“I don’t know why you stuck with us, man. In 25 years you could have forgotten about a band”, vertrouwt Robb Flynn zijn publiek toe. Het concert heeft het halfwegpunt bereikt en we voelen ons een beetje betrapt bij die uitspraak. We waren de afgelopen twee decennia ontrouw geweest aan Machine Head, maar zijn naar Vorst gekomen omdat de lokroep van een Burn My Eyes: 25th Anniversary Tour de puber in ons heeft gewekt.
Dat Machine Head in een kwarteeuw weg geëvolueerd is van de sound van zijn magistrale debuutplaat is reeds duidelijk geworden. Ze openen nog met het hondsbrutale “Imperium” – vanop Through The Ashes Of Empires – maar ook een toegankelijkere publieksfavoriet als “Locust” passeert de revue. Dan is “Darkness Within” aan de beurt, een melig pseudo-epos met theatrale refreinen waarin Fall Out Boy nooit veraf lijkt. Ook “Catharsis” volgt – de titeltrack van Machine Heads meest recente plaat, die een zoveelste stilistische ommezwaai betekende en menig fan heeft doen fronsen.
Machine Head is nooit vies geweest van een experimentje of een koerswijziginkje, wat het eerste deel van het concert (een dwarsdoorsnede van het hele oeuvre) in de verf zet. De heren staan onafgebroken op scherp te spelen, maar dankzij de ruime variatie in nummerkeuze blijft een collectieve aha-erlebnis vooralsnog uit. Zoals “Aesthetics Of Hate” de moshers een sonisch orgasme bezorgt, zo gaan een aantal dames overstag bij het gruwelijk mainstreame “Is There Anybody Out There?” En zo heeft iedereen wel zijn eigen favorieten.
Niet verrassend is het oerklassieker “Ten Ton Hammer” die ter elfder ure verduidelijkt waarvoor de overgrote meerderheid is gekomen: zompige monsterrifs, venijnige grooves, hardcore-allures, street credibility en mokerslagen van nummers zoals Machine Head ze in de jaren negentig maakte. Het is dan ook hoog tijd om gitarist Wacław Kiełtyka en drummer Matt Alston naar bed te sturen zodat respectievelijk allumni Logan Mader en Kris Kontos hun plaats kunnen innemen om Burn My Eyes – als u het ons vraagt dé metalplaat van de jaren negentig – te berde te brengen.
Wanneer Flynn vervolgens een gemeend “Let freedom ring with a shotgun blast!” door de zaal laat galmen, spreekt de publieksreactie boekdelen. Een enkele drumroffel van Kontos en die moddervette gitaarriff later blijken er mensen aanwezig op de tribunes boven ons. Nauwelijks zichtbaar tijdens het eerste deel van het concert staan ze nu met opgeheven vuisten op hun klapstoeltjes. Zo doet “Davidian” wat er van verwacht kan worden en ook “Old” kan op een verhitte extase rekenen. Jared MacEachern zet aan met een lage basgroove waarna Flynn de tekst lichtjes aanpast: “Two thousand nineteen: corruption, racism, hate, …” Niet alleen zijn de riffs van Burn My Eyes tijdloos, ook de vlammende maatschappijkritiek klinkt niet gedateerd.
Niet dat het daarom te doen is vanavond. Deze integrale albumuitvoering is voor de meeste aanwezigen gewoon een trip down memory lane. Een reden om nog eens ongegeneerd met pinten te kunnen smijten of tegen elkaar aan te hotsen. Zo houdt “A Thousand Lies” de massa kolkend en zorgen ook snedige uitvoeringen van “The Rage To Overcome” en “Blood For Blood” voor ongebreideld moshpit-plezier. Met “None But My Own” mag het tempo dan sludgegewijs even zakken, het hoogtepunt van de avond is toch “A Nation On Fire”. Dat nummer neemt een aanloop van bijna twee minuten alvorens een magistrale climax te bereiken en doet daarbij onwillekeurig denken aan een vroege Maiden-klassieker als “Remember Tomorrow”.
Ergens is het jammer dat Robb Flynn tijdens “A Nation On Fire” de massa gebiedt om met smartphonelicht te schijnen – het herinnert allee maar aan het feit dat het wel degelijk 2019 is. We zijn intussen brave huisvaders en -moeders, en we gaan morgen met z’n allen bloemetjes op het kerkhof zetten alvorens bij de tante op de koffie te gaan.
1994 komt niet meer terug, maar het was hoe dan ook geweldig om weer even tiener te zijn. Om weer even schijt te hebben aan alles en iedereen, en om die rage to overcome door onze oude knoken te voelen gieren.