In Ear Park, de tweede plaat van Department of Eagles, is tussen de soep, de patatten en het machtige Yellow House van Grizzly Bear tot stand gekomen. De helft van DoE is namelijk ook één vierde van Grizzly Bear. Beide onderdelen luisteren naar de naam Daniel Rossen.
In de slipstream van het nagenoeg interplanetaire succes van Yellow House -– net als Music From Big Pink van The Band opgenomen in een huis met de kleur uit de titel — diende Rossen zijn andere project even in zijn New Yorkse koelkast op te bergen. Na jaren van via e-mail uitgewisselde song-ideeën, op nachtrust gewonnen opnamesessies en andere omtrekkende bewegingen, rondden opperhoofden Rossen en de intussen flink verkleumde Fred Nicolaus dit voorjaar toch In Ear Park af, waarmee ze nu hun plaats in de muzikale voedselketen -– ergens rechtsonder de hierboven vermelde beer — opeisen.
Het spookt in dit plaatje, waarin de geesten van The Beatles, Van Dyke Parks, Sufjan Stevens, het in deze context onvermijdelijke Grizzly Bear én de in 2007 overleden vader van Daniel Rossen –- aan wie het hele gebeuren is opgedragen — ronddwalen. In Ear Park grossiert in melancholie, getoonzet op een weelderige mix van folk, doo-wop en rock, en haalt uitgebreid mooie herinneringen op aan Rossens lang vervlogen kindertijd. De hoes lijkt een verlengstuk van het verhaal: in onze fantasie schijnt vader Rossen met de zaklamp het bos in, zoekend naar het jochie Daniel dat maar niet op tijd thuis wil komen. De werkelijkheid blijkt achteraf enigszins prozaïscher: de foto past in de Toile-serie van kunstfotografe Amelia Bauer. Ook voor zijn naam is DoE het in arty sferen gaan zoeken: Département des Aigles is een installatie van mossel(pot)man Marcel Broodthaers. Farty wordt het echter nergens.
DoE staat — net als de Grizzly-buren -– met het ene been in de traditie en met het andere in de nieuwlichterij. Die spagaat houdt het moeiteloos en sierlijk vol. Halverwege tussen gospel en gitaren, balancerend tussen folk en elektronica. Het kaleidoscopische, rijkelijk gearrangeerde In Ear Park geeft zijn geheimen niet onmiddellijk prijs en krijgt pas reliëf na enkele dagen ons leven te hebben gedeeld. Hoogtepunten noemen heeft bijzonder weinig zin: iedere volgende beluistering levert nieuwe inzichten en favorieten op.
Onder lichte dwang kunnen we wel enkele eervolle vermeldingen vrijgeven: "Around The Bay" drijft op rinkelende belletjes, van Tom Waits geleende onderwaterblazers, achteloze stemmenpracht en een door merg en been klievend gitaartje dat af en toe even langskomt en even snel weer verdwijnt. Verder is het bijzonder aangenaam wegsmelten bij de weerhaakjespop van de titelsong, die door Jim O’Rourke lijkt te zijn beademd. Diens invloed is ook waarneembaar ter hoogte van het bijzondere, onderweg meerdere keren van klankkleur verschietende "Floating on the Lehigh". Nog een klasse beter zijn het schetsmatige, lichtjes kapotte muziekje "Classical Records" en vooral het door handclaps, hemelse harmonieën en TV On The Radio-snaren aangedreven "No One Does It Like You".
"I had a line but I don’t remember" zingt Rossen ergens. Onze eigen wervende uitsmijter herinneren we ons nog nét: In Ear Park is voor uw mp3-collectie wat een cursus reputation management is voor Ignace Crombé: een onvervalste aanrader.