Twee singer-songwriters die samen voor de groene zaak een plaat maken, het klinkt als een idee uit ver vervlogen, idealistischer tijden in de popmuziek. Maar Dear Companion is geen vermoeiende protestplaat. Het album is een muzikaal visitekaartje van twee heren barstensvol talent.
Begin vorig jaar debuteerde Daniel Martin Moore met het ingetogen, maar wondermooie Stray Age. Voor opvolger Dear Companion bundelde de singer-songwriter de krachten met collega Ben Sollee. Samen leveren ze een ecologisch getint meesterwerkje af.
Singer-songwriter solist Ben Sollee en Daniel Martin Moore trokken begin 2009, samen met My Morning Jacket-frontman Yim Yames als producer de studio in om een plaat te maken die het probleem van mountaintop removal aan de kaak moet stellen. Mountaintop removal is een agressieve vorm van mijnbouw waarbij de top van een berg letterlijk opgeblazen wordt zodat de onderliggende bodemrijkdommen makkelijker bereikbaar worden. De controversiële manier van ontginning is voornamelijk populair in de Appalachen, waar de techniek volgens milieuorganisaties al onomkeerbare schade heeft aangebracht.
En dat hele probleem zou met een simpel popplaatje moeten worden opgelost? Uiteraard niet, zoals Moore en Sollee zelf zingen in "Only A Song": liedjes veranderen de wereld niet. Maar ze kunnen wel een probleem onder de aandacht brengen.
Als dat gebeurt met mooie luisterliedjes, zien we niet in wat daar mis mee zou zijn. Los van de prachtige zwart-witfoto’s in het hoesje wordt het natuurgegeven niet al te prominent behandeld op de plaat, waardoor een mooi evenwicht behouden blijft tussen engagement en popmuziek.
Die laatste term is misschien enigszins overdreven, maar de samenwerking met Sollee heeft ervoor gezorgd dat de nummers van Moore net iets rijker ingevuld worden dan op Stray Age. Zo bouwt "Something, SomeWhere, Sometime" langzaam op tot een rijk, bijna uptempo nummer dat tegelijk heel hedendaags — bijna hip — klinkt, maar evengoed dankzij de banjo van Yames een zweem van tijdloosheid over zich heeft.
Dat trucje, om het met een oneerbiedig woord te omschrijven, is zowat de kern van deze plaat. Het duo heeft het in zich om nummers binnen het tijdsbestek van enkele minuten te laten transformeren van songschets tot parels met subtiel-epische trekjes, zoals blijkt uit het wonderlijke "Sweet Marie".
Het duo doet op zijn eerste samenwerking niet bepaald iets wereldschokkends, maar het doet dat op zo’n manier dat het resultaat bijna een feest is voor het oor. Een feest waar iedereen verlegen glimlachend op een stoel in het rond kijkt, maar desalniettemin: een feest.