De tweede helft van deze festivalzomer is nu wel goed begonnen, en er valt nog steeds geen corona te bespeuren. Zou het dan echt? Wat er ook gebeurt, wat een bont allegaartje bands dinsdagavond op de Lokerse Feesten afleverde, pakken ze ons ook niet meer af.
Whispering Sons in de zon, wie heeft dat bedacht? Met knipperende ogen, zonnebrillen dan maar in de aanslag, begint het meest gevleermuisde van Vlaanderen aan zijn set. Dat gaat wat aarzelend, maar de band werkt tot het klikt. Fenne Kuppens danst in “Heat”, schaduwbokst in “Got A Light”, is springerig in “Alone”. De vier mannen rond haar concentreren zich op hun taken. “Got A Light” kruipt als een lavarivier van zijn berg, tot Kuppens dan toch uitbarst. Het effect is rauw.
Dat is ook “Surface”, dat met zijn ‘so close’ zo langzamerhand tot een anthem is uitgegroeid. Daarna? Snel naar de hel met die mokerslagen van Tuur Vandeborne en die ijzige riff van Kobe Lijnen. In “Hollow” is de hitte van Lucifer voelbaar – of is het toch de zon? Wat een verschroeiend nummer. Oudje “Wall” heeft er met zijn dansende gitaar en synth maar aan te haken om de hattrick compleet te maken.
Wanneer de brute dubbelslag “Satantango”/”Surface” de set naar een dwars en hard hoogtepunt stuwt, vraag je je onwillekeurig af wat de grote acts hogerop de affiche van deze opener zouden denken, mochten ze op het plein staan. Indrukwekkend? Op zijn minst. Whispering Sons mag ondertussen zonder schroom in het rijtje dEUS – Soulwax – Balthazar plaatsnemen: internationale klasse van eigen bodem.
Op Werchter maakte ILA al indruk, in de bunker van deze Lokerse Feesten doet Ilayda Cicek nog beter: ze imponeert. Niet alleen zit het geluid goed, in deze duistere setting werkt de dynamiek in haar nummers nog meer. Wanneer ze “Eternity” inzet, is de spanning ondraaglijk, hangt elektriciteit in de lucht. “Chemicals” is een en al terughoudendheid, maar je voelt hoe de leiband spant; de kleine Limburgse trekt en snokt tot het ding verdomd strak zit, met die gruizige strot die haar gegeven is.
Cicek huilt en krijst, drummer Cas Kinnaer en bassist/gitarist Sam Smeets woelen ondertussen de ondergrond los; perfect om haar songs te laten bloeien. “The Sun” laten ze gedrieën ontsporen in een woeste rockout, “Live To Love” krijgt een verschroeiende finale mee – uitzinnige rock zoals we die sinds de jaren negentig te hard hebben moeten missen. Net daarvoor is “Home” alweer zo’n ondraaglijk rauw nummer. De zangeres zucht en streelt, om onverhoeds weer te klauwen; het voelt intens.
En zo is ook het orgelpunt “Leave Me Dry”, dat haar begin dit jaar een zege in De Nieuwe Lichting opleverde: de gitaar ronkt en maalt, de drums meppen, de stem haalt uit met een nijdigheid en intensiteit die muziek de afgelopen decennia gemist heeft. Dit voelt als muziek die ertoe doet, een parachutesprong zonder carrièreplan, gewoon omdat het moet. Het is lang geleden dat in Vlaanderen nog eens iemand opstond met zo’n uniek geluid.
En dan iets helemaal anders: de ultieme festivalband. Meer dan middelmatigheid kan je The Vaccines niet verwijten, maar op een dag dat ze er zin in hebben, weten Justin Young en maten altijd te entertainen. Hits hebben ze in elk geval genoeg, en dat die vooral van hun twee eerste platen komen? Ach wat; mits genoeg spreiding gaan die recentere nummers er ook wel in. Meer nog, het valt allemaal wel mee, want ook het nieuwe “Your Love Is My Favourite Band” heeft een aardige melodie, “‘Handsome” heeft die punky energie van de begindagen.
Want ja, dat was toen The Vaccines fris en monter waren. Onder aanvoering van Young, een mooie Britse jongen die dat van zichzelf weet en daar gelukkig ook wel om kan lachen, bracht de groep snelle, snedige songs over puberaal verliefd zijn en daar niet altijd handig mee omgaan. “Post Break-Up Sex” brengt de zanger met een grappig X-gebaar, in een hobbelend “Teenage Icon” grijnst hij een eind het publiek in. “Wetsuit” is nog altijd hét zomer-anthem dat vat waarom jong zijn zoveel toffer is dan opgroeien. Iemand moet ooit eens een antwoord schrijven over de voordelen van ouder worden. Zo leuk was al dat onzeker zijn nu immers ook weer niet.
Dit blijft niettemin een onopvallende band, met een zanger die net slim genoeg is om te vatten dat het allemaal niet zo belangrijk is. En toch werkt het vandaag, want het gaat hard en strak genoeg. In de wereld van The Vaccines gaan er vijftien nummers in een uur en is rotvaart de standaard snelheid. En dus eindigt het allemaal waar het begon, bij dat debuut uit 2011 en dat swingende “If You Wanna” en “All In White”. The Vaccines waren alweer de ultieme zomerband, The Vaccines waren fun.
‘Hoe waren The Vaccines?’ Beleefd gejoel. ‘Hoe is Hairbaby tot nu toe?’ Luid gejuich. Zeggen dat het hobbyproject van Otto-Jan Ham een open doekje krijgt, is een understatement. En ergens is dat terecht. ’s Mans indiesongs steken aardig in elkaar, zijn band speelt potent en krachtig. Kan ook niet anders met onder andere Joost Van Den Broeck (Flip Kowlier, My Velma, De Mens, …) op drums en Matthias Bastiaens (Arsenal, Few Bits) op gitaar. Voeg daar met Marc De Maeseneer en Yves Fernandez nog twee klappers op blaasinstrumenten aan toen, en je weet: dit is het adresboekje van een BV.
Ham heeft zich met andere woorden het muzikale equivalent van een auto met chauffeur bij elkaar getelefoneerd, en dat is jammer, omdat het zorgt dat het eindresultaat wel heel erg gelikt overkomt. Dat hebben zijn puike nummers nochtans niet nodig, want de presentator kán songs schrijven. “Onward” is hobbelende folkpop met een vleugje Lemonheads, “California” een rustige stapper met fijne gitaarmomentjes. Je zou ze graag eens horen zoals Ham die met een paar vrienden in het spreekwoordelijke repetitiehok zou brengen. Maar dan is er weer die mooie manier waarop De Maeseneer en Fernandez “As Long As You Don’t Kick Me Out” openblazen, en het is ook alweer goed. Hairbaby is steengoed, daar moeten we niet onnozel doen.
De Calexicocover “The Ballad Of Cable Hogue” verraadt een van Hams invloeden, net zoals een al even knap gebracht “Close To Me” van The Cure. Het zegt ook dat Hairbaby met één EP onder de arm nog niet echt veel materiaal in de rugzak heeft. Als dit concert één ding zei, dan wel dat Ham zich niet moet schamen om daar dringend iets aan te doen. Naast radio en televisie past een full album ook nog wel op het cv.