Weinig zaken zo verwerpelijk in muziekjournalistiek als het te pas en te onpas ophemelen van vaderlandse artiesten. Vooral in Vlaanderen lijkt het een soort epidemie bij rockjournalisten om een willekeurig stel pubers met gitaren meteen tot inheemse trots te verheffen zonder dat daarbij noodzakelijk echt goede, laat staan originele songs aan te pas komen.
Wij doen er zelden aan mee, maar het ziet ernaar uit dat we voor de half Britse Brusselaar Lyenn — voluit Fred Lyenn Jacques — toch een uitzondering zullen moeten maken. Sterker nog, zijn debuutalbum The Jollity Of My Boon Companion heeft zich meteen op een bijzonder hoge plaats in ons eindejaarslijstje genesteld. Het feit dat de man zijn horizonten ruim verbreedde en zijn thuisland nagenoeg achterwege liet, speelt daar misschien in mee, maar de grote sterkte van het album is simpelweg ’s mans eigenzinnige stijl die tegelijk aan het betere singer-songwriterwerk als aan obscuurdere avant-gardistische muziekstijlen refereert.
Om hem te helpen bij de opnames van het album, wist Lyenn een ronduit indrukwekkend lijstje medewerkers aan te trekken, waaronder een aantal mensen uit de crème van de New Yorkse underground. Zo kwam onder meer de hele bezetting van Marc Ribot’s Ceramic Dog (Marc Ribot, Shahzad Ismaily en Ches Smith) een paar potjes mee jammen, voorzag Sam Amidon het album van melancholische fiddletonen en mocht Jolie Holland wat komen meefluiten en -zingen. Vooral de leden van Ceramic Dog laten hun aanwezigheid voelen, met name in de hardere songs zoals de vurige blues rocker "Holler" — dat Lyenn overigens onlangs nog en passant kwam spelen tijdens de bissen op het concert van Ceramic Dog in de Vooruit. Of in de subtiel opbouwende afsluiter "With Grace Your Temper" waar we een paar vintage bluesy gitaarsolo’s en zelfs paukenwerk van Ches Smith toegediend krijgen in een meesterlijk opgebouwd stuk vol spanning en passionele kreten.
Ook de bevreemdende sprookjeswereld van Tom Waits’ Alice lijkt nooit veraf, maar dan na enkele hectoliters smeerolie en een stevige stamp in de kloten wat vocals betreft. Optimisme is daarbij ver zoek, zoveel is duidelijk vanaf het eerste akkoord van de toepasselijk getitelde opener "Forsaken Joy", dat zich vanuit de aanvankelijke dissonantie ontwikkelt tot een galmende folksong vol subtiele arrangementen met een stevige voet in de moderne avant-garde. Een song die zo door Waits himself neergepend zou kunnen zijn is dan weer "Under Your Skirt", een lichtjes jazzy ballade met een prachtige basklarinetsolo.
Ondanks de grote mate van inbreng door al dat schoon volk, houdt Lyenn toch de touwtjes in handen. Dat doet hij door zijn composities op een vrije manier te laten vloeien, waar bij bepaalde elementen nu eens wat langer kan stilgestaan en een andere keer snel aan kan voorbijgegaan worden. Daardoor herinnert de muziek ook meermaals aan het latere werk van Talk Talk en vooral aan de soloplaat van Mark Hollis, door de spaarzame instrumentatie en het grote belang dat aan stilte wordt gehecht. Net zoals die platen is The Jollity Of My Boon Companion een album dat slechts beetje bij beetje zijn geheimen prijs geeft door de sterke gelaagdheid en subtiliteit.
Zeer weinig artiesten weten vanaf hun debuut zo sterk uit de hoek te komen als Lyenn met The Jollity Of My Boon Companion, laat staan met een album dat zo’n voortdurende spanningsboog kan blijven aanhouden en een constant hoog niveau behoudt. In een symbiose van jazz, folk, roots, postrock, bluesrock en avant-garde slaagt Lyenn er vooral in om een eigen stijl te ontwikkelen, met ettelijke referentiepunten, maar zonder ook maar ergens als een afkooksel aan te voelen.
Lyenn speelt ook live, onder meer op 12 februari in het STUK te Leuven of op 20 februari in Petrol te Antwerpen en op 27 februari in de Botanique tijdens ABBota, maar check voor het volledige programma zeker ’s mans myspace: http://www.myspace.com/lyennbrussels