De jaren negentig zijn terug, en ze zijn kwaad. Zo klinkt Ayna toch. Drie jaar na mini-album Felt is die plaat het echte debuut van ILA en daarop laat frontvrouw Ilayda Cicek haar emoties de vrije loop. Ze raast, ze treurt, ze roept, en altijd krijgen de gitaren het laatste woord. “Dat de gitaren goed klonken, was prioriteit.”
enola: Na De Nieuwe Lichting ging het even heel snel voor je. Ben je bewust op de rem gaan staan na die zomer van 2022?
Ilyada Cicek: “Voor we die wedstrijd wonnen, waren we al vier jaar bezig. We hadden dus wel al wat kilometers afgelegd. Nadat “Leave Me Dry” zo aansloeg, konden we veel spelen, en dat was leuk. We zijn immers een liveband. Maar in 2023 hebben we inderdaad beslist om het even rustig aan te doen, en ons toe te leggen op de opnames van het album. We speelden een paar shows, maar voor de rest wilden we vooral het creatieve plaatje goed krijgen. De lancering van Ayna moest juist gebeuren.”
enola: En dat album is met nadruk een groepsplaat geworden.
Cicek: “Dat klopt. Voor deze plaat hebben we onze manier van werken omgegooid. Vroeger kwam ik met een idee naar de jongens, een song die ik op mijn gitaar had geschreven en waarvan de tekst ook al af was, en met dat skelet gingen ze dan aan de haal. Ze vulden aan, schreven aanvullingen, veranderden dingen… Het ging wel in samenspraak, dat wel. Nu doken we echter gewoon met ons drieën het repetitiehok in, gedachten op nul, en begonnen van niets iets te maken. Ik zorgde dat ik pen en papier bij me had om tekstideeën te noteren die al doende kwamen, zodat het niet opnieuw dagboekschrijfsels of zo werden. Meer dan een concept waarover ik wilde zingen had ik niet, ik zag wel wat eruit kwam.”
“Dat was best spannend, want dat vroeg van mij loslaten, terwijl ik graag de controle hou. Maar het voelde heel goed, daar met ons drieën. Op sommige dagen kwam er heel weinig uit, hadden we na drie uur nog altijd niets in handen en hielden we er mee op, een paar dagen later kwam er wel iets uit. Dat was fijn.”
enola: De rollen waren ook niet gedefinieerd. Zo schreef drummer Cas Kinnaer bijvoorbeeld de riff voor “Atonia”.
Cicek: “Na ongeveer een uur repeteren schuiven we als vanzelf door op de instrumenten. Dan ga ik eens achter de kit zitten, pakt Cas de gitaar vast, en Sam (Smeets, gitarist/bassist – red.) iets anders. Zo ontstaan er ook al eens dingen. In het geval van “Atonia” was Cas – veel gitaar kan hij eigenlijk niet – iets aan het tokkelen, en hij kwam met de eerste twee noten. Waarop Sam zijn gitaar pakte, en de rest erbij schreef. We blijven elkaar inspireren.”
“Het is heel fijn om met zulke getalenteerde, geschoolde mannen samen te mogen spelen. Als autodidact heb ik het muziek maken nooit echt geleerd, dus als ik niet kan spelen wat ik in mijn hoofd heb, moet ik het uitgelegd krijgen met woorden. Dat is iets waarin ik beter ben geworden, en waarin de jongens mij erg goed aanvoelen. Wat we daar hebben, is uniek. Door die wisselwerking kon ik bij het schrijven van Ayna beter nadenken over klanken en sferen, wat de plaat zeker ten goede is gekomen.”
enola: Hoe voelt het dat ILA een echte groep is geworden? Je zegt zelf dat je moeite hebt met loslaten.
Cicek: “En toch voelt het eigenlijk heel goed. Als je het alleen doet, valt ook alle verantwoordelijkheid in je nek. Ik ben blij dat ik die nu kan delen met Cas en Sam. Het was in het begin inderdaad even moeilijk om los te laten. Ik heb jarenlang op mezelf geschreven. Dat voor een stuk uit handen geven, was niet evident. Tijdens de opnames heb ik nog hevig tegengewrongen dat ik geen synths wilde, niet dit of dat, … en zie: er staan synths op, van alles.”
“Ik heb beseft dat ik mezelf in de studio niet moet beperken tot wat we zelf kunnen doen. Het was mijn bedoeling dat we alles live even goed konden brengen als op het album, maar nu spelen we live gewoon met Mattias Stynen als extra man. Ik maak me nu minder zorgen of wat we schrijven speelbaar zal zijn; ik laat het creatief proces gewoon stromen. Want ik zit graag in de studio geluiden te creëren, of partijen bij te schrijven. Ik zie die mogelijkheid nu als een nieuwe vrijheid, en dat bevalt me nogal.”
Geen dagboekteksten
enola: Je werkte opnieuw samen met producer Michael Badger, die vooral bekend is van zijn werk met King Gizzard & The Lizard Wizard. Wat bracht hij jullie muziek bij?
Cicek: “Hij had destijds onze tussendoorsingle “Live To Love” opgenomen, en dat vonden we zo fijn dat we gerust een volledig album met hem wilden maken. Hij is een gitaarman, wij een gitaarband. Het is dankzij hem dat de plaat zo’n jarennegentiggeluid heeft. De gitaren klinken héél goed, en dat was voor ons een grote prioriteit. We hadden iemand nodig die iets van gitaren snapt, en de mix ook volledig kan opengooien. Hij begreep wat we wilden doen, en heeft ook de ervaring om het te realiseren.”
“Neem nu “All Again”. Daarvan hadden we aanvankelijk enkel het refrein en de brug, maar dat was het zowat. Daar hebben we met hem echt aan zitten prutsen en prutsen, en het kwam er maar niet uit. Tot Michael zelf ook eens de gitaar vastpakte, en op die manier probeerde mee te denken met ons. Toen lukte het plots wel om er strofes bij te vinden.”
enola: Vanwaar de titel Ayna?
Cicek: “Dat betekent ‘spiegel’ in het Turks, en aangezien de hele plaat draait rond spiegels, klopte dat. Je kunt niet in je eigen ogen in de spiegel blijven kijken zonder gek te worden; op die gedachte is het album gebaseerd. Als je dat te lang doet, vervormt de realiteit, ga je op kleine dingen focussen, en dat is ook wat er in het leven soms gebeurt. Dat was voor mij het startpunt voor de teksten. Ik wilde zoiets hebben, een soort concept, alles moest een mooi geheel vormen.”
“Als je je slecht voelt, ga je je aandacht richten op de verkeerde dingen. Dan komen andere kanten van jezelf boven. Er staan nummers op de plaat die over egoïsme en narcisme gaan. Daar heb ik niet echt last van hoor; ik maak mijn teksten wel vaker wat extremer dan ik ben. Het worden een soort verhalen.”
enola: “I mistook my life for a dream, I mistook my dream for a life”, zing je in “Sun”.
Cicek: “Dat is een beetje een misleidend liefdesliedje. Het gaat over puur uit gewoonte te lang bij een bepaald persoon blijven, in een bepaald gevoel blijven hangen. Over warmte die te goed voelt om weg te gaan – “The Sun”, dus.”
“Ik ben iemand die heel graag liefheeft, die heel hard gelooft dat er iemand te vinden is die voor je gemaakt is, en jij voor hen. Ik heb dat idee een tijdje afgezworen, omdat het leven niet helemaal juist liep, maar mijn huidige vriendin heeft me opnieuw doen geloven in die liefde. Ook “In Reverie” draait daar om, hoe ik leef om lief te hebben. Iedereen zou zo moeten leven, ik vind dat wondermooi.”
Mijn vader, de dichter
enola: Je vader droomde er al jaren van dat je eens in het Turks zou zingen.
Cicek: “En ik vertikte het echt. Als het niet vanzelf kwam, dan zou ik het niet doen. Ik schrok dus nogal toen ik het plots wel deed. Dat gebeurde na de verwoestende aardbeving in Turkije, nu een jaar geleden. We legden net de laatste hand aan de plaat, ik speelde twee akkoorden en de jongens waren er al meteen mee aan het spelen. En toen floepte de eerste zin er in het Turks uit in plaats van het Engels.”
“Mijn teksten vormen zich meestal door te zien wat er achter de microfoon uitkomt; als ik iets leuks vind, dan blijft het. En dus ben ik in het Turks verder gegaan. Ik stuurde mijn vader een berichtje, vroeg hem wat hij er van vond, en of hij – zelf een dichter – er wat bij wilde schrijven. Ik kreeg per kerende zes strofes – zó lang duurde dat nummer nu ook niet. (lacht) Hij was er ook bij in de studio toen we dat nummer opnamen: ik wilde zeker zijn dat mijn uitspraak juist was. Het was voor ons beiden een verwerkingsproces, want dat was een heftige periode.”
enola: Want die aardbeving was voor jullie wel echt dichtbij.
Cicek: “Iskenderun, de stad waar mijn vader is opgegroeid en mijn ooms nog wonen, is heel erg getroffen. Het was een schok om met dat nieuws wakker te worden, maar gelukkig heeft iedereen van mijn familie het overleefd. Veel van hen zagen wel hun huis onbewoonbaar verklaard worden, of hebben zelf mensen in hun gemeenschap verloren. Sommige mensen met wie ik ben opgegroeid, zijn er niet meer. Een van mijn ooms is leerkracht en zag de helft van zijn klas niet terug na de ramp. En wij zaten hier en konden niet meer doen dan hopen dat het in orde kwam. Dat was heel intens. Daarom hebben we met de band een benefiet gedaan. Uiteindelijk is mijn vader ook naar ginds getrokken om te helpen. Het was dus ook niet zo raar dat “Ben Anlamam” er is gekomen.”
“Ik ben zelf ondertussen al twee keer teruggekeerd naar Turkije. Die stad is min of meer verdwenen. Iedereen is ondergebracht in containerwoningen, alle zaakjes – kappers, restaurants, … – waar we kwamen eveneens. Er is nog altijd een gigantische nood aan hulp. Men is wel begonnen met de heropbouw, maar veel van wat beloofd is door de regering is er desondanks niet gekomen. Ik hoop dus dat het er na de volgende verkiezingen iets beter wordt.”
enola: Niet alleen je vader volgt je carrière van nabij, ook de ouders van de jongens zitten er dichtbij. Soms voelt het alsof jullie wielrennersgewijs een echte supportersclub hebben.
Cicek: (lacht) “Onze ouders zijn onze grootste fanclub, dat klopt. Ze zijn er bijna elk optreden bij, en staan dus vast op onze guestlist. We gunnen hen dat met plezier, want het is enorm motiverend om hen daar te zien staan. En nadien krijgen we van hen ook altijd goeie feedback. Mijn vader heeft het altijd erg goed door als ik er niet helemaal in zit. Dan komt hij na de show vragen of er iets was, en dan praat ik. En dat gaat voor de jongens ook op. De vader van Cas is ook drummer, dus als die eens een minder optreden heeft, krijgt hij soms ook tips. Dat is tof. En verder is het gewoon leuk. We komen goed overeen met onze ouders, en zij ook onderling. De mama’s hebben zelfs een WhatsApp-groepje. (lacht) Wat doe je eraan?”
enola: Hoe voelt het ondertussen om mee te draaien in de machinerie die de muziekindustrie is? Je liet eerder al verstaan dat je aanvankelijk al eens met seksisme te maken kreeg.
Cicek: “Het is me wel eens overkomen dat ik de opmerking kreeg dat onze persfoto’s niet sexy genoeg waren. Dan stopt het natuurlijk snel. Maar sinds ik met mijn huidige manager in zee ben gegaan, verloopt dat soort gesprekken een pak vlotter. Ik heb geleerd dat het gewoon belangrijk is om je te omringen met de juiste mensen en een sterk signaal te durven geven als iets niet juist voelt. Dat heb ik altijd al gedaan; ik ben niet op mijn mondje gevallen. En dat ik dan al gemakkelijk als een arrogante vrouw word bestempeld, tja. Wie mij kent – en mijn crew kent mij ondertussen ook – weet dat ik dat niet ben. Ik ben best rustig, maar ik weet wat ik wil. En ik weet welke muziek wij willen maken.”
Ila speelt op 14 november in de Charlatan in Gent en op 7 december in De Roma.