Music in
Mind zette zijn tweede en meteen ook laatste week in met een
interessante tweedaagse, namelijk het Music in Mind Soundlab. Het
is zeker geen nieuw concept: men brenge twee avonden op rij enkel
Belgische artiesten naar voren om deze kort na mekaar het beste van
zichzelf te laten geven. Het verrassingselement bij Music in Mind
zit hem eerder in de lineup. Het is een selectie vol niet zo
evidente namen, met zowel opkomend, jong talent als oudgedienden
met de nadruk op eerder experimentele muziek.
Dinsdagavond was het op de zesde verdieping van het concertgebouw
te doen, met als schuchtere opener het Limburgse
COEM. Ze kregen ditmaal ook versterking van een
‘Mountain Orchestra’, waarmee ze voor de eerste keer met nieuw
materiaal op het podium te zien waren. Zoals de naam van deze
muzikale versterking reeds suggereert, draaide het tijdens dit
optreden vooral rond Mountain, het tweede
deel van de recente COEM-plaat, als epicentrum. De zeer capabele
songs uit het ‘Move’-gedeelte bewaarden ze voor een andere keer.
Het werd dus een uurtje jazzy postrock, afgewisseld door nummers
uit hun vorige langspeler, Happiness etc.
Op deze laatste plaat werd slechts enkele keren teruggevallen, maar
dat bleek al snel geen jammerlijke misstap te zijn. ‘Happiness
etc.’ heeft zo haar troeven, maar qua popsongs kan deze toch niet
op tegen het recentere werk. Het betere werk moest dus vooral van
‘Mountain’ komen, en dat bleek meer dan eens goed te lukken. De
blazers lieten een frisse wind binnen in de matig gevulde Sonar
Room, en we werden bij deze nummers ook verlost van de vaak
infantiele lyrics van het ‘Happiness’-materiaal.
Natuurlijk sprong de cover van Praga Khans ‘Breakfast in Vegas’ er
onmiddelijk uit. Niet enkel omdat hij heel herkenbaar is, maar
vooral de kwaliteit en overtuigingskracht van COEMs adaptatie is
verbluffend. Ook afsluiter ‘The Absurd Story of o-a-mi-Nadia’ (uit
hun cd ‘bandwi(d)thconsiderations’) werd ijzersterk neergezet,
inclusief een wandeltochtje door het publiek. Alles opgeteld was
dit een concert dat niet altijd even boeiend was, maar er wel
aardig in slaagde de kwaliteiten en het potentieel van dit viertal
te onderstrepen.
Hierna
was het de beurt aan Ansatz der Maschine. Ook zij
kregen versterking van saxofonisten en een vibrafoon. Bertel en de
zijnen waren blijkbaar met één missie naar The Sonar Room afgezakt:
blaas die tent omver en wel zo efficiënt mogelijk. Het resultaat
mocht er vast en zeker zijn, met de reeds bekende
indietronic-klanken aangevuld door smaakvolle blaaspartijen en soms
vrij alternatieve percussie (met dezelfde rietblazers). Er werd
niet echt naar het publiek omgekeken; er werd gewoon aan een stuk
doorgespeeld tot al het materiaal aan de beurt was gekomen. Slechts
één keer mochten de toeschouwers er een applausje tussen wurmen,
maar dat maakte de enthousiaste respons op het einde er niet minder
op.
De tussenstukjes waren misschien van een iets minder hoog niveau,
toch viel steeds weer op hoe goed de bende het geheel uiteindelijk
liet klinken. De geluidsinstallatie leek zich perfect te lenen aan
Bertels elektronisch vruchtwater, al leken de vocals wat te
verdrinken in deze vloedgolf van samples, elektronische beats en
lichte glitch. Al bij al een zeer sterk vertoon, al mocht het
gerust wat langer geduurd hebben (we veronderstellen dat het
materiaal gewoon op was). Het publiek kon meer dan tevreden
terugblikken op hun kennismaking met Ansatz der Maschine, zo bleek
ook uit de obligate urinoirconversaties achteraf.
Helaas is ook enola onderhevig aan de mobiliteitsproblematiek die
het Music in Mind-festival op langere festivaldagen plaagt. Ook wij
moesten onze laatste trein halen, en daarom zijn onze indrukken van
aMute zeer onvolledig, behalve dan dat zij op weg
leken het energieke tweede hoogtepunt van de avond te worden.