J. Bernardt :: ”Ik heb een soort onbevreesdheid gevonden”

Met langoureuze strijkers en klaaglijke stem zweet Jinte Deprez op Contigo een stevige break-up uit. Zijn tweede soloplaat als J. Bernardt vindt zo netjes een plaats in het grote Balthazar-universum, en dat mocht ook. “Ik had geen zin om mezelf opnieuw uit te vinden, ik wilde gewoon de perfecte soundtracks voor deze teksten”.

enola: Contigo is een andere plaat geworden, met nadruk geen Running Days II.

Deprez: (glimlacht) “Na zeven jaar verandert een mens al eens. En wat vooral het verschil is, is dat Running Days een reactie was op wat ik voordien deed met Balthazar. Het was een soort heruitvinden van mezelf, terwijl Contigo nu een eerder evaluerend, introspectief album is geworden. Het is een overzicht van wie ik ben als songschrijver en muzikant, om zo mijn verhaal te kunnen doen.”

“Dus ja, deze past beter in het Balthazar-universum, of nog beter: mijn universum. Want mensen zien die dingen soms wat te los van elkaar, maar ik ben natuurlijk altijd dezelfde songschrijver. Running Days was op dat vlak een buitenbeentje, een plaat waarop ik mezelf wilde uitdagen, hier wilde ik me net veilig voelen om dan die teksten te brengen over de moeilijke periode waar ik uit kom. Ik had echt geen zin om mezelf muzikaal opnieuw uit te vinden, ik wilde gewoon de perfecte soundtracks voor die specifieke teksten schrijven.”

“En ik ben ook trots op het resultaat. Je hoort er al mijn muzikale fases op, ook die van het nerdy kind dat viool speelde. Dat was ik ook immers, tot ik ging rebelleren en voor crunchy gitaargeluiden ging. Dat er zoveel strijkers te horen zijn, is mijn aanvaarding van dat kind: het mag meedoen.”

enola: Zie je jezelf je viool ook op het podium meenemen?

Deprez: “Nee. Ik heb het geprobeerd, maar ik krijg er alleen maar stress van. Ik ben een te slechte violist om dat te doen en ik heb me ook net omringd met vrienden-muzikanten die erg goed zijn in wat ze doen, zodat ik zelf wat kan ademen en vooral zingen. Ik merk dat ik daar tegenwoordig het meeste genot uit haal, meer dan uit een instrument spelen.”

enola: Maar Contigo is dus wel een echte groepsplaat geworden, waar Running Days uit laptopgeknutsel bestond.

Deprez: “Klopt. Ik denk dat ik het een beetje gehad heb met die generatie die alles op de computer doet. Running Days was daar inderdaad een voorbeeld van; ik wilde dat soort muziek maken verkennen. Nu was ik net hard op zoek naar connectie met anderen, samen spelen. Drums kunnen als ze geprogrammeerd zijn supervet klinken, maar ook prachtig als het net een mens is die ze bespeelt. En het was die menselijke kant die ik nu zocht, maar dat wil niet zeggen dat ik het vorige geluid niet ook nog interessant vind.”

enola: Maar je kwam dus uit een moeilijke periode, zeg je. Je had een break-upplaat te schrijven, zelfs al worstelde je met dat woord.

Deprez: “Ja. Ik heb een tijd last gehad van een writer’s block, waarna mijn relatie afsprong en Balthazar op pauze ging. Toen begon ik vanzelf dat soort liedjes te maken. En ik was blij om te voelen dat het schrijven opnieuw ging. Soms weet je niet meer wie je bent als songschrijver en het feit dat er in die lastige periode zoveel songs kwamen, was een troost. Het herstelde mijn geloof in mezelf als songwriter: er was niets gefabriceerd aan, het was wie ik was, mijn medium om emoties te verwerken.”

“Ik kan niet ontkennen dat het tien monologen zijn die ik richt aan mijn ex, maar de term break-upplaat kwam daarbij niet in me op. Ik schreef voor mezelf, zo’n verkoopsterm speelde daarbij geen rol. Vandaar mijn ongemak over dat woord. Ik moest eraan wennen dat dit nu een commercieel product is geworden. Ik hoorde vaak dat ik moedig was om zo persoonlijk te schrijven, maar (haalt schouders op) ik heb er nooit bij stilgestaan dat ik dat zou uitbrengen. Ik zat gewoon diep en schreef het van me af. Het was pas toen ik effectief besefte dat ik een album had, en dat ik dat op de wereld zou loslaten, dat ik inzag hoe iedereen hierin een deeltje van mijn ziel zou horen. Maar bon, dat is mooi hé. Het is waar muziek voor dient. Voor mij is het gewoon een tijdsdocument. Maar als het resoneert met anderen, dan is dat natuurlijk mooi meegenomen.”

enola: Je zat inderdaad wel diep, zoals je zingt: “Thought I was a loner / How did I get so lonely”.

Deprez: “Dat komt uit “Left Bathroom Sink”, een nummer waar ik lang aan heb geschreven. Dat einde met ‘‘I need to step away from you”, kreeg ik maar niet over mijn lippen. Dat is natuurlijk typisch voor een breuk: je weet heel goed wat je moet doen, maar je krijgt het niet gedaan. Wegstappen van iemand is altijd moeilijk, en ik heb de muziek toegestaan om dat ook dramatisch te maken. Al heb ik er tegelijk op gelet dat het geen loodzware plaat werd. Er zit geen wrok in, denk ik. Het draait meer om zoeken naar acceptatie, proberen om het positieve te zien.”

enola: Toch zing je “I let you ruin me”.

Deprez: “Dat is de paradox van zo’n breuk. Je bént er fucking kapot van, er is veel kwaadheid en onbegrip, maar die is er meer omdat je geen controle hebt, dan dat je kwaad bent op die persoon. Ik begrijp dat je in die zin woede leest, maar voor mij was het meer een uitspreken van ‘je kunt mij kapot maken, maar als je dat doet, was dat mijn keuze, want ik ben hier bewust ingestapt.’ Daarom eindig ik ook met dat ”Girl, we did have a good time”, om die tegenstelling te benadrukken. Want die relatie was bij momenten prachtig, maar ook heel hard en ruw.”

enola: Running Days was ook al een soort van breukplaat en Maarten Devoldere, je Balthazarcollega, rijgt als Warhaus de break-upplaten aan elkaar, en er was een periode dat elke nieuwe Phosphorescent kwam met het verhaal van een relatiebreuk. Waar ik naartoe wil: hebben artiesten de neiging om het drama in hun leven op te zoeken, zodat ze iets te vertellen te hebben?

Deprez: “Dat is een goeie vraag, waar ik eigenlijk geen antwoord op heb. Ik moet niet per se een relatie hebben of die afbreken om iets te schrijven. Maar als songschrijver heb je inderdaad wel de drang om de dramatiek te vergroten, of iets te verwoorden dat eigenlijk iedereen wel eens meemaakt, maar waar wij dan veel meer kak aan hangen. (lacht) Maar ik ben nu bijvoorbeeld al een nieuw album aan het schrijven, omdat ik het belangrijk vind om nu eens de fase na de breuk te documenteren. Ik voel me ondertussen weer helemaal oké – I’m out there again – en ik wil dat gevoel eens vastleggen. En dus heb ik voor mezelf beslist om door te gaan met schrijven, zodat je de volgende keer niet weer een getormenteerde artiest over zijn breuk moet interviewen.” (grijnst)

Rustige, respectvolle mensen

enola: Ondertussen is Warhaus aan zijn derde plaat toe, Zimmerman van je tweede spitsbroer ook, jij aan je tweede. Is dit wat het vanaf nu wordt bij Balthazar, een voortdurende afwisseling tussen groep en soloprojecten?

Deprez: “Om te beginnen: Simon, Maarten en ik zijn in de eerste plaats drie goeie vrienden die graag samen spelen. Maar Balthazar is een business geworden, waar we met een grote crew aantreden op hoofdpodia en in grote zalen. En eigenlijk zijn wij nog altijd simpele jongens die het liefst staan te zweten in de kelder, terwijl we ons eigen materiaal schoonmaken. En dat is wat we met die soloprojecten nog eens kunnen doen: zelf ons gerief uitladen en opstellen, in kleine clubs spelen. Ik denk dat dat een heel logisch en menselijk iets is, maar in de muziekindustrie wordt dat vaak wat uit het oog verloren.”

“Daarnaast kom je als songwriter in een groep onvermijdelijk uit bij het punt waarop je je afvraagt waar jij eindigt en de ander begint. Het is niet meer dan normaal om dat dan te gaan bevragen. Wat minder doorsnee is, is dat we de band niet hebben opgeblazen. In de meeste gevallen waar dat gebeurt, zal de groep splitten omdat ego’s botsen. Gelukkig zijn wij als erg rustige, respectvolle mensen met die solocarrières kunnen omgaan. Als ik naar een concert van Warhaus of Zimmerman ga, sta ik echt met open mond te kijken. Ik ben blij dat ik eens vanuit het publiek van hun talent kan genieten.”

“Tegelijk ben ik zelf ook schijteblij om eens afstand te kunnen nemen en opnieuw te ontdekken wie ik ben. Als ik naar mijn parcours kijk, dan ben ik degene met het minst aantal albums, maar dat is oké: ik neem graag mijn tijd en ik vind ook dat ze een soort relevantie moeten hebben. En als je met anderen in het soort rollercoaster zit dat Balthazar kan zijn, dan is het niet evident om even te beslissen dat je een jaar thuis gaat zitten om shit te verwerken en eens in de echte maatschappij te leven. Want dat is wat ik heb gedaan. Ik heb een jaar gewerkt aan mezelf en geprobeerd om mijn rol in de wereld terug te vinden. Ik ging opnieuw naar familiefeesten, barbecues met vrienden,… de simpelste dingen eerst. En de keerzijde van die medaille was dat ik even nutteloos was als muzikant. Maar dat heeft me veel deugd gedaan.”

“Soit, om terug te keren op je vraag: Balthazar is vijftien jaar lang een rush geweest en iedereen die zo lang dezelfde job doet, kijkt wel eens uit naar iets anders. Dus is dit vanaf nu hoe het gaat? Ik denk dat we geleerd hebben om vooral niet meer te plannen, maar te beseffen dat die afwisseling erg gezond is als muzikant, én als mens. Zo zijn we drie jaar geleden overigens in het maken van Fever gegleden. We zaten met ons drieën op café, en het idee ‘zullen we nog eens een plaat maken’ kwam vanzelf. Nu was het het tegendeel: ik moest even mijn verhaal kunnen vertellen. Vandaar dat ik ook al aan een volgende J. Bernardt-worp aan het werken ben. Tot ik mijn ego en dat verhaal weer beu ben en we opnieuw iets samen doen. Ach, ik snap die voortdurende vraag naar een Balthazar-plaat eigenlijk niet. Voor mij zijn die soloprojecten Balthazar-waardig, dus eigenlijk krijg je meer langspelers dan ooit. En het gekke is dat het versterkend werkt, want toen we terugkeerden na die eerste eigen platen, was de groep groter dan ooit.”

Onbevreesdheid

enola: Running Days was een stilstaan en de stand opmaken op je dertigste verjaardag. Ondertussen ga je richting de veertig. Hoe hard ben je sindsdien veranderd?

Deprez: “Vrij hard, denk ik. Vooral de laatste twee jaar ben ik vrij hard tegen de muur gelopen. Die breuk viel samen met de tijdelijke stop van Balthazar en ik merkte dat ik eigenlijk geen enkel fundament had. Ik zat heel gewrongen, vol angsten. Ik heb heel hard moeten werken om mezelf te leren aanvaarden en graag te zien, en daaruit is ook een soort onbevreesdheid gekomen. Ik weet nu dat we allemaal maar íéts doen en dus is deze plaat de eerste waarvan het me niet zoveel kan schelen wat de rest van de wereld ervan vindt. Al vind ik het natuurlijk zalig om te horen als het iemand iets doet. Als iemand het niet voelt, ook goed. Het is niet mijn taak om iedereen te behagen.”

enola: Heb je je in het verleden hard opgewonden over negatieve recensies?

Deprez: “Voor een neuroot en controlefreak als ik is het soms moeilijk plaatsen dat je twee jaar werkt aan iets en dat iemand dan een oordeel klaar heeft na ongeveer twee draaibeurten. Alle lagen die je erin stak, alle subtiliteit wordt genegeerd, er is niet de moeite genomen om echt aandachtig te luisteren. Ja, daar ben ik wel gevoelig voor. Dan voel ik me niet ernstig genomen. En natuurlijk wind ik me dan op, al was het maar omdat ik te weinig zelfliefde had en dus afhing van zo’n bevestiging van buitenaf. Nu is dat anders – al denk ik dat ik nog altijd kwaad zal zijn als ik het gevoel krijg dat er niet goed genoeg geluisterd is. Ik heb liever dat een recensent probeert te begrijpen wat ik met een album wilde bedoelen, dan dat hij gewoon een mening uit.”

enola: Je eindigt Contigo met de vraag “Are we lonely or are we finally free?”. Heb je het antwoord al gevonden?

Deprez: “De vraag heb ik gehaald bij Bukowski, die zei ‘“And when nobody wakes you up in the morning, and when nobody waits for you at night, and when you can do whatever you want. What do you call it, freedom or loneliness?” Want zo is het wel. Ik was een avond uit met een vriend die een gezin met kinderen heeft. Ik kwam uit mijn lege appartement, en hij klaagde dat hij nooit tijd voor zichzelf had, gebukt ging onder de verantwoordelijkheden. Had hij maar meer vrijheid! En ondertussen zat ik daar te janken dat niemand me graag zag, terwijl hij onvoorwaardelijke liefde had. Je kijkt altijd naar wat je niet hebt. Er is dus geen antwoord op die vraag.”

PiaS
Beeld:
Athos Burez
Balthazar

recent

Perdidos en la Noche

Sinds Mexico in de tweede helft van de jaren...

Deadpool & Wolverine

Toen de eerste twee Deadpool-films kort na elkaar de...

Jack White :: No Name (Déja-vu)

Jack White maakt amper woorden vuil aan zijn nieuwe,...

Rock Herk 2024 :: Lieve jongens zonder schaamte

Een jarig festival vraagt om een feestje, Rock Herk...

Fremont

“Mensen met herinneringen schrijven de mooiste dingen.” Dat krijgt...

verwant

Cactus Festival 2024 :: De mooist gebalde vuisten

Eén headliner had Cactus Festival nodig om dit jaar...

J. Bernardt

14 juli 2024Cactusfestival, Brugge

J. Bernardt :: Contigo

Op Contigo slaat Jinte Deprez’ alter ego J. Bernardt...

Balthazar

20 augustus 2023Pukkelpop, Hasselt

PUKKELPOP 2023: Smeltende tenten in sonisch cinemascope

Wat is dit; Best Kept Secret? Yup, net als...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in