Willie Nelson heeft op z’n 88ste makkelijk praten wanneer hij “I’ll Love You Till The Day I Die” zingt. Wat is zulk een belofte op die leeftijd immers nog waard? Maar wanneer het zo oprecht gezongen en prachtig gemusiceerd wordt, laten we ons gráág inpakken.
Deze smartlap is gemaakt van het spul dat het country-genre de moeite waard maakt. De steel guitar, de mondharmonica en de zachtjes geplukte bas worden alle beroerd door rasmuzikanten uit Nashville, en Willie – last man standing – zingt met een goed gedoseerde snik in zijn stem weemoedig over een ontmoeting uit een tijd waarvan de foto’s gerafelde randen hebben en al lang geel zijn uitgeslagen. Hij sprak het object van zijn verlangen slechts éénmaal, en dan nog vluchtig, maar ze liet zo een diepe indruk op hem na dat ze voor eeuwig in zijn hart zit: “You probably don’t remember me, but that one short conversation is still the reason why I will love you till the day I die.” Hoeveel deernes op leeftijd zullen hiervoor niet zwichten? Players zullen nu eenmaal altijd players zijn.
Het is al laat op de dag, de zon boven de prairie zakt weg aan de einder, maar het is algemeen geweten dat dit het mooiste moment van de dag is. Herinneringen krijgen een gouden randje in het licht van dit golden hour.