Het bracht de mooiste drieënzeventig minuten die u dit jaar zal zien, en dan waren er daarnaast nog acht afleveringen die je zelden loslieten. The Last Of Us mag dan een game-adaptatie zijn, het was de menselijkheid die dit verhaal zo beklijvend maakte.
“Bombardeer deze stad. Er is geen andere oplossing”, roept een van de personages uit. Zo erg is de schimmel die in The Last Of Us de mensheid bij het nekvel grijpt. Wanneer de serie in aflevering twee echt van start gaat, is de wereld effectief onherkenbaar veranderd: daarbuiten is het een jungle, de beschaving bestaat uit een resterend handvol zwaar bewapende stadstaatjes die geleid worden als militaire dictaturen.
Het zijn, zoals altijd, outsiders die in zo’n verhaal de helden worden. We zagen in de eerste aflevering hoe aannemer Joel Miller (Pedro Pascal) zijn dochter verliest in die eerste dagen, waarin de cordyceps-schimmel de mensheid tot zombies transformeert. Twintig jaar later heeft hij zich omgeschoold tot smokkelaar die zich vrijelijk tussen die bewaakte quarantainezones beweegt. Het ligt voor de hand dat hij het is die van vrijheidsstrijders de opdracht krijgt het pubermeisje Ellie (Bella Ramsey) veilig naar de andere kant van het land te krijgen, zodat haar onverklaarbare immuniteit een geneesmiddel kan opleveren.
Niet dat Miller daar zin in heeft. Het is van moetens, en dus wordt het een moeizaam samenkomen tussen de nurkse overlever en een cynische tiener met een voorliefde voor flauwe woordspelingen. Ze zullen naar elkaar toegroeien, natuurlijk, en daar zit het mooie van deze reeks. Net als in Station Eleven, die televisierevelatie van 2022, gaat het hier niet om de Apocalyps, maar om wat daarna gebeurt. Het is een achtergrond om het over menselijkheid te hebben en hoe individuen zich in zo’n woelige tijden staande proberen te houden.
Daarom past het dat die zo bejubelde derde aflevering eigenlijk een zijsprong is waar Joel en Ellie nauwelijks aanwezig zijn. Drieënzeventig minuten lang neemt showrunner Craig Mazin (Chernobyl) de ruimte om de wereld van een eenzame prepper te schetsen en hoe een ongenode gast die op zijn kop zet. Het is een masterclass acteren van Nick Offerman (Parks And Recreation) en Murray Bartlett (The White Lotus) die de meest tedere homoseksuele relatie spelen die ooit op een scherm werd neergezet, met als culminatie dat prachtige zinnetje ‘I was never afraid before you showed up’. Woke? Neen. Menselijk.
Het is aan dit soort afleveringen dat je ziet dat The Last Of Us werd ingeblikt mid-pandemie. De verlatenheid van de cordyceps-wereld laat het toe om personages slechts in kleine groepjes te portretteren. Het zorgt er meteen voor dat de focus op die ene uitstap na steevast ligt op dat eenzame tweetal dat zich een weg vooruit baant. Zowel Pascal als Ramsey brengen hun openbloeiende vader-dochterrelatie prachtig, en zeker die laatste ontpopt zich tot een ware revelatie. Het is haar puberale pit die de serie heel wat hart geeft; een kind dat weet dat ze niet aan de volwassenheid zal ontsnappen.
The Last Of Us durft traag te zijn, met beelden van dode steden die zo uit urbex-fotoalbums over het dode Detroit van de laatste decennia konden komen. Net zo goed kiest het voor momenten vol horror – die schimmel is geen pretje – en ondraaglijke spanning. Wie fan is van de game, krijgt zijn intense zombiebattles en zelfs een stevige shoot-out. Net zo goed wisselen de scenaristen op emotioneel vlak van toon. Was het einde van die derde aflevering een emotionele schroefbank, dan is het slot van de vijfde een moker tegen het hoofd.
Het is jammer dat de laatste drie afleveringen wat afgehaspeld worden. Personages komen en gaan in een oogwenk, en voor we ’t weten zitten we aan een ambivalent slot. Neemt Joel de juiste beslissing? Had Ellie immers niet gezegd ‘There’s no half way with this, we have to finish what we started’? Een einde, zo ambigu, dat spelers van het game er nog altijd over discussiëren. Het helpt, naar het schijnt, als je kinderen hebt.
Perfect was The Last Of Us door die rommelige eindspurt niet, maar wat het daar in focus ontbrak, won het aan ziel. Deze serie bewijst dat we nog lang niet aan het eind van The Golden Age Of Television zijn.
Is er een reden waarom bij recensies van series nooit vermeld wordt waar je die kan zien ?
Een terechte opmerking en we zullen dat in acht nemen