Sunn O))) is een metalband, een open deur die vreemd genoeg te weinig ingetrapt wordt. Een belangrijke reden hiervoor is dat het duo (Greg) Anderson – (Stephen) O’Malley alle overbodige ballast overboord gooit en zich focust op de oerrif. Een rif die bovendien zo tergend traag en repetitief gespeeld wordt dat het automatisch een trancegevoel oproept.
Het voorbije optreden in de Leuvense Predikherenkerk was daar een levend bewijs van. Anderson en O’Malley brachten The Grimmrobe Demos integraal en lieten horen waarom ze ook door niet metal-liefhebbers in de armen gesloten zijn. Maar de band heeft wel degelijk een stevige voet in de metalwereld, getuige zijn samenwerking met ondermeer Atilla Csihar, de Hongaar die eind jaren tachtig black metal mee vorm gaf met zijn band Tormentor en enkele jaren na de zelfmoord van Dead, zanger bij het beruchte The True Mayhem, diens plaats bij de band innam.
Dat Csihar vroeg of laat bij Sunn O))) zou aanbelanden, mag, gezien de interesses van O’Malley en Anderson, niet verbazen. Dat hij zijn stempel zou drukken op de band net zo min. Maar waar zijn rol op Monoliths And Dimensions weliswaar niet onderkend mag worden, maar net zo min allesoverheersend heet, geldt dat niet voor deze avond in de AB. Tijdens het concert dat grotendeels put uit de laatste plaat, trekt hij alle aandacht naar zich toe. Ogen de pijen van O’Malley, Anderson en keyboardspeler/trombonist Steve Moore eerder als banale kleedjes, dan maakt Csihar er een wezenlijk onderdeel van zijn identiteit van.
Het is niet de gitaar noch de riff die centraal staat maar wel de stem en meerbepaald die van Csihar. Hij schreeuwt, brult, krijst, zingt en sleurt elke andere (on)menselijke klank denkbaar uit zijn lichaam. De man heeft niet alleen een indrukwekkend stembereik maar ook een gevoel van theatraliteit dat dit van Sunn O))) ver achter zich laat. Tijdens de eerste helft van de show openbaart hij zichzelf als de opperpriester van een duistere sekte wiens microfoon meermaals dient als offerelement terwijl Anderson, O’Malley en Moore als zijn dienaars op de achtergrond blijven en vooral theatraal de gitaren aanslaan.
Naarmate de set vordert (alle songs van Monoliths And Dimensions vloeien in elkaar over) raakt Csihar steeds meer de pedalen kwijt. Wanneer O’Malley hem een witte vod (of iets in die trant) aanreikt, wordt het pas echt bizar. Csihar draagt plots een vreemd, wit masker (schmink volgens sommigen) dat hem in combinatie met zijn gewaad nog het meest laat lijken op Darth Sidious uit Star Wars. Alsof het gewicht van zijn nieuwe gelaat hem zwaar te moede valt, zal Csihar de rest van de set overigens gekromd lopen: een nieuw personage is op het podium opgestaan.
Het is met andere woorden één en al theatraliteit op het podium. Een bedenking die nog versterkt wordt, wanneer Csihar een tweede maal het podium betreedt, ditmaal in een gewaad dat met reflecterende vlakken bekleed is terwijl laserstralen uit zijn handschoenen schieten. De een vindt er niets aan, de ander vindt het zonder twijfel geniaal. Feit is dat Sunn O))) en Csihar in het bijzonder als geen ander weten hoe ze een prachtige grand guignol-set dienen te brengen. En dat de muziek daarbij naar het tweede plan verhuist, tja, ook dat maakt wel eens deel uit van de Sunn O)))-beleving.