Eindelijk is er opnieuw een boek van Manuele Fior in het Nederlands beschikbaar. Eerder al maakte de auteur indruk met 5.000 km per seconde, maar daarna was het over en uit met vertalingen van de in Parijs wonende Italiaan. Gelukkig wordt het recente Hypericon alhier wel gepubliceerd, want het gaat om vintage Fior.
Net zoals in 5.000 km per seconde laat in Hypericon een jonge vrouw immers de eigen heimat achter om elders het geluk te zoeken. Hypericon brengt het verhaal van Terese Guerrero, een Italiaanse archeologiestudente die aan het eind van de jaren 90 met een beurs naar Berlijn kan, om er mee te werken aan een tentoonstelling rond Toetanchamon.
Na twee dagen in de stad ontmoet ze Ruben, die er twee jaar eerder aanspoelde. Ruben verdient – hij moet een van de eersten zijn – de kost met het fotoshoppen van portretten. Geheel in de stijl van het hippe, jonge en (al dan niet pseudo-)bohemienvolkje dat van heinde en ver aangezogen werd door de Duitse hoofdstad, woont Ruben in een kraakpand en lijkt hij in de eerste plaats door het leven te flaneren.
Teresa aan zijn zijde zorgt voor een extra dimensie in Rubens bestaan, maar de speelsheid die Ruben als kompas hanteert om doorheen het leven te navigeren, is haar onbekend. Teresa slaapt slecht. Twijfelt of ze wel thuishoort in deze stad, in de academische wereld, bij deze jongen die, net als iedereen, ook maar een rol speelt. Ze vindt houvast in het dagboek van Howard Carter, de archeoloog die in 1922 geschiedenis schreef door het graf van Toetanchamon te openen. Het plaatst een en ander in perspectief, en zorgt tegelijk voor extra druk om iets te verwezenlijken: Toetanchamon wisselde al op zijn negentiende het tijdelijke met het eeuwige, maar drukte een diepe stempel op de wereld in de luttele tijd dat hij hier rondliep.
Net als in 5.000 km per seconde krijgen we hier een ontheemde ziel voorgeschoteld die haar hart wil volgen, maar zich geremd weet door haar verstand. Ja, Fior tapt uit hetzelfde vaatje als in zijn debuut, maar weet net als aan het begin van het vorige decennium zijn personages genoeg karakter te geven om de lezer mee te sleuren. Bovendien is de tekenstijl van de Italiaan nog steeds van die aard dat je zijn werk zo aan de muur zou hangen. Dat met Hypericon de draad van de Nederlandse vertalingen opnieuw wordt opgepikt, doet hopen dat ook het andere werk van de man weldra eindelijk vertaald zal worden.