Met zijn tweede plaat neemt Hallo Kosmo stilaan de vorm aan van een conventionele band. Maar het project van Girls In Hawaii-bassist Daniel Offerman blijft te gevarieerd om het onder één noemer te plaatsen. Een rijke, tussen briljant en irritant schipperende tweede plaat is het gevolg.
Wanneer het stil wordt rond Girls In Hawaii, treedt Hallo Kosmo op de voorgrond. De band is de speeltuin van Hawaii-bassist Daniel Offermann, die aanvankelijk effectief helemaal alleen aan de slag ging. Om debuut Autobahn Hotel live tot een goed einde te brengen, doet Offerman echter een beroep op Fabrice Detry van Austinlace, François Gustin (Kingfisherg, ex-The Tellers) en zijn eigen Girls In Hawaii-collega Denis Wielemans. Met die band werd ook een opvolger gemaakt voor het enigszins psychedelische, Duitstalige debuutalbum.
Niet dat Hallo Kosmo daarmee nu als een doorsnee band kan worden beschouwd. Het Duits mag dan als hoofdtaal afgevoerd zijn ten voordele van het in de sector meer gangbare Engels, dat neemt niet weg dat Hallo Kosmo vrolijk aan het experimenteren slaat met de grenzen van de popmuziek. En dat in een zoektocht naar de ultieme popsong.
Want zoveel staat als een paal boven water: Kazablanka is een popplaat pur sang. Zij het eentje die het niet zo nauw neemt met conventies allerhande, met als gevolg een rijk gevarieerd album, dat helaas ook kwalitatief niet altijd even consistent is.
Al tijdens openingstrack "Sad Sad Sad" toont Hallo Kosmo zijn eigen zwakheden. Het nummer is een aangenaam deuntje, maar mist de bezieling die het verschil maakt tussen middenmaat en groots. Tel daar nog het overdreven neurotische toontje bij en het komische effect van de tekst ("I try to be depressed just like those indierocksingers are") gaat grotendeels verloren.
Al kunnen zwaktes ook sterktes zijn. Het zompige "Ain’t A Thing" is bijvoorbeeld wel gediend met het lijzige zangtoontje dat gehanteerd wordt, gewoon omdat het de song beter afgaat. Op die manier ben je als luisteraar getuige van Offermanns zoektocht. Een die met vallen en opstaan verloopt. Het hiphopnummer "Money People" drijft op een knap ritme en een aanstekelijke beat, maar moet het eveneens stellen met een uitermate kige tekst.
Maar ook dàt kan natuurlijk een deel van het spel zijn. Want hoe verder je in Kazablanka verzeild raakt, hoe meer de speelsheid haar hoofdrol opeist en het idee ontstaat dat kwaliteit misschien wel eens niet de hoofdbekommernis was bij het maken van dit album, maar wel het creëren van een speelse atmosfeer. Het is een wilde gok, zowel de veronderstelling als het effectief op deze manier tot stand laten komen van een plaat, maar het plaatje lijkt wel te kloppen. "Before" klinkt bijvoorbeeld als een van de meest sullige songs die ooit zijn gemaakt, maar is tegelijk een van de sterkste tracks van Kazablanka.
En dat verklaart waarschijnlijk evengoed het uitvoerig flirten met nonsens en kitsch, zoals in het wel héél eighties klinkende "Every Line" of de knipogen naar Tiga/Talking Heads en Soulwax/Daft Punk in respectievelijk "Burning Down" en "Rockpolizei". In het beste geval is Kazablanka daardoor een speelse plaat die met haar wispelturige karakter heel goed samengaat met dito feestjes. Of net zo goed na anderhalf nummer in de hoek kan worden gekeild wegens rotirritant. Meer nog dan bij een andere plaat is de nieuwe Hallo Kosmo een album dat overeind blijft bij gratie van de mood van de luisteraar. Niet consumeren in nuchtere toestand, met andere woorden.
Hallo Kosmo staat op 11 mei in de Botanique.