Door een major label gedumpt worden en noodgedwongen terugkeren
naar de undergroundscene: het moet zo’n beetje zijn als scheiden
van een bloedmooie vrouw en met hangende pootjes weer bij moeke
gaan wonen. Cave In is een van de vele uitstekende bands die
verdiend indie-succes (platen als ‘Tides of Tomorrow’ en vooral
‘Jupiter’ waren van een bovenaardse schoonheid) wisten te
verzilveren middels een lucratief contract bij een major. Ongelijk
kun je ze niet geven, want tekenen bij een kapitaalkrachtig label
als RCA betekent doorgaans een betere promotie, een vlottere
distributie en royalties waar min of meer van te leven valt. Voor
Cave In was RCA, met BMG (ook al niet echt een groot rocklabel) als
distributeur een verschrikkelijk verkeerde keuze: artistiek was
Antenna dan wel hun meest
complete, gepolijste (en ook volwassen) plaat, maar hun broodheren
lieten het totaal afweten. De man die hen bij RCA binnenhaalde,
vertrok met de noorderzon. Zijn vervanger vond Cave In een
ongelukkige signing. De gevolgen laten zich raden: de plaat kon
nauwelijks op promotionele ondersteuning rekenen en verdween totaal
op het achterplan. Vooral een slechte zaak voor de
muziekliefhebber, want ‘Antenna’ was één van de beste dingen die
2002 op releasegebied te bieden had.
Alhoewel wraak nemen nooit echt een optie was, sloeg de band terug,
weliswaar met fluwelen handschoen. De laatste maanden van hun
RCA-periode schreven ze de nummers voor ‘Perfect Pitch Black’, goed
wetend dat ze naar hun oude nest zouden terugvliegen. En dat oude
nest is natuurlijk Hydrahead, het oerdegelijke label dat hun aan
hun vroegste succesjes hielp. Labelbaas Aaron Turner (in zijn vrije
tijd hoofdman van Isis en een
dozijn andere projecten) ontving hen als verloren zonen en bood hen
een nieuw contract aan. En genoeg zelfvertrouwen om een poging te
ondernemen om de fans van het eerste uur, die in groten getale
hadden afgehaakt na ‘Antenna’, weer voor zich te winnen.
Wat we op ‘Perfect Pitch Black’ aantreffen, zijn dus in feite oude
songs, maar hopelijk zijn ze wél representatief voor de richting
die Cave In in de toekomst wil uitgaan. Op deze plaat zijn ze er
namelijk in geslaagd om een fijnbesnaarde synergie te vinden tussen
hun harde werk en de meer alternatieve klanken die ze op ‘Jupiter’
en vooral ‘Antenna’ lieten horen. Met de nodige grandeur gaat Cave
In de strijd aan met de vooroordelen. Een geslaagde onderneming,
want de plaat is energiek genoeg om ten minste een deel van de
deserteurs op andere gedachten te brengen en bevat voldoende
melodie om ook de fans van ‘Antenna’ definitief aan zich te binden.
En weer is zanger Stephen Brodsky de spilfiguur. Ter ondersteuning
van de venijnige passages (en dat zijn er veel op ‘Perfect Pitch
Black’) stofte hij zelfs zijn moordende schreeuw weer af en geeft
hij extra cachet aan songs als ‘Trepanning’ (een mokerslag in het
gezicht) en ‘Off To Ruin’, waarin hij zich voortbeweegt in een
sludge-versie van Alice In Chains (akelige meerstemmige
zangpartijen incluis).
Maar bovenal is Brodsky gewoon een gracieus gebekte zanger. Op
‘Paranormal’, dat van alle nummers op deze plaat nog het meest aan
die van de voorganger doet denken, combineert hij het drammerige
van Britpop aan een refrein dat met geen stokken uit je kop is weg
te krijgen is, eens je het éénmaal hebt gehoord. Diezelfde stevige
rock met weerhaakjes en plotse erupties van geweld vinden we terug
in ‘Droned’, dat tijdens zijn ongedwongen refrein en temidden van
gensterende gitaren ergens in de buurt van Foo Fighters
uitkomt.
Het verschil met ‘Antenna’ zit hem vooral in de intensiteit. Waar
Cave In op die plaat resoluut koos voor het creëren van sferen,
staat de song op ‘Perfect Pitch Black’ nadrukkelijk centraal. Zo
neigt ‘Tension in the Ranks’ naar bombastische progrock en werkt
het naar een grande finale toe en refereert ‘Down the Drain’
aan het beste van de Pumpkins (maar dan zonder die irritante Billy
Corgan).
Wie echt zat te wachten op een terugkeer naar de oerdagen van Cave
In en de gevarieerde hardcore van ‘Beyond Hypothermia’, zal
bedrogen uitkomen. Los van de verdiensten van die eerste plaat,
gooien de Bostonians met ‘Perfect Pitch Black’ al hun sterke
troeven op tafel. Bovendien is het, ondanks het feit dat de nummers
tijdens verschillende sessies tot stand kwamen, een heel
consistente plaat, die nergens de indruk geeft als los zand aan
elkaar te hangen en getuigt van karakter. Of de honger van de oude
garde fans met deze nieuwe plaat is gestild, is maar zeer de vraag,
maar wie houdt van gevarieerde, potige rock met vlijmscherpe
hooks, zal hier veel plezier aan beleven.
Tip: de volledige plaat is integraal én gratis te beluisteren op
http://www.perfectpitchblack.com