Eerlijk? Wij hadden niet zo veel zin in een concert van The Dodos. Hun optreden op Dour eerder dit jaar mocht dan wel tot de tien goddeaufavorieten behoren, het pas uitgebrachte, bijzonder makke Time To Die beloofde ditmaal weinig goeds. Hadden we dát even verkeerd ingeschat.
Het publiek geeft alvast geen enkele blijk van teleurstelling in de nieuwe plaat: de Rotonde barst haast uit haar voegen en na een paar minuten lijkt het zaaltje nog het meest op een flink opgestookte sauna. De drie heren van The Dodos laten het niet aan hun hart komen, en zetten er — gewapend met een voorraad handdoeken — onmiddellijk stevig de pas in met “Paint The Rust”. Het nummer klinkt luider en wilder dan ooit, en daarmee is de toon voor dit optreden gezet.
De band lijkt zelf te merken dat er één en ander goedgemaakt moet worden: weg is de zweverige zang van de laatste plaat, Meric Long laat als vanouds zijn stem alle kanten uitschieten, ondertussen een puik staaltje fingerpicking op zijn gitaar demonstrerend, terwijl Logan Kroeber de vellen van zijn drums betimmert als was het zijn doel ze allemaal te verscheuren. Het is een behandeling waar vooral de nieuwe nummers baat bij hebben: zelfs de dieptepunten van Time To Die laten zich zo van hun beste kant zien. “Two Medicines” wordt plots stukken interessanter, en hoewel “This Is A Business” compleet ondermaats blijft, vormt het wel de gedroomde, langgerekte intro voor het stuiterende en roffelende “Fools”, dat zoals steeds de temperatuur in de zaal nog wat opdrijft.
Jammer genoeg werkt de stevige aanpak iets minder goed voor “Fables”, de enige echte uitschieter van Time To Die: de lieflijke melodie verdrinkt hier in het bijwijlen psychedelische gitaar- en drumgeweld, wat overigens ook geldt voor de vibrafoonklanken. Pas wanneer in de bissen alle spots op Keaton Snyder gericht worden — omdat Long zijn gitaar moet stemmen en Kroeber geen betere bindteksten weet te verzinnen dan “How was work?” — krijgen we effectief iets van Snyders instrument te horen. Het is slechts een klein rustpunt: met “Walking” en “Red And Purple” worden nog maar eens twee rammelende folkrockpsychedelicakleppers uit Visiter bovengehaald, en alweer is de Rotonde te klein.
Maar nog is het niet voor iedereen voldoende: terwijl de achtergrondmuziek voor de tweede keer aangaat en de zaal druppelsgewijs leegloopt, blijven enkele fanatiekelingen vragen om meer. Het duurt even, maar hun geduld wordt uiteindelijk beloond met “The Ball”, één van de zeldzame nummers uit debuutplaat “Beware Of The Maniacs” die de band nog geregeld opduikelt. Wie vond dat een uur en twintig minuten wel volstond en al vertrokken was, miste dan ook deze uitzinnige climax — de perfecte afsluiter voor dit overtuigende en broodnodige potje make up music.