaid werd. We kregen al bij
al een goed HRSTA te zien, dat de mooie combinatie van contrabas,
zingende zaag en de gebroken stem van Moya regelmatig perfect
uitspeelde.