‘Men zou er zo luid over moeten schreeuwen dat iedereen het geschreeuw kan horen. Ze zijn steeds actueel en nog steeds hangen ze als een steen rond onze nek.’ Het is 1984 als Barbara Skarga, op dat moment uitgegroeid tot een van de meest vooraanstaande Poolse filosofen, een inleidend woord schrijft bij Na de Bevrijding, haar memoires over haar jaren in de Russische goelag. Vier decennia later, na de Russische invasie in Oekraïne, is het alsof de werkelijkheid de historische realiteit heeft ingehaald. Soms vult het verleden de blinde vlekken die in het heden overblijven…
Ronduit duizelingwekkend is de biografie van Barbara Skarga, een van Europa’s vaakst vergeten filosofen uit de 20ste eeuw. Ingewijden noemen haar werk nochtans toonaangevend, maar een breed publiek hebben haar publicaties vooralsnog niet bereikt. Mogelijks heeft dat met de vorm te maken, want Skarga liet zich doorheen haar levensloop niet voor een welbepaald idee vangen. Ze pende geen homogene wereldbeschouwing bij elkaar en al evenmin een sluitende methode om problemen van maatschappelijke of metafysische aard mee onder handen te nemen. Haar filosofische praxis is veeleer socratisch van insteek: werkend vanuit het immer bevragen, sterk essayistisch meer dan zuiver analytisch. Filosofie als aporetische discipline, kortom: het denken zelf als metier voor het voetlicht brengen, hetgeen Skarga in haar jaren als hoogleraar in Polen ook als docent zou blijven doorgeven.
Terug echter naar Skarga’s biografie. Initieel opgegroeid in financiële weelde, stortte het idyllische imperium van haar jeugd in na het faillissement van het bedrijf waar haar vader een hoge functie bekleedde. Haar moeder moest voor een miezerig loon aan de slag en de familie week uit naar Litouwen, waar Skarga – letterlijk aan de grens met de toenmalige Sovjet-Unie – over de verschrikkingen van het communistisch regime hoorde vertellen. Vele jaren later, anno 1944 en inmiddels een zelfbewuste studente, verrichtte ze koerierswerk voor een anticommunistische verzetsbeweging, wat haar evenwel duur te staan kwam. Ze werd opgepakt en verbleef na een initieel gevangenschap maar liefst tien jaar in de goelag. Alsof dat nog niet genoeg was, volgde een verplichte verbanning naar een kolchoz, waarna ze pas in 1956 terug voet op Poolse bodem kon zetten.
Dat het vervolgens maar liefst drie decennia duurde vooraleer Skarga haar memoires aan het papier vertrouwde, hoeft geen slechte zaak te heten. Anders dan het traditionele dagboek, is Na de Bevrijding in overkoepelende thema’s opgevat, waarbinnen de auteur een chronologisch verhaal ontspint. Een dergelijke originele structuur wasemt de tijd die ondertussen verstreken is, de afstand tussen feit en herinnering. Meer dan de lezer in de gruwel te duwen, laat Skarga bovendien ruimte voor reflectie, al is dit boek uiteraard geen filosofisch werk. De lectuur blijft evenwel verteerbaar, precies omdat Skarga zich niet concentreert op louter de horror, maar ook de sluimerende vraag behandelt hoe een mens in dergelijke onmenselijke omstandigheden kan overleden. In die zin is Primo Levi’s Is dit een mens? nooit ver weg, al schrijft Skarga vanuit een grotere eigenheid en intimiteit – haast alsof haar aantekeningen nooit voor publicatie bedoeld waren.
Toen Na de Bevrijding in 1985 verscheen, gebeurde dat nog onder een pseudoniem. Het Sovjetbewind had immers nog helemaal niet met haar duistere verleden afgerekend. In het licht van wat momenteel in en rond Oekraïne gebeurt, is het niet alleen zinvol maar zelfs noodzakelijk om het geheugen op te frissen omtrent de gruwelen die het communistisch regime haar eigen mensen en vermeende dissidenten heeft aangedaan. Het memento reikt weliswaar verder dan louter het huidige Russische staatsapparaat: tegen alle totalitaire leiders die geweld en opsluiting menen te moeten instrumenteren om hun gezag te bestendigen, vormt Na de Bevrijding een hartroerend en meeslepend pleidooi. Skarga schrijft met de wijsheid die de tijd geboden heeft, én de hevigheid die uitsluitend het gevolg kan zijn van een ervaring uit de eerste hand. Het levert unieke proza op: bijtend intens en helaas nog brandend actueel.