Sinds we Horse Lords uit Baltimore aan het werk zagen op het legendarische Moers Festival in 2018 zijn we in de ban van deze eigenzinnigaards, die de raakvlakken tussen tussen hooggespannen instrumentale gitaarrock, hypnotiserend minimalisme en exotische tradities opzoeken en binnenstebuiten keren.
Door de microtonale melodieën leunen ze soms aan bij de Karnatische wereld, door de vreemde stemmingen duiken referenties als Branca en Sonic Youth op, of Bill Orcutt en Chris Forsyth, en met die pure trance lijken ze rechtstreeks uit de Sahara overgewaaid te komen. Complexe weefwerken als “Fanfare for Effective Freedom”, dat hun recentste album The Common Task op gang brengt, combineren Afro-getinte, polyritmische hoogstandjes met kraut motorik en een zinderende, elektrische lading. Het mooist van al daarbij is dat deze pocketsymfonieën, die soms het resultaat lijken van dagenlange, architectonische verfijning, tegelijkertijd een immens dwingende kracht hebben. Het zijn even cerebrale als fysieke oefeningen in spanningsopbouw en -behoud, extase via genadeloos aangehouden, roterende patronen en manische snarengeselingen. Songs als triple shot espressos, goed voor grootstadsopwinding, verwijde pupillen en plots opduikende neuroses.